Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit tijdelijk subsidiekader continuering jeugdzorg 2015 wordt verstaan
onder:
- a.
ASV: Algemene Subsidieverordening van de gemeente Zaltbommel;
- b.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- c.
basissubsidie: subsidie voor continuïteit van zorg en het behoud van
de infrastructuur voor zittende en nieuwe cliënten;
- d.
jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders
bij alle denkbare opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische
problemen en stoornissen, waarbij gelden de wettelijke
uitgangspunten met betrekking tot de doelgroepen en leeftijd, zoals
aangegeven in de Jeugdwet;
- e.
Jeugdwet: Jeugdwet, zoals gepubliceerd op 1 maart 2014, Staatsblad
nr. 105, 2014,
- f.
- g.
subsidieontvanger: rechtspersoon waaraan op basis van deze regeling
subsidie is verleend.
- h.
transformatiesubsidie: subsidie voor transformatie van het bestaande
zorgaanbod.
Artikel 2 Doel van de subsidie
- 1.
Het doel van dit tijdelijk subsidiekader continuering jeugdzorg is het
in het jaar 2015 continueren van de beschikbaarheid van de in het tweede
lid genoemde vormen van basis jeugdzorg die voorheen werden gefinancierd
uit provinciale middelen en het realiseren van transformatie van de
huidige vormen van jeugdzorg in lijn met de regionale visie “De
Samenredzame Samenleving’.
- 2.
Subsidie kan worden verleend voor transformatie en de volgende vormen
van jeugdzorg waarvan de beschikbaarheid in 2015 wordt gecontinueerd
door de subsidieaanvrager:
- a.
- b.
verblijf deeltijd residentieel;
- c.
verblijf pleegzorg, inclusief taken als werving;
- d.
Artikel 3 Doelgroep
Subsidie kan worden aangevraagd door jeugdzorgaanbieders die in 2014 een
provinciale jeugdzorgsubsidie van de provincie Gelderland of een andere
provincie hebben ontvangen voor cliënten die volgens het woonplaatsbeginsel
bedoeld in de Jeugdwet in één van de volgende gemeenten woonachtig zijn op
de peildatum:
Artikel 4 Subsidieplafond en subsidiehoogte
- 1.
Voor Entréa
- a.
het subsidieplafond voor Entréa voor de periode 1 januari tot en
met 31 december 2015 bedraagt € 487.133,--;
- b.
de maximale subsidiehoogte voor Entréa is gelijk aan het
bijbehorende subsidieplafond genoemd in het eerste lid onder a.
- 2.
Voor de doelgroep bedoeld in artikel 3, uitgezonderd Entréa:
- a.
het subsidieplafond voor de doelgroep bedoeld in artikel 3 voor
de periode 1 januari tot en met 31 december 2015 bedraagt: €
51.033,--
- b.
de maximale subsidiehoogte voor de doelgroep bedoeld in artikel
3 is gelijk aan 80 procent van het bedrag dat overeenkomt met de
gemiddelde jaarlijkse jeugdzorgkosten over de periode 1 januari
2012 tot en met 31 december 2013, van de subsidieaanvrager met
betrekking tot de vormen van jeugdzorg genoemd in artikel 2,
tweede lid, voor cliënten die volgens het woonplaatsbeginsel
bedoeld in de Jeugdwet in één van de gemeenten, genoemd in
artikel 3, woonachtig zijn op de peildatum, waarbij de subsidie
als volgt wordt verdeeld:
- 1 °
maximaal 85% van het subsidieplafond kan worden verleend
aan basissubsidie, en;
- 2 °
maximaal 15% van het subsidieplafond kan worden verleend
aan transformatiesubsidie.
- 3.
Het subsidieplafond bedoeld in het tweede lid wordt verdeeld op volgorde
van binnenkomst van de subsidieaanvragen. Indien een subsidieaanvraag
nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge
rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de
subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst. Dreigt het
subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt
rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige
subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
- 4.
Het subsidiebedrag wordt als lumpsum bedrag beschikbaar gesteld aan de
subsidieontvanger.
- 5.
Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die
nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de
voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Artikel 5 Subsidieaanvraag basissubsidie en transformatiesubsidie
- 1.
De subsidieaanvrager dient een subsidieaanvraag in met behulp van een
daartoe vastgesteld aanvraagformulier vanaf het moment van bekendmaking
van deze regeling tot en met 8 september 2014.
- 2.
De subsidieaanvraag bevat het volledig ingevulde aanvraagformulier en de
daarin voorgeschreven bijlagen die tevens digitaal worden
meegestuurd.
- 3.
Bij de subsidieaanvraag wordt tevens meegestuurd een financieel
overzicht dat aantoont wat de gemiddelde jaarlijkse jeugdkosten als
bedoeld in artikel 4, tweede lid onder b, zijn alsook inzicht biedt in
de onderliggende berekeningswijze en een toelichting hoe het
woonplaatsbeginsel bedoeld in de Jeugdwet is toegepast.
- 4.
Bij de subsidieaanvraag wordt tevens een jaarplan ingediend met de wijze
waarop de subsidieaanvrager:
- a.
voldoende en tijdige jeugdzorg biedt, uitgaande van de
zorgvormen geboden in 2014 en binnen het gestelde
subsidieplafond bedoeld in artikel 4 voor bestaande en nieuwe
cliënten in 2015;
- b.
invulling geeft aan de prestatie indicatoren:
- 1 °
cliënttevredenheid (met daarbij ook
cliëntervaringen)
- 2 °
afname of stabilisatie van de problematiek
- 3 °
- 4 °
- 5 °
- 6 °
uitblijven nieuw beroep op jeugdzorg
- c.
invulling geeft aan de transformatie van zorg op de volgende
acht hoofdthema’s uit de nota beleidsprestaties:
- 1 °
focus op de eigen kracht en het sociale netwerk van de
cliënt;
- 2 °
van zware zorg naar lichte zorg;
- 3 °
samenwerken en verbinden;
- 4 °
van individueel naar collectief / van maatwerk naar
algemene voorziening;
- 5 °
keuzevrijheid en cliënttevredenheid;
- 6 °
toegankelijkheid van dienstverlening;
- 7 °
- 8 °
betaalbaar, duurzaam en effectief.
- d.
een productieformat op basis van de bekostigingseenheden van
Kaiser;
- e.
de laatst opgestelde balans en resultatenberekening met
toelichting en voorzien van een accountantsverklaring, niet
ouder dan het verslagjaar 2012;
- f.
knelpunten en risico’s in de bedrijfsvoering bij het bieden van
continuïteit van zorg in 2015 en de wijze waarop deze worden
gedempt;
- g.
het bankrekeningnummer waarop de subsidie moet worden
overgemaakt.
Artikel 6 Subsidieverlening
Het college beslist uiterlijk op 15 december 2014 over de
subsidieaanvraag.
Artikel 7 Weigeringsgronden
Onverminderd de weigeringsgronden in de Awb en de ASV van de gemeente kan de
transformatiesubsidie worden geweigerd indien de subsidieaanvrager geen
beschrijving geeft van haar inzet op transformatie op alle acht hoofdthema’s
uit de nota beleidsprestaties van regio Rivierenland.
Artikel 8 Beoordelingsprocedure
Een ambtelijke beoordelingscommissie van regio Rivierenland adviseert het
college van Burgemeester en Wethouders bij de beoordeling van
subsidieaanvragen.
Artikel 9 Beoordelingscriteria
- 1.
Basissubsidie wordt uitsluitend verstrekt als de aanvrager de garantie
biedt dat gemiddeld minimaal 95% van de instroom over de jaren 2012,
2013 en eerste helft 2014 kan worden gerealiseerd in 2015.
- 2.
Transformatiesubsidie wordt uitsluitend verstrekt als de aanvrager
aantoonbaar inzet verricht om de beleidsprestaties onderliggend aan de 8
hoofdthema’s uit de nota beleidsprestaties te realiseren.
- 3.
De subsidieaanvrager biedt de garantie dat de wachtlijst per cliënt over
het hele jaar 2015 nooit langer is dan zeven weken.
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger is transparant over de jeugdhulp en informeert
maandelijks het college van burgemeester en wethouders over:
- a.
de instroom, doorstroom en uitstroom per zorgvorm;
- b.
de lengte van de afgesloten trajecten;
- c.
de doelrealisatie per afgesloten traject;
- d.
de duur van de wachtlijst.
- 2.
Minimaal 2 keer per jaar vindt overleg plaats met een vertegenwoordiging
van de gemeente waarbij de voortgang van de transformatie en de
efficiëntie en effectiviteit van de geboden zorg onderwerp van gesprek
zijn.
- 3.
De subsidieontvanger levert op 1 januari en 1 juni op cliëntniveau
informatie aan de Routeervoorziening Beleidsinformatie Jeugd (RBJ) en is
hiervoor aangesloten op deze landelijke voorziening.
- 4.
De subsidieontvanger verleent medewerking om informatie te leveren aan
het nog te ontwikkelen provinciale monitor.
- 5.
Onverminderd de verplichtingen uit de ASV voldoet de subsidieontvanger
in geheel 2015 aan de volgende wettelijke eisen zoals vastgelegd in de:
- a.
- b.
Kwaliteitswet Zorginstellingen
- c.
Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen
- d.
Wet BIG (Wet Individuele Beroepen Gezondheidszorg)
- e.
WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst)
- f.
WBP (Wet Bescherming persoonsgegevens)
- g.
WMCZ (Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector)
- h.
WBOPZ (Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen)
- i.
- j.
- 6.
De subsidieontvanger:
- a.
dient ingeschreven te zijn in het handelsregister;
- b.
is toegelaten op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen
gedurende het jaar 2015;
- c.
dient te beschikken over een bewijs van goed gedrag van alle
medewerkers en een aantoonbare Good Governance Code
zorginstellingen;
- d.
heeft hoofdbehandelaren in dienst die BIG geregistreerd zijn en
voldoen aan de eisen van de beroepsverenigingen;
- e.
beschikt over een geldig en extern getoetst
geldigheidscertificaat.
- 7.
De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat te
allen tijde voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde
rechten en verplichtingen alsmede betalingen en ontvangsten kunnen
worden nagegaan.
- 8.
De subsidieontvanger verleent aan het college van Burgemeester en
Wethouders dan wel aan de door het college aangewezen ambtenaren of
deskundigen inzage in de administratie, indien dit naar het oordeel van
het college nodig is voor de beoordeling van de besteding van de
verstrekte subsidie.
- 9.
De subsidieontvanger dient onverwijld schriftelijk mee te delen dat de
activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet tijdig of niet geheel
zullen worden verricht of dat niet tijdig of niet geheel aan de subsidie
verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
- 10.
De subsidieontvanger dient op de door het college van Burgemeester en
Wethouders in de beschikking aangegeven wijze aan te tonen dat de
activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is
voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 11 Subsidievaststelling
- 1.
De subsidieontvanger dient binnen 13 weken na afloop van de
subsidieperiode een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.
- 2.
De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een financieel
verslag en een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 4:80 van de
Awb.
- 3.
Onverminderd artikel 4:80 van de Awb bevat het activiteitenverslag een
verantwoording van:
- a.
de prestatie indicatoren, genoemd in artikel 5, vierde lid onder
b;
- b.
de realisatie van de prestatie indicatoren op de 8 hoofdthema’s
uit de nota beleidsprestaties;
- c.
de garantiestellingen, genoemd in artikel 9;
- 4.
Onverminderd artikel 4:75, tweede lid, van de Awb bevat de aanvraag tot
vaststelling een jaarrekening.
- 5.
De subsidie kan lager worden vastgesteld met een maximum van 15% van het
budget bedoeld in artikel 4 als de subsidieontvanger niet heeft voldaan
aan de garantiestellingen, genoemd in artikel 9.
Artikel 12 Vermogensvorming en tekorten
- 1.
De egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb die de
subsidieontvanger vormt bedraagt niet meer dan 10% van het vastgestelde
boekjaarsubsidiebedrag over hetzelfde subsidiejaar. Indien deze
egalisatiereserve negatief komt te staan, wordt het meerdere bij de
vaststelling voor het betreffende boekjaar afgetrokken.
- 2.
De egalisatiereserve komt niet eerder negatief te staan dan voordat het
overige beschikbare eigen vermogen is aangewend. Indien de
egalisatiereserve negatief komt te staan, wordt in de toelichting op de
balans gemotiveerd weergegeven hoe deze weer positief wordt gemaakt.
Artikel 13 Betaling en bevoorschotting
- 1.
Bevoorschotting vindt plaats op aanvraag.
- 2.
Aan de subsidieontvanger kan maandelijks vooraf een voorschot verstrekt
worden.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt inwerking met ingang 1 augustus 2014 en vervalt met
ingang van 1 januari 2016.
Artikel 15 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijk subsidiekader continuering
jeugdzorg Zaltbommel 2015