Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalten

Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWinkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014
CiteertitelWinkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Winkeltijdenwet, art. 3
  2. Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-201403-06-2015Nieuwe regeling

08-07-2014

Aalten Vooruit/De Band d.d. 16 juli 2014

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014

De raad van de gemeente Aalten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 juni 2014;

gelet op het bepaalde in art. 3 van de Winkeltijdenwet, alsmede art. 147 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag;

  • b.

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • c.

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. Algemene vrijstelling voor zon- en feestdagen gedurende een maximum aantal dagen

  • 1.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf zondagen of feestdagen per kalenderjaar, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag.

  • 2.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet, gelden niet op ten hoogste vierentwintig zondagen of feestdagen per kalenderjaar, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, voor de volgende branches of categorieën:

    • a.

      woninginrichting;

    • b.

      tuincentra;

    • c.

      supermarkten.

  • 3.

    De spreiding van het maximaal aantal koopzondagen over het jaar, zoals benoemd in het eerste en tweede lid, wordt aan de ondernemer zelf overgelaten, met dien verstande dat uiterlijk drie dagen voorafgaand aan de zondag of feestdag waarop men de winkel voor het publiek wil openstellen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen op basis van zwaarwegende gronden, in het belang van de openbare orde en de veiligheid, de openstelling van winkels verbieden.

Artikel 3a. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels, waar de bedrijfsactiviteit bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 3b. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 3c. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 3d. Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 3e. Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 3f. Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellinguren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellinguren van die sportcomplexen.

Artikel 3g. Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 3h. Toerisme

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, om reden van op de gemeente gericht toerisme, niet ten aanzien van de winkels in de bebouwde kom van Bredevoort, met dien verstande dat de vrijstelling geldt van 13.00 tot 18.00 uur.

  • 2.

    De vrijstelling, zoals bedoeld in het eerste lid, geldt uitsluitend voor de volgende winkels: boekenwinkels, souvenirwinkels, ateliers, antiquariaten, musea, galerieën, ambachtelijke dienstverlening en bedrijvigheid, alsmede winkels met een naar aard en uitstraling hiermee vergelijkbare functies.

Artikel 3i. Grensovergangen

  • 1.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet voor winkels die bij het in werking treden van deze verordening zijn gevestigd binnen een afstand van 250 meter vanaf de grensovergang Heurne/Hemden.

  • 2.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet, gelden, met uitzondering van Eerste Kerstdag, Eerste Paasdag en Eerste Pinksterdag, niet voor winkels die bij het in werking treden van deze verordening zijn gevestigd binnen een afstand van 350 meter vanaf de grensovergang Dinxperlo.

  • 3.

    Het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel is alleen van toepassing op winkelbedrijven die zich specifiek toeleggen op de handel in koffie, thee, tabaksartikelen, consumptie-ijs en souvenirs.

Artikel 4. Individuele ontheffingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden.

  • 2.

    Een ontheffing kan enkel worden verleend voor ‘gelegenheden van bijzondere tijdelijke aard’, zoals vestigingsjubilea en een heropening na een omgevingsvergunningplichtige verbouwing, waarbij de zaak tijdelijk voor het publiek gesloten was.

  • 3.

    Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4.

    De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een ontheffing wordt minimaal 8 weken voorafgaand aan de zondag of feestdag waarop men de winkel voor het publiek wil openstellen bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 6. Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 7. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 8. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2011 vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 2010 wordt hierbij ingetrokken.

  • 2.

    Een krachtens de Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2011 verleende ontheffing geldt als ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3.

    Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2011, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten d.d. 8 juli 2014.

De voorzitter, G. Berghoef

De griffier, M.A.J.B. Fiering

Toelichting  

 

Algemeen deel

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging zal naar verwachting op 1 juli 2013 in werking treden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk komen te vervallen.

 

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Winkeltijdenwet, de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:

 

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

  • a.

    op zondag;

  • b.

    op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

  • c.

    op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

 

Artikel 3

  • 1.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

 

 

Artikelsgewijze toelichting verordening

 

Artikel 1

In dit artikel zijn een aantal begrippen die in de verordening worden gebruikt nader uitgelegd.

 

Artikel 2

Door de wijziging van de Winkeltijdenwet is de bevoegdheid van gemeenten zo ruim geworden dat in principe zowel complete handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Voor de gemeente Aalten is gekozen voor een algemene vrijstelling voor zon- en feestdagen op ten hoogste twaalf zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet, gelden tevens niet op ten hoogste vierentwintig zondagen of feestdagen per kalenderjaar voor de branches ‘woninginrichting’, ‘tuincentra’ en de ‘supermarkten’. In het belang van de zondagsrust is eerste Kerstdag, eerste Paasdag en eerste Pinksterdag, van de vrijstelling uitgezonderd. Vanuit de christelijke traditie zijn dit de belangrijkste feestdagen van het jaar.

 

De spreiding van de koopzondagen over het jaar wordt aan de ondernemer zelf overgelaten, met dien verstande dat uiterlijk drie dagen voorafgaand aan de zondag of feestdag dat men de winkel voor het publiek wil openstellen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

Burgemeester en wethouders stellen een webformulier beschikbaar, waarop de melding kenbaar kan worden gemaakt. De door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders zijn belast met het toezicht op naleving van deze verordening. Het overtreden van de Winkeltijdenwet en dus ook van de verordening, is een economisch delict.

 

Burgemeester en wethouders kunnen op basis van zwaarwegende gronden, in het belang van de openbare orde en de veiligheid, de openstelling van winkels verbieden, bijvoorbeeld wanneer de openstelling van een winkel samenvalt met een grootschalig evenement en de combinatie ervan tot problemen in de sfeer van openbare orde en veiligheid kan leiden.

 

Artikel 3

Doordat de gewijzigde Winkeltijdenwet in werking is getreden heeft dit onder andere gevolgen gehad voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Deze algemene maatregel van bestuur had als grondslag de artikelen 5, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (oud). Na het inwerkingtreding van de wetswijziging is dit het breder getrokken artikel 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw).

 

Hoewel artikel 8 dus breder getrokken is heeft de wetswijziging tot gevolg dat de artikelen 3, derde en vierde lid, 4, derde en vierde lid, en 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege zijn komen te vervallen.

 

Deze vervallen vrijstellingen kunnen gemeenten vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) in de verordening overnemen en vaststellen. Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijsverkopers, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen.

 

Omdat de algemene vrijstelling in de gemeente Aalten is beperkt tot een bepaald aantal zon- en feestdagen is er voor gekozen om alle vervallen vrijstellingen één op één over te nemen in de Winkeltijdenverordening. Dit betekent dat de detailhandel die in de artikelen 3a tot en met 3g genoemd wordt, los van de zon- en feestdagenregelling (koopzondag), zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening, op zon- en feestdagen de winkel voor het publiek mag openstellen.

Voor de in artikel 3 opgenomen soorten winkels geldt ook dat deze eerste Kerstdag, eerste Paasdag en op eerste Pinksterdag gesloten dienen te blijven.

 

Artikel 3h Toerisme

Aangezien een deel van de historische kern van Bredevoort in het verleden als zodanig is aangewezen, wordt de vrijstelling als volgt toegelicht: In verband met de toeristische aantrekkingskracht van Bredevoort is de bebouwde kom van Bredevoort aangewezen in het kader van dit artikel. Daarbij is aan aangewezen branches vrijstelling verleend van de geldende sluitingstijden. De aantrekkingskracht van Bredevoort is gelegen in de historische stadskern, waarin zich, als oude vestingsstad, nog veel karakteristieke woningen, gebouwen en andere historische elementen bevinden, alsmede door de aanwezigheid van veel kunstateliers en -galeriën en antiquarische boekenwinkels. Hierdoor onderscheidt de kern van Bredevoort zich van de rest van de gemeente, waardoor de toeristische aantrekkingskracht gerechtvaardigd is. De branches in het kader van deze regeling zijn voor Bredevoort als zodanig aangewezen in de Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014.

 

Aan de aanwijzing van Bredevoort als toeristisch aantrekkelijk gebied is een uitgebreide brede maatschappelijke discussie voorafgegaan in 1995/1996. Het gemeentebestuur heeft gesprekken gevoerd met alle geledingen van de bevolking in Bredevoort en met alle gevestigde instellingen en verenigingen. Voor de burgers heeft een openbare hearing plaatsgevonden en er is huis-aan-huis een enquête gehouden onder de bevolking. In dit onderzoek naar de draagkracht van de aanwijzing van Bredevoort als toeristisch aantrekkelijk gebied zijn alle belangen gewogen die aan de orde zijn bij zo’n besluit, zoals de economische bedrijvigheid, de zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en openbare orde in Bredevoort. Na afweging van al deze lokale belangen is over gegaan tot aanwijzing van Bredevoort als toeristisch aantrekkelijk gebied in de zin van de wet. Daarbij is afgesproken dat de winkels voor het publiek van 13.00 uur tot 18.00 uur geopend zijn. Het besluit is genomen om de aantrekkingskracht van Bredevoort voor toeristen verder te ondersteunen.

 

Artikel 3i Grensovergangen

Dit artikel kent zijn oorsprong in artikel 3, derde lid, aanhef en onder b, van de voormalige Winkeltijdenwet, die luidde: “De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag, ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van grensoverschrijdend verkeer, mits de vrijstelling of ontheffing slechts betrekking heeft op handelingen die plaatsvinden in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen”. Aangezien in de gemeente Aalten, als grensgemeente, zich dergelijke situaties voordoen, zijn in deze verordening de betreffende locaties wederom aangegeven.

 

Artikel 4

Op basis van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen aan winkels om open te gaan op zon- en feestdagen. Het gaat hierbij om winkels die niet op grond van artikel 2 tot en met artikel 3i van de Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2014 open mogen. Burgemeester en wethouders kunnen alleen voor ‘gelegenheden van bijzondere tijdelijke aard’ een ontheffing van de Winkeltijdenwet verlenen. Hierbij dient gedacht te worden aan aantoonbare vestigingsjubilea van 1 jaar, 5 jaar of een veelvoud daarvan en 12.5 jaar. Hetzelfde geldt voor heropening na een omgevingsvergunningplichtige verbouwing, waarbij de zaak tijdelijk voor het publiek gesloten was.

Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag om ontheffing weigeren wanneer de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

 

Delegatie van de bevoegdheid ontheffing te verlenen.

De Winkeltijdenwet bevat na de wijziging in het geheel geen uitdrukkelijke grondslag meer voor delegatie van deze bevoegdheid. Dit is echter niet doorslaggevend: de Gemeentewet biedt met artikel 156 een algemene delegatiegrondslag, die hier kan worden gebruikt zonder dat de strekking van de wet zich daar tegen verzet. Artikel 156 maakt het mogelijk dat de gemeenteraad hem toegekende bevoegdheden onder voorwaarden delegeert aan andere gemeentelijke organen, zoals burgemeester en wethouders. Het artikel heeft een algemene strekking, in die zin dat ze niet alleen ziet op autonome bevoegdheden maar ook op medebewindsbevoegdheden.

 

Artikel 5

Naast de termijn welke geldt voor het indienen van een aanvraag om een ontheffing is in dit artikel bepaald binnen welke termijn burgemeester en wethouders moeten beschikken op die aanvraag. Verder is bepaald dat het besluit eenmalig met 8 weken kan worden verdaagd. Het betreft hier een termijn van orde. Na het verstrijken van de termijn kan de aanvrager zich op het standpunt stellen dat de beschikking niet tijdig is gegeven en dat er sprake is van een fictieve weigering.

 

Artikel 6

In dit artikel staan de gronden op basis waarvan de ontheffing kan worden gewijzigd of ingetrokken.

 

Artikel 7

Op grond van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders personen aanwijzen die belast worden met het toezicht op de naleving van de Winkeltijdenverordening.

 

Artikel 8

In dit artikel staat dat de ‘Winkeltijdenverordening gemeente Aalten 2011’ wordt ingetrokken.

Verder is het overgangsrecht in dit artikel beschreven.

 

Artikel 9

In dit artikel is bepaald wanneer de verordening in werking treedt. Daarnaast is bepaald hoe de verordening moet worden geciteerd.