Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Best

Regeling Dienstreizen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Dienstreizen
CiteertitelRegeling Dienstreizen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 125 en 160
  2. CAR/UWO, artikelen 15:1:22, 15:1:23, 15:1:24
  3. Reisregeling Binnenland;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-08-201401-01-2020Onbekend

29-07-2014

gemeenteblad, 2014-08-15

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Dienstreizen

 

 

besluit

 

Regeling dienstreizen

Burgemeester en wethouders

Besluit:

  • ·

    mede gelet op het gestelde in artikel 125 en 160 van de Gemeentewet;

  • ·

    gelet op artikel 15:1:22, 15:1:23, 15:1:24 CAR/UWO;

  • ·

    gelet op het bepaalde in de Reisregeling Binnenland;

  • ·

    gelet op de instemming van de Ondernemingsraad 10-07-2014

tot het vaststellen van de navolgende regeling:

Regeling dienstreizen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR;

  • b.

    Bevoegd gezag: burgemeester en wethouders of een voor de uitvoering van deze regeling gemandateerde ambtenaar;

  • c.

    Dienstreis: een naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijke verplaatsing van de ambtenaar om de gemeente te vertegenwoordigen buiten zijn werkplek, hieronder mede begrepen, het verblijf buiten de werkplek;

  • d.

    Reisafstand: het aantal kilometers (afgerond op 1 cijfer achter de komma)door de medewerker op te geven (zijnde maximaal het aantal volgens de ANWB-routeplanner, snelste route, vermeldde aantal kilometers);

  • e.

    Reisregeling Binnenland: de door de minister van Binnenlandse Zaken opgestelde regeling ten behoeve van het rijkspersoneel.

  • f.

    Werkplek: de locatie waar de medewerker doorgaans zijn werkzaamheden verricht.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • a.

    De medewerker vraagt vóór het maken van een dienstreis toestemming aan zijn leidinggevende.

  • b.

    De leidinggevende kan met de medewerker periodieke afspraken maken over dienstreizen (denk aan frequentie en vervoermiddel).

  • c.

    De medewerker en de leidinggevende zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de meest doelmatige wijze van vervoer naar de bestemming.

    Daarbij wordt rekening gehouden met :

    • -

      reistijd (zo min mogelijk verlies van productieve uren)

    • -

      bijkomende kosten, zoals parkeerkosten (zo min mogelijk kosten)

    • -

      carpoolen (indien mogelijk)

    • -

      beschikbaarheid dienstauto en dienstfiets

    • -

      mogelijkheid tot gebruik OV (bij gebruik van de trein, mag 1e klasse worden gereisd).

  • d.

    Vertrekpunt voor dienstreizen of reizen voor studie is de werkplek , tenzij het daadwerkelijke vertrekpunt dichter bij het reisdoel ligt. In dat laatste geval wordt het aantal kilometers geteld vanuit het werkelijke vertrekpunt.

  • e.

    De declaratie van reis- en verblijfkosten vindt onder overlegging van bewijsstukken, zo spoedig mogelijk plaats, maar uiterlijk binnen 3 maanden volgend op de maand waarin de kosten gemaakt zijn.

Artikel 3 Vergoeding reiskosten

  • a.

    Kilometerkosten eigen vervoer worden tegen € 0,28 netto () per kilometer vergoed.

  • b.

    Parkeerkosten worden tegen overlegging van een bewijsstuk vergoed.

  • c.

    Kosten van openbaar vervoer worden tegen overlegging van een bewijsstuk vergoed. Bij gebruik van een persoonlijke OV-chipkaart wordt een print van de gemaakte reis als bewijsstuk beschouwd.

  • d.

    Wanneer voor de eerste maal een persoonlijke OV-chipkaart wordt aangeschaft om een dienstreis te kunnen maken, wordt tot 2016 eenmalig € 7,50 vergoed.

  • e.

    Noodzakelijke (trein)taxi kosten worden tegen overlegging van een bewijsstuk vergoed.

Artikel 4 Vergoeding verblijfkosten

a.De Reisregeling binnenland geeft het kader waarbinnen de naar oordeel van de manager akkoord bevonden kosten voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds, maaltijden en overnachting vergoed worden, onder overlegging van bewijsstukken.

Kostensoort

Maximale vergoeding

Kleine uitgaven overdag

€ 4,50

Kleine uitgaven ‘s avonds

€ 13,43

Lunch

€ 14,18

Diner

€ 21,45

Ontbijt

€ 8,34

b.Tenzij sprake is van overmacht , wordt door de medewerker vooraf toestemming gevraagd aan de manager voor de te maken kosten in verband met een overnachting.

Artikel 5 Bijzondere bepalingen

  • a.

    De medewerker mag in de trein 1e klasse reizen.

  • b.

    Brandstof voor de dienstauto wordt aangeschaft met de daarvoor bestemde pas.

Artikel 6 Vergoeding reiskosten bij studie

  • a.

    De reiskosten naar studie/opleiding/examen worden vergoed naar € 0,19 per kilometer bij eigen vervoer of onder overlegging bewijsstukken naar Openbaar Vervoer 2e klasse.

  • b.

    In de opleidingsovereenkomst kan in afwijking van lid a. een lagere kostenvergoeding worden afgesproken.

Artikel 7 Vergoeding reiskosten tijdens ziekte

De reiskosten naar de bedrijfsarts worden vergoed naar € 0,19 per kilometer bij eigen vervoer of onder overlegging bewijsstukken naar Openbaar Vervoer 2e klasse.

Artikel 8 Buitenlandse reizen

  • a.

    De onkosten van een buitenlandse reis worden alleen vergoed als voorafgaande aan de reis het bevoegd gezag toestemming heeft verleend voor de reis.

  • b.

    Het bevoegd gezag neemt een afzonderlijk besluit over de kosten die vergoed worden en de maximale hoogte van de kostenvergoeding.

Artikel 9 Fiscale voorschriften

Wijzigingen in de fiscale voorschriften kunnen onverkort doorwerken in de uitvoering van deze regeling wanneer dat nodig is om naheffing en boete te vermijden.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van burgemeester en wethouders afwijkend beslissen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking na publicatie.

29-07-2014,

Burgemeester en wethouders van Best,

drs. A.G.T. van Aert

mevr. drs. C.M.M. Noordman

burgemeester

gemeentesecretaris