Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel stimuleren werkbemiddeling 2014 |
Citeertitel | Beleidsregel stimuleren werkbemiddeling 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Van rechtswege vervallen ivm komst participatiewet | 17-12-2013 Almeloos weekblad 23-12-2013 | Onbekend |
Collegebesluit van 17 december 2013, houdende vaststelling van de Beleidsregel stimuleren werkbemiddeling 2014.
Artikel 1 Definities en begrippen
Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Artikel 2 Doelgroep stimuleren werkbemiddeling
Deze beleidsregel voorziet in het vergroten van kans op betaald werk van personen die woonachtig zijn in de gemeente Almelo en de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Deze belanghebbende is:
Artikel 3 Doel en mogelijkheden van de stimuleringsmaatregel
Deze stimuleringsmaatregel is bedoeld als een re-integratievoorziening ten behoeve van de doelgroep. De maatregel voorziet in:
Artikel 4 Vaststellen vergoeding tussenpersoon
De tussenpersoon die een werkzoekende uit de doelgroep als bedoeld in artikel 2 naar betaald werk bemiddelt, kan hiervoor een vergoeding worden toegekend. Deeltijdarbeid is mogelijk. De hoogte van de vergoeding voor de aanvrager bedraagt € 2,00 voor ieder in dit kader door de werknemer gewerkt en aan hem uitbetaald uur, over ten hoogste 24 maanden van de arbeidsovereenkomst, tot een maximum van totaal € 2.500,00 per werknemer. Stapeling van een vergoeding op basis van dit artikel met een vergoeding op basis van artikel 5 en/of artikel 6, is niet mogelijk.
Artikel 5 Vaststellen aanvulling loonwaarde
De werkgever die met een persoon als bedoeld in artikel 2 lid a uit de doelgroep een arbeidsovereenkomst aangaat, kan een vergoeding worden verleend ter compensatie van de ontbrekende loonwaarde. Maatstaf voor berekening van de vergoeding is het minimumloon op 1 januari van het jaar waarin de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, verhoogd met een toeslag voor vakantie-uitkering van 8% en met daar bovenop een toeslag voor werkgeverslasten van 20%. Het gevonden bedrag wordt afgerond op een eenheid van € 10,00.
De loonwaarde van de werknemer wordt bepaald door de gemeente via een objectieve methodiek. Maatstaf voor de waardering vormen de verwachte prestaties in de nieuw aangeboden functie. Zowel aanvrager, werknemer als de bemiddelende organisatie kunnen een bijdrage leveren in de meting van de loonwaarde.
De aanvrager kan tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst waarop deze regeling wordt toegepast, een verzoek indienen bij het college tot herbeoordeling van de loonwaarde. Indien de uitkomsten hiervan naar oordeel van het college daartoe aanleiding geven, kan worden afgeweken van de vergoedingsbedragen en/of termijnen gebaseerd op de voorgaande leden 5 en 6.
Op basis van de vaststelling loonwaarde als bedoeld in lid 4 van dit artikel, wordt de werknemer die daarvoor in aanmerking komt en afkomstig is uit de doelgroep als bedoeld in de artikel 2 onder b en onder c, gerangschikt in een hierna omschreven categorie-indeling. De rangschikking is gekoppeld aan een vergoeding voor ontbrekende loonwaarde met als berekeningsgrondslag het minimumloon.
10.Bij een meerjarige periode van vergoeding van ontbrekende loonwaarde op grond van het vorige lid, vindt minimaal één keer per jaar herijking plaats van de loonwaarde. Waar mogelijk maakt deze herijking onderdeel uit van het wettelijke begeleidingstraject Wsw/begeleid werken.
Artikel 6 Duurzaamheid van betaald werk
Ter stimulering van duurzame uitplaatsingen kan de werkgever die een duurzame arbeidsrelatie creëert met een kandidaat uit de doelgroep, een incentive of een scholingsvoucher aanvragen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden.
Een scholingsvoucher ter waarde van € 700,00 wordt toegekend aan de werkgever die een dienstverband aangaat met een kandidaat uit de doelgroep als bedoeld in artikel 2 voor een periode van 6 maanden of meer. De voucher wordt uitgereikt bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst en kan door de werkgever uitsluitend worden ingezet voor scholings- en/of opleidingstrajecten van de werknemer waarvoor de voucher is afgegeven. De vergoeding is gelijk aan de gemaakte scholingskosten met een maximum van € 700,00.
Een incentive van € 1.500,00 per werknemer als bedoeld in artikel 5, lid 5, wordt verstrekt aan de werkgever die met deze werknemer een arbeidsverhouding is aangegaan voor een aaneengesloten periode van meer dan 18 maanden. Voorwaarde daarbij is dat de werknemer waarvoor de incentive wordt aangevraagd, gedurende bedoelde aaneengesloten periode geen aanspraak heeft op een uitkering voor levensonderhoud van overheidswege.
Artikel 7 Verplichtingen van de aanvrager
1.De aanvrager doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van
alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op de vergoeding krachtens deze stimuleringsmaatregel.
Artikel 8 Betaling aan de aanvrager
Ten aanzien van de vastgestelde vergoeding geldt het volgende betalingsritme:
Op het besluit van het college zijn de bepalingen van afdeling 4, artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
De beleidsregel stimuleren werkbemiddeling 2014 is meer dan zomaar een re-integratie-instrument. Met deze maatregel willen we maatwerk bieden om mensen structureel aan werk te helpen. Dit maatwerk ontstaat door bij de personeelsbemiddeling rekening te houden met de verdiencapaciteit van de werknemer en de werkgever te compenseren voor de ontbrekende loonwaarde. Hiermee krijgt de werkgever waar voor zijn geld. Beoogd effect is om mensen die niet in staat zijn het wettelijk loon te verdienen met behulp van een tijdelijke of structurele loonkostensubsidie de kans te bieden een normale baan. De regeling beoogt bovendien duurzaam werk te bevorderen. Verder voorziet het in een vergoeding voor de tussenpersoon die mensen uit de doelgroep aan betaald werk helpt.
Bijkomend doel is met deze voorziening de schadelast voor de gemeente als verantwoordelijke voor de uitkering (WWB) en de sociale werkvoorziening (Wsw) te beperken.
Artikel 1 Definities en begrippen
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2 Doelgroep stimuleren werkbemiddeling
Het compenseren van ontbrekende loonwaarde is primair een re-integratievoorziening en vindt haar grondslag in de verordening Wet werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening. Dit instrument is voor de personen uit de doelgroep met betrekking tot het vinden van een betaalde baan evident.
Artikel 3 Doel en mogelijkheden van de stimuleringsmaatregel
Om voor een compensatie in aanmerking te komen, geldt naast een aantal objectieve criteria, het feit dat de kandidaat door het college wordt geselecteerd. In de praktijk zal dit door medewerkers van of namens de sector Samenleving gebeuren.
Artikel 4 Vaststellen vergoeding tussenpersoon
Dit artikel regelt de vergoeding aan de instelling die de werkzoekende in kwestie aan betaald werk helpt. Doorgaans betreft het hier tijdelijke uitzendingen. Voor de uren gewerkt in het eerste half jaar van een arbeidsovereenkomst verstrekt de gemeente een vergoeding. De hoogte hiervan ligt op het niveau van het markttarief voor dergelijke diensten. Een stapeling van een vergoeding o.b.v. dit artikel en een vergoeding voor ontbrekende loonwaarde (art. 5) en/of een compensatie voor duurzaamheid (art. 6) is niet mogelijk.
Artikel 5 Vaststellen aanvulling loonwaarde
Tijdens de proefplaatsing van maximaal 3 maanden wordt de loonwaarde bepaald van de aspirant werknemer in de nieuwe functie. Dit geschiedt met een beproefde methode door hiervoor gecertificeerd personeel. Bij de werkwijze kunnen zowel werkgever, de kandidaat-werknemer als de bemiddelende instantie inbreng hebben in de vaststelling van de verdiencapaciteit.
Met betrekking tot de doelgroep Wwb (art. 2 onder a) is in onderstaand overzicht de hoogte van de vergoeding weergegeven, afhankelijk van mate van loonwaardevermindering en duur van de arbeidsovereenkomst. In lid 5 wordt bij de vergoedingspercentages rekening gehouden met het groeiperspectief van de WWB-er. Achterliggende gedachte is tweeledig: deze werknemer is niet blijvend arbeidsgehandicapt en wordt daarom in staat geacht snel in de functie te groeien met een stijgende loonwaarde tot gevolg. Daarnaast willen dat de maximale vergoeding ruim beneden het uitkeringsniveau WWB blijft.
In dit schema is uitgegaan van een minimumloon, verhoogd met een vakantietoeslag van 8% en over het totaal een compensatie voor werkgeverslasten van 20%. Dit laatste percentage dekt niet in alle gevallen de volledige werkgeverslasten.
Tabel doelgroep WWB, IOAW en IOAZ
Vergoedingsbedragen peiljaar 2014
Lid 8 van dit artikel biedt de mogelijkheid tot herbeoordeling van de loonwaarde en af te wijken van bovenstaand schema. Een herbeoordeling wordt op verzoek van de aanvrager kosteloos uitgevoerd door of namens het college. Is aanvrager het niet eens met de uitkomsten van de herbeoordeling, dan kan deze verzoeken om een second opinion. Wordt de aanvrager niet in het gelijk gesteld, dan komen de kosten verbonden aan de second opinion voor rekening van de aanvrager. In het andere geval zijn de kosten van uitvoering voor de gemeente.
Lid 9 handelt over de werkzoekende met een sw-indicatie die als gevolg van zijn arbeidshandicap, naar verwachting, een structureel lagere loonwaarde heeft. De grondslag voor de compensatie is gelijk aan de berekenwijze compensatie doelgroep WWB.
Tabel doelgroep sw-geïndiceerd
Vergoedingsbedragen peiljaar 2014
Artikel 6 Duurzaamheid van betaald werk
Dit artikel is opgenomen ter verduurzamen van arbeidsrelaties. De scholingsvoucher is bedoeld om enerzijds werknemer beter en gericht op te leiden voor zijn nieuwe baan. Bovendien wordt beoogd dat hiermee de tussen werkgever en werknemer wordt versterkt.
De incentive is voor de werkgever die meerdere werknemers tegelijk in dienst heeft genomen. Voor een arbeidsrelatie langer dan 1,5 jaar de werkgever een eenmalige incentive aanvragen.
Artikel 7 Verplichtingen van de aanvrager
De werkgever is de aanvrager van de vergoeding. Het is van belang dat de werkgever, als ontvanger van de compensatie, de aanvraag met bewijsstukken onderbouwt en de gemeente informeert over alles dat van invloed kan zijn op de vergoeding. Daarnaast moet er sprake zijn van een normale arbeidsverhouding.
Artikel 8 Betaling aan de aanvrager
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 9 Beëindiging en terugvordering van de vergoeding
Er bestaat geen recht meer op een vergoeding zodra het dienstverband is beëindigd. Lid 2 is opgenomen om te voorkomen dat de gemeente met een herleving van het recht op vergoeding wordt geconfronteerd. Dit kan bijvoorbeeld als een dienstverband eindigt met een arbeidsconflict en de rechter, vaak in een - veel - later stadium beslist dat het dienstverband op een later tijdstip beëindigd wordt. Een dergelijke verlenging van het dienstverband achteraf komt voor rekening en risico van de werkgever.
Ten onrechte betaalde vergoedingen worden teruggevorderd. De regels van de subsidieverordening en het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing.
Op het besluit van het college zijn de bepalingen van afdeling 4, artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule