Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Toetsingskader garanties, borgstellingen en verstrekking van geldleningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingToetsingskader garanties, borgstellingen en verstrekking van geldleningen
CiteertitelToetsingskader garanties, borgstellingen en verstrekking van geldleningen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-03-201408-02-2019nieuwe regeling

06-03-2014

Elektronisch gemeenteblad, 13 maart 2014

R14.016

Tekst van de regeling

Intitulé

Toetsingskader garanties, borgstellingen en verstrekking van geldleningen

 

 

Inleiding

Aanleiding

Het huidige Toetsingskader garantieverstrekkingen, borgstellingen en verstrekking van geldleningen van de gemeente Velsen is vastgesteld in 2002. In het vervolg wordt dit kader aangeduid met toetsings-kader.

Sindsdien is het duale stelsel ingevoerd en geven maatschappelijke en juridische ontwikkelingen aanleiding om het toetsingskader (opnieuw) vast te stellen.

Er wordt met dit kader recht gedaan aan de bevoegdheid van het college om privaatrechtelijke handelingen aan te gaan. Binnen dit gestelde kader kan het college opereren.

De kern van de nota omvat toetsingscriteria waarop garanties, borgstellingen en geldleningen worden verstrekt. Hiermee heeft deze nota een aan het college kaderstellend karakter inzake dit beleidsveld, hetgeen de vorige nota vanwege het monisme nog niet omvatte.

Doelstelling toetsingkader

De gemeente hanteert het verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen als instrument om rechtspersonen in de gemeente te ondersteunen hun doelstellingen te verwezenlijken. Het doel waarvoor deze instrumenten worden gebruikt moeten passen binnen het gemeentelijke beleid uit hoofde van de publieke taak van de gemeente.

Deze nota is opgesteld om een toetsingskader vast te stellen, dat als afwegingskader kan fungeren.

Met dit kader wordt beoogd:

  • - het nastreven van transparantie en eenduidigheid van het beleid, inzake garantstellingen;

  • - het creëren van rechtszekerheid voor instellingen die een gemeentelijk, publiek belang dienen;

  • - het borgen van (reguliere) verstrekking van borgstellingen, garantie- en leningverstrekkingen.

Leeswijzer

De nota bevat twee delen. Begonnen wordt met de kern van de nota waarin het kader in 9 punten uiteen wordt gezet. In het tweede deel zijn, als aanvullende informatie ter kennisname, de door het college vast te stellen, beleidsregels opgenomen evenals diverse (wettelijke) achtergrondinformatie.

1 Kader

  • 1.

    Rechtspersonen kunnen een aanvragen doen tot het verstrekken van een geldlening, garantiestelling of borgstelling, die passen in de doelstelling van de gemeentelijke publieke taak.

  • 2.

    De gemeente Velsen is terughoudend met het verstrekken van geldleningen, garantieverstrekkingen en borgstellingen. Indien de keuze voorligt tussen het verstrekken van een geldlening of enige vorm van borgstelling, dan heeft een borgstelling de voorkeur.

  • 3.

    Door de aanvrager wordt eerst getracht een lening op de markt te verkrijgen. Pas nadat aangetoond kan worden dat dit onmogelijk is gebleken zonder garantiestelling van de gemeente, wordt gewezen op de aanwezige mogelijkheden via de gemeente. In de volgende voorkeur van wenselijkheid:

    • a) een borgstelling bij een van de waarborgfondsen;

    • b) een borgstelling bij een waarborgfonds aangevuld met een borgstelling van de gemeente;

    • c) een volledige garantiestelling;

    • d) in laatste instantie een geldlening.

  • 4.

    Indien een geldlening, borgstelling of garantstelling een bedrag hoger dan € 500.000 betreft zal de raad eerst om een zienswijze worden gevraagd. Aanvragen van eenzelfde aanvrager die binnen een periode van een jaar worden ingediend zullen als één aanvraag worden behandeld. Voor borgstellingen in het kader van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geldt dat er geen zienswijze wordt gevraagd.

  • 5.

    Inzake de borgstellingen aan het waarborgfonds voor de Woningbouw gaat het college een over-eenkomst aan met het waarborgfonds waarin ondermeer vast ligt dat corporaties rechtstreeks een borgstelling bij dit fonds kunnen aanvragen tot een limiet per jaar. Het college besluit jaarlijks over deze limiet per corporatie.

  • 6.

    De activiteit die de aanvraag met zich meebrengt vindt zoveel mogelijk plaats zonder tussenkomst van de gemeente.

  • 7.

    Het financiële risico dient voor de gemeente zo gering mogelijk te zijn. Daartoe kan zij ondermeer voorwaarden stellen.

  • 8.

    Er kunnen zekerheden worden gevraagd, waaronder het recht van hypotheek op een onroerend goed.

  • 9.

    Het totaal van garanties, borgstellingen en leningen, wordt in de jaarrekening (en begroting) gerapporteerd aan de raad. Hierbij wordt de stand van zaken in beeld gebracht. Indien nodig wordt ook tussentijds gerapporteerd.

  • 10.

    Deze nota wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam Toetsingskader gemeente Velsen.

Bijlage 1: Beleidsregels

Specifieke uitgangspunten per aanvraag

  • 11.

    Het verzoek om een borgstelling of geldlening wordt alleen in behandeling genomen na het indienen van een schriftelijke aanvraag met de daarbij behorende documenten. Aanbevolen wordt om, voordat een definitieve aanvraag wordt ingediend, een voorlopige aanvraag te doen met als bijlage relevante financiële informatie.

  • Bij

    het aanvraagformulier bij de definitieve aanvraag worden de volgende stukken overlegd:

    • a) Een afwijzing van een waarborgfonds of bank waaruit blijkt dat een borgstelling of geldlening niet bij deze organisaties te verkrijgen zijn;

    • b) Een document waaruit het doel, de hoogte en de looptijd van de lening blijken;

    • c) Een kopie uittreksel van de Kamer van Koophandel;

    • d) De jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren van de aanvrager (inclusief eventuele accountantsverklaring);

    • e) Een exploitatiebegroting en liquiditeitenbegroting in meerjarig perspectief waarin rente en aflossing zijn verwerkt;

    • f) Kopie van het verslag van een bestuursvergadering waarin wordt ingestemd met de investering en de daarbij horende financiering;

    • g) Risico’s die worden verwacht;

    • h) Niet uit de balans blijkende verplichtingen.

  • 12.

    De aanvraag wordt beoordeeld op twee typen criteria: inhoudelijke en financiële criteria:

    Inhoudelijk:

    • - wordt het publiek belang gediend?

    • - wat is het advies geweest van deze borgverstrekker?

    • - past de investering waarvoor de lening wordt aangegaan binnen het bestaande beleid van de gemeente?

    • - is de aanvraag volledig?

    • - is de urgentie voldoende aangetoond?

    • - zijn er wettelijk gezien belemmeringen? (Er zal altijd een staatsteun toets plaatsvinden)

  • Financiële

    criteria

    • - is er al een borgverstrekker op het gebied waarvoor de lening wordt aangevraagd?

    • - liquiditeit; kan de instelling op korte termijn voldoen aan de aflossingsverplichting van de lening?

    • - solvabiliteit; kan de instelling op langere termijn voldoen aan de aflossingsverplichting van de lening?

    • - meerjarenramingen; leiden de meerjarenramingen tot een risico voor de aflossingsverplichting bij de instelling?

    • - organisatorische aspecten; zijn er ontwikkelingen op organisatorisch vlak die kunnen leiden tot het niet kunnen voldoen aan de verplichtingen?

    • - is er voor het komende tijdvak een sluitende begroting?

    • - de overeenkomst van geldlening moet voldoen aan de bepalingen van de wet FIDO.

  • 13.

    De beschikking tot borgstelling of geldlening kent de volgende verplichtingen:

    • - jaarlijks, binnen zes maanden na het eind van ieder boekjaar, wordt een jaarverslag ingediend;

    • - jaarlijks wordt een begroting ingediend, voor 1 juli in het voorafgaand jaar;

    • - in het jaarverslag en begroting dient aandacht besteed te worden aan financiële risico’s, die de rechtspersoon kent en/of verwacht;

    • - bij financiële tegenvallers (> 10% van het balanstotaal) worden B&W onverwijld geïnformeerd;

    • - het college is bevoegd gedurende de gehele looptijd van de (achter)borgstelling of lening, informatie op te vragen bij de instelling;

    • - het college is eveneens bevoegd de partij aan wie een borgstelling of geldlening is verstrekt aanwijzingen te geven omtrent inhoudelijke en financiële zaken; de geldnemer verbindt zich daartoe passende maatregelende te treffen;

    • - de opbrengsten van de lening mogen slechts gebruikt worden voor het doel waarvoor deze is aangegaan;

    • - wanneer de gemeente wordt aangesproken als borg voor de betaling van rente en aflossing van een geldlening, blijft deze betaling als schuld op de geldnemer rusten, vermeerderd met de op het moment van aanspraak geldende rente.

Bijlage 2: Achtergrondinformatie

Hierna volgt wat achtergrondinformatie bij dit toetsingskader:

  • A. een begrippenlijst

  • B. wettelijk en juridisch kader

  • C. overzicht van landelijke waarborgfondsen

A. Begrippenlijst

  • Borgstelling:

  • Het zich voor de schuld van een ander verplichten tot betaling, indien deze zijn betalingsverplichtingen niet nakomt.

  • Exploitatiebegroting:

  • Een begroting van de aanvrager van de kosten en opbrengsten van een bedrijfsactiviteit.

  • Garantstelling:

  • Schriftelijke verklaring van een derde, aan de verstrekker van een lening waarin wordt verklaard dat de partij die de lening aanvraagt aan zijn verplichtingen zal voldoen. Raakt de lener in verzuim dan staat de derde garant voor het nakomen van de verplichtingen.

  • Liquiditeit:

  • De mate waarop aan lopende betalingsverplichtingen kan worden voldaan.

  • Liquiditeitsbegroting:

  • Berekening van verwachte ontvangsten en uitgaven die aangeeft of er iedere maand voldoende geld op de bank staat.

  • Privaatrecht:

  • Dit betreft het gedeelte van het wettelijke recht, dat de verhoudingen regelt tussen particulieren (burgers, bedrijven en organisaties). Het Publiekrecht regelt de verhoudingen tussen de overheid en particulieren en soms tussen overheden onderling.

  • Solvabiliteit:

  • Geeft aan in hoeverre een rechtspersoon in staat is om de financiële verplichtingen (betalingen) aan verschaffers van vreemd vermogen (leningen) na te komen, met behulp van alle activa.

  • Toetsingskader:

  • Het geheel van ruimtegebonden beleidsuitspraken die een gewenste ontwikkeling beschrijven. Nieuwe ontwikkelingen worden aan dit kader getoetst (in dit geval nota/verordening).

  • Waarborgfonds:

  • Fonds dat is bestemd voor het toekennen van een bijkomende waarborg voor kredieten waarvan de borg onvoldoende wordt geacht, door de instelling die de lening verstrekt.

B. Wettelijk en juridisch kader

Bijlagen:

Een uitgebreide uitwerking van relevante wetsartikelen voor het verlenen van een borgstelling, lening of garantie, is opgenomen in de bijlage 1.

In deze bijlage zijn artikelen opgenomen uit de volgende wetgeving:

  • - Europese wetgeving betreffende Steunmaatregelen;

  • - Algemene wet bestuursrecht;

  • - Gemeentewet;

  • - Burgerlijk Wetboek;

  • - Wet Fido;

  • - Wet op de Ondernemingsraden.

Toelichting wettelijk/juridisch kader:

Europese Wetgeving:

Een van de belangrijkste nieuwe aspecten in de Europese richtlijnen is de mogelijke aanwezigheid van staatssteun bij het verlenen van een borgstelling, lening of garantie.

Het artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is hier voornamelijk van belang.

Tevens is er in 2004 vanuit het ministerie en de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, een Nationaal Referentiekader Steun aan betaald voetbal, verschenen waarin een checklist tot steun aan een betaalde voetbalorganisatie toegelicht is. Indien een betaald voetbalorganisatie een beroep zou doen op de gemeente Velsen is het van belang dit Referentiekader als leidraad te nemen.

Algemene wet bestuursrecht:

Het verlenen van overheidsgaranties is een vorm van subsidiëring. Dit geldt ook voor de renteloze of laagrentende gemeentelijke geldleningen. De Awb bepaalt, dat subsidies slechts verstrekt kunnen worden op grond van een wettelijk voorschrift, dat regelt voor welke activiteiten ‘subsidie’ kan worden verstrekt. Ook kan een ‘subsidieplafond’ worden vastgesteld. Dit is vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening Velsen 2013.

Gemeentewet:

De garantieverstrekking, dat wil zeggen, de overeenkomst met de geldgever, die ter uitvoering van de beschikking tot ‘subsidieverlening’ verlangd wordt is een privaatrechtelijke rechtshandeling.

Volgens de Gemeentewet is dit een bevoegdheid van het college.

Verder geeft de Gemeentewet aan dat, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening van deze bevoegdheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente, het college geen besluit neemt dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen (de zogenaamde ‘voorhangprocedure’).

Gemeente Velsen:

De in deze notitie voorgestelde en geformuleerde kaderstelling inzake borgstellingen en geldlening van de gemeente Velsen, wordt toegepast op grond van de algemene subsidieverordening. De regels zijn na inwerkingtreding van toepassing op alle aanvragen voor garanties borgstellingen of geldleningen.

Het college is belast met de uitvoering en stelt beleidsregels vast.

Borgstelling:

Het verlenen van een borgstelling is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Uit het betreffende artikel volgt dat borgtocht de overeenkomst is waarbij de ene partij (de borg) zich tegenover de ander partij (de schuldeiser) verbindt tot nakoming van een verbintenis die een derde (de hoofdschuldenaar) tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen. De hoofdschuldenaar is geen partij bij de overeenkomst van borgtocht.

Garantieverstrekking en leningen:

Het verstrekken van borgstellingen, garantiestellingen en leningen is een privaatrechtelijke rechtshandeling. In de Gemeentewet is vastgelegd dat deze privaatrechtelijke rechtshandelingen door het college van burgemeester en wethouders worden uitgevoerd.

Bij verstrekking van borgstellingen, garantieverstrekking en leningen moet gehandeld worden vanuit de volgende overwegingen:

  • - het betrachten van terughoudendheid. Rechtspersonen en private marktpartijen (zoals krediet- verstrekkers) behoren hun zaken te regelen vanuit eigen verantwoordelijkheid, zonder tussenkomst van de (lokale) overheden;

  • - te verstrekken geldleningen en garanties op geldleningen moeten worden getoetst aan de bepalingen van de financiële verordening en de Algemene Subsidieverordening;

  • - bij het verstrekken van geldleningen gaat de gemeente ‘bankieren’. Dit behoort niet tot de gemeentelijke kerntaken. Aanvragende partijen kunnen hiervoor in principe bij reguliere geldinstellingen terecht.

C. Landelijke Waarborgfondsen

Instellingen kunnen in de huidige situatie terecht bij de diverse waarborgfondsen.

De gemeente Velsen zal bij een verzoek om borg, achtervang of lening, een aanvragende partij verwijzen naar deze waarborgfondsen.

Hier volgt een korte opsomming van de bekendste waarborgfondsen die landelijk actief zijn.

Waarborgfonds Sociale Woningbouw - www.wsw.nl

Het WSW geeft garanties aan financiers, die woningcorporaties leningen verstrekken voor sociale woningbouwprojecten en leningen voor maatschappelijk vastgoed. Dankzij deze garanties kunnen corporaties geld lenen tegen gunstige voorwaarden. Het WSW beschikt op deze wijze over een solide zekerheidsstructuur. De garanties van het WSW staan dan ook zeer hoog aangeschreven. ’s Werelds belangrijkste kredietbeoordelaars Standard & Poor’s en Moody’s Investors Service hebben het WSW hun hoogste ratings, respectievelijk Triple-A en Aaa, toegekend. De gemeente Velsen participeert in de achtervang op het gebied van de WSW.

Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen – (WEW)

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen is de stichting die de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) afgeeft. Het bestuur van de WEW bestaat uit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Nederlandse Vereniging van Banken, het ministerie van Vrom en de Vereniging Eigen Huis. VNG en het Rijk hebben afgesproken om de achtervangfunctie van gemeenten bij nieuwe Nationale Hypotheek Garanties te beëindigen met ingang van 1 januari 2011.

In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen is de datum 1 januari 2011 definitief vastgesteld. Hierbij is afgesproken dat de NHG wordt gecontinueerd met een 100% achtervangfunctie van het Rijk. Bij alle - tot 1 januari 2011 - verstrekte NHG's blijft de gemeentelijke achtervangfunctie gelden.

Waarborgfonds voor de Zorg – www.wfz.nl

Het waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) is een onafhankelijk instituut, dat zorgstellingen de mogelijkheid biedt voordelige leningen af te sluiten. Het WFZ doet dit door de geldgevers de betaling van rente en aflossing te garanderen.

Waarborgfonds Kinderopvang – www.waarborgfondskinderopvang.nl

Het waarborgfonds kinderopvang ondersteunt organisaties die investeren in de opvang en de ontwikkeling van kinderen. Zij richten zich daarbij op goed ondernemerschap, verantwoord investeren en kwaliteit van huisvesting.

Het waarborgfonds verstrekt zekerheidsproducten en stelt kennis en expertise beschikbaar en faciliteert samenwerking tussen betrokken organisaties en sectoren. Verder wordt er onderzoek gedaan en wordt innovatie geïnitieerd en gestimuleerd.

Stichting Waarborgfonds HBO - www.waarborgfonds-hbo.nl

De Stichting Waarborgfonds HBO (het Waarborgfonds) heeft statutair ten doel zich borg te stellen ten gunste van geldgevers voor geldleningen die worden verkregen door de hogescholen voor zover het de bekostigde instellingen als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betreft. Het Waarborgfonds is opgericht in verband met de overdracht van het economisch claimrecht van het onroerend goed aan de HBO-instellingen, de zogenaamde OKF-operatie.

Stichting Waarborgfonds Sport – www.sws.nl

Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) onderzoekt de financiële haalbaarheid van sportaccommodaties met betrekking tot de bouw, aanleg, renovatie en/of aankoop hiervan.

Het SWS staat zelfs borg voor 50% van de financiering ten gunste van de aanvragende organisaties, indien positief wordt geadviseerd op de aanvraag.

Nationaal Restauratiefonds – www.restauratiefonds.nl

Het Nationaal Restauratiefonds adviseert en ondersteunt gemeenten, provincies en andere professionele partijen bij de financiële consequenties van erfgoedbeleid. Het fonds beheert subsidieadministraties en regionale restauratiefondsen.

Indien een verzoek om garantiestelling door een van de voorliggende waarborgfondsen wordt geweigerd, dan zal de gemeente Velsen in principe het oordeel van het waarborgfonds volgen.

In het kader van een zwaarwegend publiek belang kan door de raad een ander besluit genomen worden.

Bijlage 3: Relevante regelgeving

Europese wet: Steunmaatregelen van de Staten

Artikel 107 VWEU:

  • 1.Behoudens

    de afwijkingen waarin de Verdragen voorzien, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

  • 2.Met

    de interne markt zijn verenigbaar:

    • a. steunmaatregelen van sociale aard aan individuele verbruikers op voorwaarde dat deze toegepast worden zonder onderscheid naar de oorsprong van de producten;

    • b. steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen;

    • c. steunmaatregelen aan de economie van bepaalde streken van de Bondsrepubliek Duitsland die nadeel ondervinden van de deling van Duitsland, voor zover deze steunmaatregelen noodzakelijk zijn om de door deze deling berokkende economische nadelen te compenseren.

  • 3.Als

    verenigbaar met de interne markt kunnen worden beschouwd:

    • a. steunmaatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling van streken waarin de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst en van de in artikel 349 bedoelde regio’s, rekening houdend met hun structurele, economische en sociale situatie;

    • b. steunmaatregelen om de verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang te bevorderen of een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen;

    • c. steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad;

    • d. steunmaatregelen om de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen, wanneer door deze maatregelen de voorwaarden inzake het handelsverkeer en de mededingingsvoorwaarden in de Gemeenschap niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad;

    • e. andere soorten van steunmaatregelen aangewezen bij besluit van de Raad, genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie.

Algemene wet bestuursrecht:

Artikel 4.21:

Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

Het verlenen van overheidsgaranties en borgstellingen is een vorm van subsidiëring. Dit geldt ook voor de renteloze of laagrentende gemeentelijke geldleningen. De Awb bepaalt, dat subsidies slechts verstrekt kunnen worden op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Ook kan een subsidieplafond worden vastgesteld.

Gemeentewet:

Artikel 160: (geldend op 7 mei 2010)

  • 1.

    Het college is in ieder geval bevoegd:

    • a. het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is belast;

    • b. beslissingen van de raad voor te bereiden en uit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast;

    • c. regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente, met uitzondering van de organisatie van de griffie;

    • d. ambtenaren, niet zijnde de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren, te benoemen, te schorsen en te ontslaan;

    • e. tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten;

    • f. te besluiten namens de gemeente, het college of de raad rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

    • g. ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging;

    • h. jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

  • 2.

    Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • 3.Een

    besluit als bedoeld in het tweede lid behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

  • 4.Het

    college neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Artikel 169:

  • 1.

    Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.

  • 2.

    Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.

  • 3.

    Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 4.

    Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • 5.

    Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het ter zake genomen besluit.

De artikelen 160 en 169 van de gemeentewet zijn hier dus van belang.

Echter volgens het rapport van bevindingen van PWC is het aan het college om te beoordelen of een besluit ingrijpende gevolgen kan hebben voor een gemeente.

Gelet op de gemeentewet en de opmerkingen van het PWC rapport is het van belang dat de gemeenteraad de kaders vaststelt waarbinnen het college kan handelen.

Burgerlijk Wetboek

Boek 7.titel 14. Borgtocht; Afdeling 1. Algemene bepalingen;

Artikel 850:

  • 1.

    Borgtocht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen.

  • 2.

    Voor de geldigheid van een borgtocht is niet vereist dat de hoofdschuldenaar deze kent.

  • 3.

    Op borgtocht zijn de bepalingen omtrent hoofdelijke verbintenissen van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken.

Wet Fido

Bij het verlenen van een garantie moet ook rekening gehouden worden met de bepalingen van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en aan het hieruit voortvloeiende Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden.

Artikel 2:

  • 1.

    Openbare lichamen gaan leningen aan, zetten middelen uit of verlenen garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Openbare lichamen kunnen derivaten hanteren of, in afwijking van het eerste lid, middelen uitzetten anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen of derivaten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Ter zake van de uitvoering van dit lid worden bij ministeriële regeling nadere regels gesteld.

  • 3.

    Openbare lichamen kunnen geldleningen slechts aangaan en verstrekken, dan wel de nakoming van uit geldleningen voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de betaling van rente en aflossing slechts garanderen, indien de geldleningen voldoen aan de daarvoor bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels.

  • 4.

    Openbare lichamen sluiten ten gunste van personeel of politieke ambtsdragers van openbare lichamen geen contracten met betrekking tot hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking van hypothecaire leningen door andere financiële instellingen.

Wet op de ondernemingsraden

Adviesrecht:

Artikel 25:

1.j. De ondernemingsraad wordt door de ondernemer in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot: ‘Het verstrekken van een belangrijk krediet en het stellen van zekerheid voor belangrijke schulden van een andere ondernemer, tenzij dit geschiedt in de normale uitoefening van werkzaamheden in de onderneming’.