a.Openbare inrichting: | onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden. |
b.Horecabedrijf: | de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. |
c.Hotel: | een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies ( per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten; |
d.Café: | een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor consumptie ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren al dan niet ter plaatse bereid; |
e.Restaurant: | een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken; |
f.Cafetaria/snackbar/broodjeszaak: | een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwakalcoholhoudende- en/of alcoholvrije dranken; |
g.Discotheek/dancing: | een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije danken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen; |
f.paracommerciële inrichting: | een inrichting waarin een paracommerciële rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert. |
h.Paracommerciële rechtspersoon: | een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Hieronder vallen in ieder geval horeca in wijkverenigingen, buurthuizen, sporthallen/-kantines en musea. |
i.Jongerencentrum: | een inrichting met een sociaal-cultureel doel specifiek ten behoeve van jongeren, waarin naast sociaal-culturele activiteiten ook een horecabedrijf wordt uitgeoefend (hieronder valt een poppodium). |
j.Buurthuis: | een inrichting met een sociaal-cultureel doel gericht op buurten en wijken, waarin naast sociaal-culturele activiteiten ook een horecabedrijf wordt uitgeoefend |
k.Toestemming verlenen: | de bevoegdheid van de burgemeester bij vergunningsvoorschrift een afwijkend sluitingstijdstip vast te stellen; |
l.Horecanota: | de Horecanota ‘Veenendaal Bruist’. |
m.Uitgaansgebied: | een door de burgemeester aangewezen gebied van twee of meer aaneengesloten straten met daarin gevestigd een concentratie van horeca-inrichtingen. Dit gebied is aangewezen in de Horecanota. |
n.Zondag: | iedere zondag en daarnaast de feestdagen die op grond van de Zondagswet met de Zondag worden gelijkgesteld zijnde 1e Kerstdag en Hemelvaartsdag. |
o.Instaptijd: | Tijdstip waarna geen bezoekers meer mogen worden toegelaten. Bezoekers die het pand na de instaptijd verlaten mogen niet meer opnieuw worden toegelaten in een horecabedrijf. Het in het horecabedrijf geldende deurbeleid wordt hierop aangepast. Bedrijven treffen zelf zodanige voorzieningen dat het pand niet verlaten wordt om te roken of naar de pinautomaat te gaan. |