Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2002 |
Citeertitel | Verordening Havengelden 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 07-03-2012 | Nieuw | 09-12-2008 | Havengelden |
Hoofdstuk 1Inleidende bepalingen
a Binnenschip: een schip dat uitsluitend is bestemd of wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;
b Haven: de haven van Wijk bij Duurstede (gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Wijk bij Duurstede, sectie A nr. 651;
c Havenmeester: de ambtenaar, aan wie het toezicht op de kade en de haven is opgedragen of zijn plaatsvervanger
d Kade: de rijkskrib nr. 927.640 gelegen aan de rechteroever van de Neder-Rijn en de op deze krib aansluitende rijksstrekdam (kadastraal bekend gemeente Wijk bij Duurstede, sectie A nr_ 652 gedeeltelijk), alsmede het gemeenteterrein ten noorden en ten westen van de "haven" (kadastraal bekend gemeente Wijk bij Duurstede, sectie A nr. 651) en ander voor zover deze terreinen bestemd zijn voor de openbare dienst;
e Laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het lege schip
f Meetbrief; liet document als bedoeld in artikel 782, derde lid. van liet Wetboek van Koophandel
juncto liet besluit van 24 oktober 19S3, stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);
g Passagiersschip: een binnenschip, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers;
h Pleziervaartuig: een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie;
i Laden en lossen: het in- en (of) ontschepen van reizigers en van goederen, niet uitzondering van winkelwaren, bestemd voor gebruik door de schipper en diens gezin en brandstoffen, dienende tot voortbeweging van liet vaartuig: 4 Vaartuig / schip: 1° elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei, al dan niet niet het drijvend lichaam een geheel uitmakende; 2° elk ander drijvend lichaam zoals een werkvlot, ponton en houtvlot:
k Schipper: hij die aan boord van enig vaartuig het gezag voert of feitelijk met de uitvoering daarvan belast is;
1 Week, maand, kwartaal, jaar: een kalenderweek, kalendermaand, kalenderkwartaal, kalenderjaar.
Hoofdstuk II Haven- en kadegeld
Onder de naam haven- en kadegeld wordt een recht geheven terzake van liet gebruik met een vaartuig overeenkomstig de bestemming van de haven en / of terzake van het genot door of vanwege de gemeente
Belastingplichtig is degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht. Daaronder te verstaan de schipper, de reder. de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Het haven- en kadegeld wordt geheven naar:
a het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;
b de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters; c de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters: d de lading, uitgedrukt in tonnen.
1 Het haven- en kadegeld bedraagt, indien liet per keer wordt geheven: a) voor pleziervaartuigen, voor iedere m2= in te nemen plaatsruimte: | ||
b) voor passagiersschepen, sleepboten, baggermachines, drijvende werktuigen, woonschepen, vlotten en dergelijke , voor iedere m2 in te nemen plaatsruimte € 0,05
c) voor alle overige vaartuigen, per m3 € 0,05
2 In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel bedraagt het haven- en kadegeld voor vrachtvaartuigen, welke Wijk bij Duurstede als tussenplaats aandoen uitsluitend niet de bedoeling goederen te lossen en / ofte laden en die binnen 24 uur na aankomst vertrekken, per 1000 kg. geloste
en ; of geladen goederen, volgens het manifest van de schipper € 0.20
met dien verstande, dat liet tarief per in-` waterverplaatsing, vernield onder lid 1, sub. c, van dit artikel als maximum geldt.
3 Voor vaartuigen, uitgezonderd pleziervaartuigen, die langer dan zeven dagen zonder onderbreking van de haven en / of kade gebruik maken, wordt opnieuw haven- en kadegeld geheven voor elk volgend tijdvak van zeven dagen.
4 Het haven- en kadegeld bedraagt, indien het bij abonnement wordt geheven voor een kalenderjaar voor:
a) vaartuigen bedoeld onder lid 1, sub. a en b van dit artikel, uitgezonderd woonschepen, voor iedere m2 in te nemen plaatsruimte € 1,09:
b) alle overige vaartuigen, bedoeld onder lid 1. sub. c van dit artikel. per m3 € 0.95
De verschuldigde rechten worden verhoogd niet het wettelijk vastgestelde percentage BTW (hoog tarief).
Tariefberekening en -toepassing
Voor de toepassing van de tarieven en bij de berekeningen van het verschuldigde bedrag:
a wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen van oppervlakte of van lengte voor een eenheid gerekend:
b wordt een gedeelte van een tijdvak voor een eenheid gerekend;
c geldt als laadvermogen in tonnen de bij het schip behorende meetbrief:
d wordt de oppervlakte van een schip gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste
breedte, zoals deze blijkt uit het bij het schip behorende meetbrief;
e wordt de lengte van liet schip gesteld op de lengte over alles, zoals deze blijkt uit de bij liet schip
f wordt het laadvermogen, oppervlakte of de lengte ambtshalve bepaald als geen meetbrief wordt overlegd en wordt het aantal tonnen lading of het aantal passagiers ambtshalve bepaald als deze onvoldoende worden aangetoond;
g is de berekening per keer of per tijdvak ter keuze van de belastingplichtige;
h is voor vaartuigen, welke in de haven ligplaats nemen voor het doen verrichten van belangrijke herstellingen of veranderingen bij een alhier gevestigde scheepswerf of reparatie-inrichting en geen goederen laden en / of lossen, geen haven- en kadegeld verschuldigd over een aaneengesloten tijdvak van ten hoogste negentig dagen, te rekenen van de dag af, waarop de vaartuigen ligplaats hebben genomen, mits de havenmeester, zowel van het tijdstip van aanvang als van dat van het einde van de herstellingen of veranderingen, schriftelijk in kennis is gesteld. Herstellingen of veranderingen worden als belangrijk aangemerkt, indien vitale delen van het vaartuig tijdelijk hun normale functie niet kunnen verrichten en het vaartuig als gevolg daarvan zolang niet als bedrijfs- of vaarklaar, dan wel als los- of laadgereed kan worden beschouwd.
Geen haven- en kadegeld wordt gelieven voor het gebruik van de haven ten behoeve van: a rijksvaartuigen, uitsluitend bestemd voor de openbare dienst:
d vaartuigen, waarvan de schippers ten genoegen van de havenmeester aantonen, dat zij wegens ernstige familieomstandigheden of om redenen van overmacht van de kade en / of haven gebruik moeten maken en mits niet wordt geladen en / of gelost;
e vaartuigen. welke aanleggen tot het doen van inkomen van levensmiddelen mits niet langer duurt dan drie uur en gedurende die tijd wordt `geladen en gelost:
f vaartuigen, uitgezonderd pleziervaartuigen en passagiersschepen.~ welke des zaterdags na 12.00 uur aankomen en des maandags voor 10 uur vertrekken zonder te hebben geladen en / of gelost;
g vaartuigen, die door ijsgang hun reis niet kunnen vervolgen, mits niet wordt geladen en gelost; De ijsgang wordt gerekend aan te vangen met de dag, waarop van rijkswege de boeien worden weggenomen en op te houden niet de dag, waarop deze boeien worden herplaats.
h als vrachtzoekende ingeschreven vaartuigen, die aan de kade buiten de haven ligplaats hebben ingenomen, mits niet wordt geladen en / of gelost en indien zij geen dienst doen als overslagvaartuigen:
bij vaartuigen behorende roeiboten;
woonschepen, gedurende de eerste veertien dagen al dan niet achtereenvolgende dagen per kalenderjaar.
Onder de naam opslaggeld wordt een recht gelieven wegens het gebruik maken van de kade ten behoeve van het daarop plaatsen van voorwerpen. v
Belastingplichtige is de vergunninghouder.
1 Het opslaggeld bedraagt per m2:
2 Voor het hebben van een los- of laadtrechter op de kade worden de tarieven van het eerste lid verhoogd met € 18,60 per maand of een gedeelte daarvan en € 200,12 per jaar of gedeelte daarvan.
Geen opslaggeld wordt geheven voor het gebruik van de kade ten behoeve van: a het plaatsen van voorwerpen toebehorende aan de gemeente;
b voorwerpen, die binnen 24 uur worden afgevoerd;
c voorwerpen, geplaatst op de betonnen aanlegsteiger in de haven;
De rechten worden geheven bij vege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelstuk, nota of andere schriftuur.
De rechten zijn verschuldigd zodra het in de artikelen 3 en 9 bedoelde gebruik en/of genot begint.
De rechten bedoelt in de artikelen 3 en 9 moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 14:
a mondeling wordt gedaan, op liet moment van het doen van de kennisgeving:
b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van haven- kade- en opslaggeld.
Inwerkingtreding en citeerartikel
1 De "Verordening havengelden 2001" van 7 november 2000 wordt ingetrokken niet ingang van de in
het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening havengelden 2002"
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2001