Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sanctiebeleid Alcohol en Horeca |
Citeertitel | Sanctiebeleid Alcohol en Horeca |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2014 | Onbekend | 15-07-2014 De Ahrenberger, 23-07-2014 | Onbekend |
Sinds 1 januari 2013 is de gemeente aan zet als het gaat om de uitvoering van de Drank- en Horecawet (DHW). De wet is gericht op alcoholmatiging (met name onder jongeren) en het effectief terugdringen van alcohol gerelateerde overlast en verstoring van de openbare orde. De wet kent enkele voor de gemeente belangrijke wijzigingen.
Het toezicht op naleving van vrijwel alle bepalingen van de Drank- en Horecawet is overgegaan van de Nederlandse Voesel- en Warenautoriteit (NVWA) naar de gemeente. Het toezicht op de Tabakswet is wel bij de NVWA gebleven. Het is van belang dat bij de niet-naleving van de Drank- en Horecawet of de Algemene plaatselijke verordening (Apv) sancties kunnen worden ingezet, om naleving af te dwingen.
Preventie- en Handhavingsplan 'Alcohol'
Op 27 mei 2014 is door de gemeenteraad het Preventie- en Handhavingsplan 'Alcohol' vastgesteld, met 1 juli 2014 als datum van inwerkingtreding. Als uitvloeisel van dit plan is dit beleid opgesteld. Betrokken alcoholverstrekkers hebben verzocht om duidelijkheid in dancties waar zij mogelijk mee te maken krijgen. Dit beleid is in samenwerking met hen ontwikkeld.
Het vastgestelde Preventie- en Handhavingsplan 'Alcohol' laat zien dat de gemeente Veldhoven vertrouwen heeft in de kracht van de Veldhovense samenleving en dat zij zaken loslaat en overlaat aan de betrokken partijen met verantwoordelijkheidsgevoel, in deze de alcoholverstrekkers. Dit sanctiebeleid komt dan ook bij veel overtredingen pas aan de orde op het moment dat het collectief er samen met de overtreder niet uitkomt (als het escalatieniveau bereikt is) en bij overtredingen die als toezichts- en handhavingstaak bij de gemeente of politie liggen.
Sanctietabel 'Alcohol en Horeca'
In de 'Sanctietabel Alcohol en Horeca' is vastgelegd op welke wijze wordt gehandhaafd bij overtredingen onder andere betreffende de DHW en de Apv. Dit beleid bevat onderdelen van de Brabantse Handhavingsstrategie en het Brabants "Alcohol- en Horecasanctiebeleid'. Per overtreding is aangegeven welke stappen worden ondernomen en welke sancties worden ingezet als de stap tot het opleggen van een sanctie is bereikt. Bij de sancties is aangegeven wie in eerste instantie de overtreder aanspreekt (het collectief, de gemeente of politie), waarbij rekening is gehouden met het high trust, high penalty-principe. Op deze manier is er duidelijkheid over de sancties bij zowel de alcoholverstrekkers als de toezichthoudende en handhavende instanties. De sanctietabel is als bijlage bij dit beleid gevoegd.
In dit hoofdstuk zijn algemene zaken met betrekking tot het opleggen van sancties uiteengezet.
Met 'alcoholverstrekker' wordt in ieder geval bedoeld: horecaondernemers, verenigingen (o.a. sportverenigingen) en stichtingen met een horeca-exploitatie
(o.a. dorpshuizen), supermarkten, slijterijen en alcoholverstrekkers bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (bijvoorbeeld bij evenementen en schoolfeesten).
Onder ‘overtreder’ wordt de natuurlijk persoon en rechtspersoon die de overtreding (mede)pleegt verstaan volgens artikel 5:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht, met name in de artikelen 5:21 en 5:32.
In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d.
1.3.U itgangspunten handhavend optreden
Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gesteld dat er in beginsel altijd tegen overtredingen wordt opgetreden. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling dit toelaten.
Daarnaast worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
In geval van herhaling van de overtreding binnen een bepaalde tijd wordt strenger opgetreden. Dit kan gelegen zijn in het volgen van minder stappen, maar ook in het opleggen van een andere/zwaardere sanctie. Bij de recidivetermijn is aansluiting gezocht bij de eerder genoemde Brabantse Handhavingsstrategie.
Algemeen geldt dat indien een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker dezelfde overtreding binnen twee jaar na de laatste constatering begaat dit als recidive wordt beschouwd, ook als er toen geen sanctiebeschikking is opgelegd.
Voor zover de periode van twee jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker of alcoholgebruiker, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn (geweest), ligt het voor de hand in geval van recidive te kiezen voor een ander (effectief) sanctiemiddel.
Als een overtreding vaker heeft plaatsgevonden, maar de overtreder vanwege juridische constructies verschillend is, is in formele zin geen sprake van recidive. Als kan worden aangetoond dat de overtreder dezelfde natuurlijke persoon betreft dan dient de overtreding te worden aangemerkt als recidive. In de sanctiebeschikking dient dit expliciet te worden verantwoord.
Bij cumulatie van overtredingen in of in de nabijheid van een horeca-inrichting met een zodanige negatieve invloed op de omgeving dat de openbare orde en/of fysieke leefomgeving wordt aangetast, kan direct tot een bestuurlijke maatregel worden overgegaan en worden de afzonderlijke stappen per overtreding niet doorlopen. In dit geval sluit de burgemeester de horeca-inrichting op grond van artikel 2:16 Apv. Afhankelijk van de aard, omvang en ernst van de gepleegde feiten wordt de duur van de sluiting op maximaal 12 maanden gesteld. Tevens wordt beoordeeld of de Drank- en Horecavergunning en horeca-exploitatievergunning wordt ingetrokken.
Bij uitvoering van het handhavingsstappenplan wordt de Brabantse Handhavingsstrategie gevolgd (categorie 0, 1 en 2). Deze luidt, kort samengevat en aangevuld op basis van de lokale situatie (de aanwezigheid van gemeentelijke boa’s), als volgt:
In de sanctietabel is aangegeven wie in eerste instantie de controle uitvoert; het collectief, de politie of de gemeente. Bij overtredingen waarbij de controle in eerste instantie door het collectief wordt uitgevoerd, en waarbij uiteindelijk handhaving door de gemeente plaats dient te vinden (meer uitleg hierover is te vinden in het Preventie- en Handhavingsplan ‘Alcohol’), wordt stap 1 uit het handhavingsstappenplan overgeslagen en wordt meteen doorgepakt naar de tweede stap. Op deze manier wordt het high trust, high penalty-principe gevolgd. Dit is een afwijking op de Brabantse Handhavingsstrategie.
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de mogelijke sancties en de sanctietabel ‘Alcohol en Horeca’ van de gemeente Veldhoven.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) en andere wetten (waaronder de Drank- en Horecawet) geven aan welke sancties het bevoegde gezag kan inzetten tegen het voorkomen of voortduren van overtredingen. Deze zijn in ieder geval:
Opleggen van een last onder bestuursdwang, waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en afd. 5.3 van de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder;
Daarnaast kan op basis van een aantal artikelen in de Drank- en Horecawet (alleen) strafrechtelijk worden opgetreden door middel van het opmaken van een proces-verbaal.
Let op: niet alle genoemde sancties mogen gelijktijdig worden toegepast. Hiervoor dient naar de wettelijke mogelijke samenloop van sancties gekeken te worden (o.a. Algemene wet bestuursrecht en Drank- en Horecawet). Het toepassen van maatregelen ter handhaving van de openbare orde valt onder de Gemeentewet.
De gemeente Veldhoven past vanaf 1 januari 2015 de bestuurlijke boete toe. In het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet staat de hoogte van de boetes. Er dient, op grond van dit besluit rekening gehouden te worden met verhoging van de genoemde bestuurlijke boetebedragen in verband met recidive. In de sanctietabel is aangegeven wanneer de bestuurlijke boete het eerste sanctiemiddel is wat ingezet wordt bij een bepaalde overtreding. Voor de volledigheid zijn de artikelen met daarbij de bestuurlijke boete-bedragen (zoals deze gelden op het moment van vaststelling van het sanctiebeleid) opgenomen als bijlage bij dit sanctiebeleid.
Jongeren van 12 tot 18 jaar, die zijn staande gehouden/aangehouden voor bijvoorbeeld artikel 45 van de Drank- en Horecawet hebben de keuze: naar de Officier van Justitie of naar Halt.
In een Halt-afdoening kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie.
Een afschrift van het HALT-voorstel wordt verstuurd naar de gemeente, afdeling MSO. In het kader van “Veldhoven Veilig” wordt, bij constatering van een overtreding van artikel 45 van de Drank- en Horecawet door de gemeente een brief naar de ouders/verzorgers van de overtreder gestuurd.
Een aantal sancties in de sanctietabel behoeft nader uitleg. Deze is hieronder opgenomen.
Wel/geen zicht op legalisatie (art. 3 DHW)
Bij zicht op legalisatie is een vergunning wel aangevraagd (of wordt binnen 14 dagen aangevraagd), maar nog niet verleend. In dat geval wordt een last onder dwangsom opgelegd tot het staken van de uitoefening van het horeca- of slijtersbedrijf. De last kan niet inhouden het gelasten tot aanvragen van een vergunning.
De ondernemer wordt enkel de kans geboden om een vergunning aan te vragen en/of de aanvraagprocedure af te wachten (legalisatie) (gedurende deze procedure is het bedrijf dus open) onder voorwaarde dat:
Indien aan deze voorwaarden is voldaan is er sprake van (concreet) zicht op legalisatie.
Bij de last wordt - voor zover al niet in het bezit van de ondernemer c.q. al aangevraagd - tevens een set aanvraagformulieren meegezonden. De indieningstermijn van de aanvraag en/of zienswijzen bedraagt 14 dagen.
In deze gevallen is geen vergunning aangevraagd of zal de vergunning niet verleend kunnen worden en ligt een last onder bestuursdwang meer in de rede. Deze kan inhouden het verwijderen van alcoholhoudende drank uit het bedrijf.
Wordt hieraan geen gehoor gegeven dan doet de burgemeester dat, waarbij de kosten van verwijdering en opslag op het bedrijf worden verhaald. Daarnaast kunnen de (bier)tappunten door de gemeente worden verzegeld. Gelijktijdig wordt een bestuurlijke boete opgelegd.
Het sluiten van het bedrijf is te rigoureus bij alleen het ontbreken van een Drank- en Horecavergunning. Bij sluiting zou helemaal geen exploitatie meer mogelijk zijn, terwijl een bedrijf zonder drankvergunning wel niet-alcoholhoudende drank en eten kan verstrekken (exploitatievergunning).
Indien blijkt dat er geen zicht is op legalisatie nadat aan de last gericht op legalisatie geen gehoor is gegeven (geen ontvankelijke aanvraag binnen gestelde termijn ingediend), wordt geacht het collectief voorafgaand aan de last al zijn inzet te hebben gepleegd en wordt direct doorgegaan met de 2e stap van de categorie.