Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berkelland

Verordening op de erfgoedcommissie Berkelland 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de erfgoedcommissie Berkelland 2010
CiteertitelVerordening op de erfgoedcommissie Berkelland 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de commissie cultuurhistorie Berkelland 2007.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, afdeling 3.4
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Monumentenwet 1988, art. 15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-2010nieuwe regeling

27-01-2010

Berkelbericht,02-02-2010

Raadsvergadering 27 januari 2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de erfgoedcommissie Berkelland 2010

De raad van de gemeente Berkelland;

 

gezien het voorstel van het college van 17 december 2009;

 

gelet op de resultaten van de gevolgde inspraakprocedure ingevolge afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 15 van de Monumentenwet 1988;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE ERFGOEDCOMMISSIE BERKELLAND 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    commissie: de Erfgoedcommissie; de op basis van art.15, lid 1 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze verordening, het cultuurhistorisch beleid en het archeologiebeleid;

  • b.

    college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland.

  • c.

    subcommissie welstand en erfgoed: een commissie bestaande uit leden van de erfgoedcommissie met als taak het college te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedverordening en de welstandstoetsing op grond van de Woningwet;

  • d.

    erfgoedverordening; de Erfgoedverordening Berkelland 2010, voorheen de monumentenverordening Berkelland 2007;

  • e.

    subsidieverordening; de erfgoedsubsidieverordening Berkelland 2010, voorheen de Subsidieverordening monumenten Berkelland 2007;

  • f.

    gemeentelijk monument: een in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:

    • 1.

      zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

    • 2.

      terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1;

  • g.

    gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de in overeenstemming met deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;

  • h.

    gemeentelijk stads- of dorpsgezicht: een in overeenstemming met de bepalingen van de Erfgoedverordening als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht aangewezen groep van zaken en/of terreinen die van belang is wegens zijn schoonheid, zijn onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel zijn wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groep zich één of meer monumenten bevinden;

  • i.

    beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

  • j.

    bouwhistorisch onderzoek: in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument.

Artikel 2 Taak commissie

De commissie heeft tot taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over:

  • 1.

    de aanwijzing van beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 3 van de Erfgoedverordening Berkelland 2010;

  • 2.

    de aanwijzing van rijksmonumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988;

  • 3.

    vergunningsaanvragen van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in de artikelen 11 e.v. van de Monumentenwet 1988,

  • 4.

    de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten en historische buitenplaatsen;

  • 5.

    het samenstellen en bijhouden van de gemeentelijke monumentenlijst;

  • 6.

    de bevordering van het herstel en instandhouding van het culturele erfgoed in de gemeente Berkelland;

  • 7.

    het gevraagd en ongevraagd adviseren over bestemmingsplannen voor zover daarbij belangen van het cultureel erfgoed in het geding zijn;

  • 8.

    alle overige aangelegenheden die van belang zijn voor de behartiging van het cultureel erfgoed in de gemeente Berkelland.

Artikel 3 Taak subcommissie welstand en erfgoed

  • 1.

    De taak van de subcommissie welstand en erfgoed is het op verzoek adviseren aan het college over vergunningsaanvragen van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in de artikelen 11 e.v. van de Monumentenwet 1988. De subcommissie welstand en erfgoed kan beslissen dat de advisering door de commissie moet gebeuren.

  • 2.

    Bovendien kan het college monumentenaanvragen voor gemeentelijke monumenten, nieuwbouw bij monumenten of wijzigingen aan karakteristieke bebouwing om advies aan de subcommissie welstand en erfgoed voorleggen.

Artikel 4 Reikwijdte advies

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw- en sociaal-historisch en/of historisch- geografisch belang.

Artikel 5 Samenstelling

  • 1.

    De commissie is samengesteld uit tenminste vijf leden en maximaal dertien leden inclusief de voorzitter. De leden en de voorzitter worden door het college benoemd, bestaande uit maximaal:

    • ·

      één lid op voordracht door de Historische Vereniging Borculo;

    • ·

      één lid op voordracht door de Historische Kring Eibergen;

    • ·

      één lid op voordracht door de Historische Kring Neede;

    • ·

      één lid op voordracht door de Historische Vereniging Old Reurle

    • ·

      één lid op voordracht door de Stichting Oud Beltrum;

    • ·

      één lid op voordracht door de Stichting Erfgoed Gelselaar;

    • ·

      één lid op voordracht door de Historische Vereniging Oud Noordijk;

    • ·

      één lid op voordracht door de Stichting Stad en Heerlijkheid Borculo;

    • ·

      één lid op voordracht door de welstandscommissie van de gemeente Berkelland;

    • ·

      één bouw- en/of architectuurhistoricus;

    • ·

      één deskundige op het gebied van archeologie;

    • ·

      één deskundige op het gebied van cultuurlandschap;

    • ·

      één onafhankelijke voorzitter.

  • 2.

    De subcommissie welstand en erfgoed bestaat uit drie leden van de commissie, te weten:

    • ·

      één lid die in de commissie zitting heeft op voordracht van een historische vereniging of stichting, vertegenwoordigende de gezamenlijke historische verenigingen of stichtingen, genoemd in artikel 4, lid 1. Deze persoon wordt door de commissie uit haar midden aangewezen

    • ·

      het lid dat op voordracht van de welstandscommissie van de gemeente Berkelland in de commissie zitting heeft

    • ·

      het lid dat in de kwaliteit van bouw- en/of architectuurhistoricus in de commissie zitting heeft

daarnaast heeft de rayonarchitect van de welstandscommissie zitting in de subcommissie welstand en erfgoed.

  • 3.

    De subcommissie welstand en erfgoed wijst uit haar midden een voorzitter aan.

  • 4.

    De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn onmiddellijk herbenoembaar voor nog één zittingsperiode. In een rooster van aftreden wordt de wisseling van de commissieleden zodanig geregeld dat jaarlijks ongeveer een vierde deel van de commissieleden aftreedt.

  • 5.

    Een lid kan te allen tijde zijn ontslag nemen en dient dit schriftelijk in bij het college.

  • 6.

    In geval van onvoldoende functioneren van de voorzitter of een commissielid, of wanneer de voorzitter of een commissielid drie (3) achtereenvolgende vergaderingen zonder opgaaf van redenen niet aanwezig is, kan het college van burgemeester en wethouders de voorzitter of het commissielid ontslaan. Burgemeester en wethouders kunnen te allen tijde een lid ontslaan.

  • 7.

    Een lid dat aftreedt of zijn of haar ontslag neemt, blijft lid totdat zijn of haar opvolger de benoeming heeft aanvaard.

  • 8.

    Bij afwezigheid van de voorzitter kan een ander lid van de commissie, daartoe door de commissie aangewezen als zodanig optreden.

Artikel 6 Werkwijze commissie

1.De commissie komt bijeen:

  • a.

    Na schriftelijke oproep van de voorzitter en/of secretaris;

  • b.

    Op verzoek van tenminste twee van haar leden;

  • c.

    Op verzoek van het college.

De voorzitter en/of secretaris belegt vervolgens binnen vier weken na ontvangst van het verzoek de vergadering.

  • 2.

    De commissie vergadert tenminste vier (4) maal per jaar.

  • 3.

    Geen vergadering wordt gehouden als niet ten minste vijf leden aanwezig zijn en/of er onvoldoende relevante agendapunten zijn.

  • 4.

    Indien minder dan vijf leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten beslissingen worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 5.

    Het ontbreken van vergaderquorum heeft geen invloed op de termijnen zoals deze in de Erfgoedverordening zijn genoemd.

  • 6.

    In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel worden afgeweken, waarvan mededeling wordt gedaan in het uit te brengen advies.

  • 7.

    De commissie is bevoegd zich bij hun beslissingen door andere personen of instanties te laten adviseren.

  • 8.

    De vergaderingen van de commissie zijn in beginsel openbaar. Op voorstel van één der leden kan de commissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

Artikel 7 Werkwijze subcommissie welstand en erfgoed

1.De subcommissie welstand en erfgoed komt in openbare vergadering bijeen:

  • a.

    na schriftelijke oproep van de voorzitter en/of secretaris;

  • b.

    op verzoek van tenminste twee van haar leden;

  • c.

    op verzoek van het college.

De voorzitter van de subcommissie welstand en erfgoed belegt vervolgens binnen twee weken na ontvangst van het verzoek de vergadering.

  • 2.

    De subcommissie welstand en erfgoed vergadert in beginsel maandelijks.

  • 3.

    Wanneer niet te minste twee leden aanwezig zijn wordt er geen vergadering gehouden.

  • 4.

    Voor het overige is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Advisering

  • 1.

    Beslissingen worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Staande de vergadering van de commissie wordt het advies geformuleerd.

  • 2.

    In het geval geen eenstemmig advies wordt uitgebracht, wordt het gevoelen van de minderheid in het advies vermeld.

  • 3.

    Geen lid mag tegenwoordig zijn bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies over zaken, waarbij hij of zij als belanghebbende is betrokken.

  • 4.

    Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

Artikel 9 De voorzitter

De voorzitter is belast met:

- het leiden van de vergadering;

- het handhaven van de orde van de vergadering;

- het doen naleven van deze verordening;

- hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 10 Secretariaat

    • 1.

      Het college wijst een ambtenaar aan als secretaris van de commissie en een ambtenaar als technisch adviseur. Beiden hebben in de commissie een adviserende stem.

    • 2.

      De secretaris van de commissie heeft verder tot taak:

  • ·

    het in overleg met de voorzitter samenstellen van de agenda voor de vergadering;

  • ·

    het maken van een kort verslag van het tijdens de vergadering behandelde;

  • ·

    het ondersteunen van de commissie bij het formuleren van de adviezen;

  • ·

    het college in kennis stellen van de adviezen van de commissie;

  • ·

    de commissie in kennis stellen van de besluiten van burgemeester en wethouders aangaande de uitgebrachte adviezen.

  • ·

    Het verrichten van de secretariaatswerken als hiervoor genoemd ten behoeve van de subcommissie welstand en erfgoed.

     

    3.De technisch adviseur van de commissie heeft verder tot taak:

  • ·

    het aanleveren van concrete plannen en voorstellen voor de agenda;

  • ·

    het toelichten van de plannen in de vergadering ten behoeve van de advisering;

  • ·

    het op verzoek van de commissie doen van onderzoek in het kader van het cultureel erfgoed.

Artikel 11 Horen derden

De commissie is bevoegd derden te horen, met dien verstande dat de

commissie machtiging van burgemeester en wethouders behoeft indien aan

het horen van derden kosten voor de gemeente zijn verbonden. Het verzoek tot machtiging wordt gedaan onder toevoeging van een kostenoverzicht.

Artikel 12 Ondertekening

Alle stukken welke van de commissie uitgaan, worden getekend door de voorzitter en/of secretaris.

Artikel 13 Overige bepaling

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord hebbend.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgende op die waarin de bekendmaking ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet heeft plaatsgevonden.

2.De Verordening op de commissie cultuurhistorie Berkelland 2007, vastgesteld bij besluit van de raad van 26 december 2006, vervalt op de datum waarop de verordening op de erfgoedcommissie Berkelland 2010 in werking is getreden.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening op de erfgoedcommissie Berkelland 2010'.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 januari 2010

de griffier, de voorzitter,

TOELICHTING OP DE VERORDENING OP DE ERFGOEDCOMMISSIE BERKELLAND 2010

 

Algemeen

Deze verordening is gebaseerd op de Verordening op de commissie cultuurhistorie Berkelland 2007. De aanpassingen betreffen voornamelijk:

  • 1.

    invoering van een subcommissie welstand en erfgoed;

  • 2.

    het aanpassen van het maximaal aantal leden;

  • 3.

    het uniformeren van de naamgeving

 

Artikel 1

Onder c. is rekening gehouden met de formele instelling van de subcommissie welstand en erfgoed. Onder f lid 2 is opgenomen dat ook archeologische terreinen en vondsten als gemeentelijk monument kunnen worden aangeduid. Daarmee bestaat ook de mogelijkheid dat voor in stand houden archeologische monumenten subsidie wordt verstrekt.

 

Artikel 3 Taak subcommissie welstand en erfgoed

De instelling van een subcommissie welstand en erfgoed heeft primair tot doel de procedures met betrekking tot monumentenaanvragen voor rijksmonumenten te verkorten Dat wordt bereikt door frequenter te adviseren dan de erfgoedcommissie. Hiermee worden procedure gemiddeld met 4 tot 12 weken verkort. De Monumentenwet 1988 bepaalt dat burgemeester en wethouders voor dergelijke zaken het advies van een deskundige commissie vragen.

Daarnaast leggen we alle aanvragen met betrekking tot monumentenaanvragen voor gemeentelijke monumenten, nieuwbouw bij monumenten of wijzigingen aan karakteristieke bebouwing ook voor aan de subcommissie welstand en erfgoed. Die adviezen vragen wij op basis van onze eigen erfgoedverordening.

Door te werken met deze subcommissie welstand en erfgoed ontstaat een uniforme en efficiënte benadering en advisering van het gehele historische gebouwde erfgoed.

 

Artikel 4 Reikwijdte advies

Ook hier is het begrip archeologie toegevoegd om de uitbreiding van de gemeentelijke taak tengevolge van de nieuwe wetgeving te benoemen.

 

Artikel 5 Samenstelling

Lid 1

In dit artikel stond aanvankelijk dat de commissie maximaal elf leden telt. Dat moet, gelet op het aantal afgevaardigden van historische verenigingen, dertien zijn. Die correctie is in dit artikel verwerkt.

Lid 2

De subcommissie welstand en erfgoed bestaat uit één afgevaardigde uit de commissie namens alle historische verenigingen, een bouw- en/of architectuurhistoricus en een lid op voordracht van de welstandscommissie; i.c. een monumentenadviseur van het Gelders Genootschap. In verband met de integrale benadering zit ook de rayonarchitect van de welstandscommissie erbij. Uit hun midden wijzen zij een voorzitter aan. Het secretariaat wordt ambtelijk vervuld (artikel 10 lid 2).

 

Artikel 7 Werkwijze subcommissie welstand en erfgoed

De bepalingen met betrekking tot de erfgoedcommissie zijn zoveel als mogelijk ook van toepassing op de subcommissie welstand en erfgoed (artikel 7 lid 4 ). Toch zijn enkele zaken hier apart genoemd. Zoals het beleggen van een vergadering binnen 2 weken. Dit wijkt af van de commissie omdat die vergaderingen in verband met de omvang van de commissie binnen vier weken belegd moeten zijn. Ook de vergaderfrequentie is hoger dan die van de commissie, namelijk eenmaal in de maand.

 

Artikel 10 Secretariaat

In het tweede lid is opgenomen dat de secretaris van de commissie ook optreedt als secretaris van de subcommissie welstand en erfgoed.

 

Artikel 15 Citeerartikel

In zoveel mogelijk gevallen, als het gaat om de benoeming van monumenten, archeologie, cultuurlandschap, cultuurhistorie en of oudheidkunde passen we waar mogelijk de terminologie ‘erfgoed’ of ‘cultureel erfgoed’ toe. Daarmee sluiten we aan bij het rijks- en provinciaal beleid en benadrukken wij de integrale benadering van de verschillende onderwerpen.