Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Delegatiebesluit gemeente Lansingerland 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit gemeente Lansingerland 2013
CiteertitelDelegatiebesluit gemeente Lansingerland 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 156

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Grondslag in Wro, Wabo, Onteigeningswet en Awb

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-2013Nieuwe regeling

21-02-2013

Heraut, 27 februari 2013

BR1300014 / T13.01579

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit gemeente Lansingerland 2013

 

De raad van de gemeente Lansingerland;

 

Gelezen het voorstel van het Presidium;

 

Gelet op de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Onteigeningswet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 156 van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen het:

Delegatiebesluit gemeente Lansingerland 2013

 

Delegatiebesluit gemeente Lansingerland2013
Algemeen bestuurlijk-juridische zaken
Artikel 1

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het naar voren brengen van zienswijzen en bedenkingen tegen voorgenomen besluiten van bestuursorganen indien deze gelegenheid of dit recht aan de gemeente of het gemeentebestuur toekomt.

Artikel 2

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur.

Ruimtelijke ordening, grondzaken en openbare werken
Artikel 3

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO)voor locaties, die gelegen zijn in een door de raadscommissie geaccordeerd voorontwerp bestemmingsplan, ontwerp bestemmingsplan, stedenbouwkundig plan of andersoortig ruimtelijk plan en mits het desbetreffende vrijstellingsverzoek daarmee in overeenstemming is. De raad ontvangt een afschrift van ieder besluit dat op grond van delegatie van deze bevoegdheid is genomen.

Artikel 4

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het nemen van een projectbesluit, zoals bedoeld in artikel 3.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), mits het betreffende project gelegen is in een door de raadscommissie behandeld voorontwerpbestemmingsplan, stedenbouwkundig plan of andersoortig ruimtelijk plan en mits het desbetreffende verzoek daarmee in overeenstemming is. De raad ontvangt een afschrift van ieder besluit dat op grond van delegatie van deze bevoegdheid is genomen.

Artikel 5

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis en herstelwet voor projecten die gelegen zijn in een door de commissie Ruimte en/of gemeenteraad behandeld (voor)ontwerpbestemmingsplan, een structuurvisie, een stedenbouw-kundig plan, een masterplan, een ruimtelijke visie of andersoortig ruimtelijk plan en/of een sectorale beleidsnota en mits het betreffende project daarmee in overeenstemming is. De raad ontvangt een afschrift van ieder besluit dat op grond van delegatie van deze bevoegdheid is genomen.

Artikel 6

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het weigeren van verzoeken om vrijstelling als bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO. De raad ontvangt een afschrift van ieder besluit dat op grond van delegatie van deze bevoegdheid is genomen.

Artikel 7

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het weigeren van een projectbesluit, zoals bedoeld in artikel 3.10, lid 1 van de Wro. De raad ontvangt een afschrift van ieder besluit dat op grond van delegatie van deze bevoegdheid is genomen.

Artikel 8

Het college oefent bij een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onder a onder 3 van de Wabo (projectafwijkingsbesluit) de bevoegdheid uit tot het vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6. 12 lid 1 Wro.

Artikel 9

Het college oefent bij het vaststellen van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a Wro of bij een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (projectafwijkingsbesluit) de bevoegdheid uit tot het vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 lid 1

Artikel 10

Het college oefent bij een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onder a onder 3 van de Wabo (projectafwijkingsbesluit) de bevoegdheid uit tot het besluiten geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6. 12 lid 2 Wro.

Artikel 11

Het college oefent bij het vaststellen van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a Wro of bij een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (projectafwijkingsbesluit) de bevoegdheid uit tot het besluiten geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 lid 2.

Artikel 12

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het publiceren en ter inzage leggen van het ontwerpbesluit en het naar voren brengen van zienswijzen als bedoeld in de artikelen 80, eerste en tweede lid, van de

Onteigeningswet.

Publiekaangelegenheden
Artikel 13

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het aanwijzen van een huis der gemeente ingevolge artikel 108 juncto 147 van de Gemeentewet.

Slotbepalingen

Artikel 14 Intrekking

Het Delegatiebesluit gemeente Lansingerland 2012 wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop dit besluit van kracht wordt.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende na die van zijn bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Delegatiebesluit gemeente Lansingerland .

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van Lansingerland van 21 februari 2013.

De griffier, De voorzitter,

Kees van ’t Hart Ewald van Vliet

Toelichting op het Delegatiebesluit gemeente Lansingerland 2013

Artikel 1

Diverse wettelijke bepalingen geven aan dat de gemeenteraad indieners van zienswijzen en bedenkingen de gelegenheid moet geven voor een nadere mondelinge toelichting. Hoe de gemeenteraad dit wenst te regelen wordt niet nader bepaald. Aangegeven wordt dat het mogelijk moet zijn een mondelinge toelichting te geven. De wetgever geeft ook niet aan dat sprake moet zijn van hoor en wederhoor. De mogelijkheid tot het geven van een mondelinge toelichting te geven kan op zich geschieden door een raadscommissie of de verantwoordelijke portefeuillehouder of ambtenaren van de verantwoordelijke vakafdeling. Het horen door een raadscommissie heeft als nadeel dat deze commissie gewoonlijk slechts één keer per maand bijeenkomt. Het horen door de verantwoordelijke portefeuillehouder al dan niet in aanwezigheid van ambtenaren of alleen door ambtenaren is relatief eenvoudig en snel te organiseren.

Artikel 2

De termijn waarbinnen het bestuursorgaan, in dit geval de raad, moet beslissen op een verzoek om informatie is, gelet op artikel 6 van Wet openbaarheid van bestuur (Wob), vier weken, met de mogelijkheid tot verlenging van eenmaal vier weken. Reageert het bestuursorgaan binnen deze vier weken niet, dan kan de burger dit uitblijven van een reactie, gelet op artikel 6:2 van de Awb, in beroep gaan en/of een dwangsom verbeuren, volgens artikel 4:15 e.v. Awb.

Ook hier geldt dat delegatie van deze bevoegdheid aan het college grote voordelen met zich meebrengt. De organisatie kan hierdoor directer en slagvaardiger optreden. De gemeenteraad wordt minder belast. Voorts loopt de organisatie minder juridische en financiële risico's, omdat termijnen in de Wob erg kort zijn en veelal niet gehaald zullen worden als de raad op deze verzoeken dient te beslissen.

Artikel 3

Artikel 19 lid 1 WRO is op 1 juli 2008 gewijzigd in artikel 3.10 Wro, en per 1 oktober 2010 opgegaan in de Wabo. De bevoegdheid met betrekking tot wijzigingen in bestemmingsplannen is in de Wabo van de raad naar het college verschoven; er is geen delegatie meer nodig.

Er zijn nog een aantal verzoeken op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) die nog vergund moeten worden. Volgens artikel 19, lid 1 WRO (de zgn. zelfstandige projectprocedure) is de raad bevoegd ten aanzien van het verlenen van de vrijstelling. Tevens is bepaald dat de raad de bevoegdheid omtrent het verlenen van vrijstelling kan delegeren aan burgemeester en wethouders. Voor het projectbesluit geldt hetzelfde.

Voor de nog lopende procedures wordt de delegatie, zoals in dit besluit is opgenomen, onveranderd gelaten. Onder de Wabo is de Raad niet meer bevoegd maar het college. De Raad wordt wel gevraagd een Verklaring van geen bedenkingen te geven voor de grotere afwijkingen van het bestemmingsplan. De raad kan een lijst vaststellen in welke gevallen een dergelijke verklaring niet nodig is. Dit valt niet meer onder delegatie maar wordt apart aan de Raad voorgelegd voor besluitvorming.

Artikel 5

Indien de raad in een bestemmingsplan heeft bepaald dat het college bevoegd is om binnen de aangegeven kaders te wijzigen, dan is het ook wenselijk om binnen deze kaders ook de besluiten te kunnen nemen over het exploitatieplan. Daarnaast is in december 2011 is de Crisis en herstelwet gewijzigd. In de Crisis en herstelwet is de mogelijkheid opgenomen dat de raad de bevoegdheid om een projectuitvoeringsbesluit vast te stellen, kan delegeren aan het college.

Artikel 6

Het betreft hier situaties die veelal zo duidelijk in strijd zijn met de bestemmingsplannen en provinciale kaders, dat vrijwel direct duidelijk is dat deze verzoeken om vrijstelling/ projectbesluit geweigerd moeten worden. Ook in dit geval gaat het nog om een aantal lopende procedures. In de WABO is deze bevoegdheid direct aan het college toegekend en is onder de WABO geen delegatie meer nodig.