Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Werktijdenregeling 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWerktijdenregeling 2014
CiteertitelWerktijdenregeling 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2014Onbekend

22-04-2014

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Werktijdenregeling 2014

 

 

 

Het college,

Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

Gelet op artikel 4:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Oisterwijk (CAR/UWO) en de arbeidstijdenwet;

gelet op de instemming van de Ondernemingsraad d.d.7 april 2014;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

"Regeling werktijden gemeente Oisterwijk 2014"

Paragraaf 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Arbeidsduur De vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode, gedurende welke door de medewerker arbeid moet worden verricht

Bedrijfstijd De tijd waarbinnen medewerkers werkzaamheden kunnen verrichten.

Bereikbaarheidstijd De tijd gedurende welke de gemeentelijke dienst bereikbaar is voor in- en externe klanten

Feitelijke arbeidsduur Het aantal uren dat de medewerker in een bepaalde periode arbeid heeft verricht.

Formele arbeidsduur De volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal uren dat de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

Medewerker De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR/UWO, alsmede uitzend- en detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins werkzaam zijn bij de werkgever.

Werkgever Het college van de gemeente Oisterwijk.

Artikel 2 – Toepassing

  • 1.

    Deze werktijdenregeling is van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaardregeling en een bijzondere regeling.

  • 2.

    De standaardregeling geldt voor medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden.

  • 3.

    De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende tijden volgens rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het college bepaalt welke organisatieonderdelen en/of functies onder de bijzondere regeling vallen. Deze functies zijn opgenomen in Bijlage A van deze regeling.

Artikel 3 – Arbeidsduur

 

Artikel 3 – Arbeidsduur

  • 1.

    De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week en 1830,9 uur per jaar. De berekening is opgenomen in de toelichting.

  • 2.

    Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur per week het aantal uren als in de aanstelling is vermeld.

  • 3.

    De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen uit hoofdstuk 4 van de CAR/UWO.

Artikel 4 – Bedrijfskader

  • 1.

    De bedrijfstijd is op maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 22.00 uur.

  • 2.

    De tijden waarop de ambtelijke organisatie bereikbaar moet zijn voor externe en interne klanten is op maandag tot en met donderdag tussen 08.30 en 17.00 uur en op vrijdag van 8.30 tot 15.00 uur.

  • 3.

    Dienstverlening aan klanten geschiedt uitsluitend op afspraak.

  • 4.

    De werktijd bedraagt per dag maximaal 11 uren. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uren per week.

  • 5.

    De medewerker die minimaal 5,5, maar maximaal 8 uur per dag werkt, dient ten minste een half uur pauze te nemen. De pauzetijd kan ineens of in 2 delen worden opgenomen.

  • 6.

    Wanneer een medewerker meer dan 10 uur per dag werkt, heeft hij ten minste recht op 45 minuten pauze. De pauzetijd moet minimaal in 2 delen worden opgenomen.

Artikel 5 – Tijdregistratie

  • 1.

    De gewerkte tijd wordt door de medewerker verantwoord in het tijdschrijfsysteem. Bij tijdverantwoording dienen de uren volgens het afgesproken werkrooster (paragraaf 2, artikel 9, lid 2) als uitgangspunt.

  • 2.

    Bij ziekte en (bijzonder) verlof worden de uren verantwoord volgens het gekozen werkrooster.

Artikel 6 – Bezoek aan medische instanties

  • 1.

    Bezoeken aan huisarts, tandarts, fysiotherapeut, specialist, ziekenhuis e.d. dienen zo veel als mogelijk plaats te vinden buiten de werktijd.

  • 2.

    Indien het niet mogelijk blijkt om de in lid 1 bedoelde bezoeken buiten werktijd te laten plaats vinden, kan de leidinggevende na overleg toestemming verlenen om de bezoeken in werktijd te laten plaats vinden.

Artikel 7 – Dienstreizen en studiedagen

In geval van dienstreizen, studiedagen, bezoek aan vergaderingen en bijeenkomsten buiten het kantoor, welke een volledige werkdag in beslag nemen, worden de werkelijke uren inclusief reistijd als werktijd geregistreerd.

Paragraaf 2: De standaardregeling

Artikel 8 – Dagvenster

Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 22.00 uur.

Artikel 9 – Bezetting en werkafspraken

  • 1.

    De leidinggevende is verantwoordelijk voor de bezetting van de afdeling. Deze bezetting dient een optimale dienstverlening te garanderen aan de inwoners van de gemeente Oisterwijk, alsmede aan de interne klanten en een adequate bereikbaarheid binnen de grenzen van het bepaalde in artikel 4.

  • 2.

    Eenmaal per jaar, tijdens het PWP-gesprek, worden basisafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de medewerker over de werktijden, verlof en werkplanning binnen het dagvenster. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Bijstelling van deze afspraken kan in overleg plaats vinden. In ieder geval worden tweemaal per jaar de basisafspraken over werktijden, verlof en werkplanning geëvalueerd. Overleg hierover is een vast onderdeel van de (PWOP)gesprekkencyclus.

  • 4.

    Uitgangspunt bij het maken van de afspraken voor werktijden is een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, een goede procesgang van de werkzaamheden, bereikbaarheid voor in- en externe klanten en een optimale samenwerking op en tussen de afdelingen. Bij het maken van de afspraken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de belangen van de medewerker.

  • 5.

    Indien en voor zover de werkzaamheden dit toelaten kan de medewerker in overleg met de leidinggevende tijd- en plaatsonafhankelijk werken met toepassing van de vigerende afspraken omtrent telewerken.

Artikel 10 - Compensatieuren

  • 1.

    Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden (moet) verricht(en) buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de tijd op korte termijn te compenseren. Compensatie vindt plaats conform de volgende bepalingen.

  • 2.

    Aan het einde van de maand mag een positief saldo van maximaal 36 uur en een negatief saldo van maximaal 5 uur zijn opgebouwd. Voor deeltijders is dit naar rato.

  • 3.

    Het positieve urensaldo, dat het in lid 2 van dit artikel genoemd maximum te boven gaat, vervalt aan het einde van de maand.

  • 4.

    Het negatieve urensaldo, dat het in lid 2 van dit artikel genoemde maximum te boven gaat, geldt als onrechtmatig verzuim en wordt voor dit meerdere in mindering gebracht op het verloftegoed van de medewerker. Indien het verloftegoed niet toereikend is, worden de uren in mindering gebracht op het salaris.

  • 5.

    De compensatieuren kunnen niet opgespaard worden of worden omgezet in vakantieuren.

Artikel 11 – Buitendagvenstervergoeding

  • 1.

    Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR/UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

  • 2.

    De medewerker, die wordt bezoldigd in schaal 11 en hoger heeft geen aanspraak op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 12 – Bereikbaarheidsdiensten

  • 1.

    De medewerker die is aangewezen als deelnemer aan bereikbaarheidsdiensten kan recht hebben op de vergoeding zoals opgenomen in de "Regeling bereikbaarheidsdienst en gladheidsbestrijding".

  • 2.

    Indien de medewerker opgeroepen wordt en daadwerkelijk werkzaamheden verricht, worden de uren gecompenseerd in tijd. Wanneer de werkzaamheden buiten het dagvenster plaatsvinden, dan ontvangt de medewerker daarnaast de buitendagvenstervergoeding conform artikel 3:8 CAR/UWO.

Paragraaf 3: De bijzondere regeling

Artikel 13 – Bijzondere regeling

  • 1.

    De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage A opgenomen organisatie-onderdelen of functies.

  • 2.

    De leidinggevende stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform artikel 4:4 CAR/UWO.

  • 3.

    Het college kan met instemming van de OR de in de bijlage A genoemde organisatie-onderdelen of functies wijzigen.

  • 4.

    Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR/UWO aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:2:1), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3), beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:3:1) en verschuivingsvergoeding (artikel 3:4).

Paragraaf 4: Slotbepalingen

Artikel 14 – Verantwoordelijkheid

  • 1.

    De medewerker zelf is verantwoordelijk voor een correcte naleving van deze regeling en de met hem gemaakte afspraken ten aanzien van arbeidsduur, rooster of werktijden.

  • 2.

    De leidinggevende ziet toe op een juiste naleving van deze regeling.

  • 3.

    Indien de leidinggevende constateert dat de regeling niet correct wordt nageleefd, afspraken niet worden nagekomen, dan wel misbruik wordt gemaakt van de mogelijkheden, kan de leidinggevende de medewerker verplichten tot een ander arbeidsrooster.

  • 4.

    Bij geconstateerde herhaling van misbruik kan de directie, namens het college, disciplinaire maatregelen treffen, conform hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 15 – Slot- en overgangsbepaling

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college in de geest van deze regeling.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling werktijden gemeente Oisterwijk 2014" en treedt in werking per 1 mei 2014 onder gelijktijdige intrekking van de "Regeling werktijden gemeente Oisterwijk 2002".

Oisterwijk, 22 april 2014

Het college,

de secretaris, de burgemeester,

Ineke Depmann, Hans Janssen

Bijlage A

Bijlage bij Werktijdenregeling 2014

Functiegroepen en functies onder de bijzondere regeling

Buitendienst Gemeentewerken

-alle functies binnen de functiefamilie "uitvoerend medewerker"

Sportaccommodaties

  • -

    alle functies binnen de functiefamilie "uitvoerend medewerker"

  • -

    alle functies binnen de functiefamilie "publieksgericht educatief medewerker"

  • -

    alle functies binnen de functiefamilie "administratief uitvoerend medewerker"

  • -

    alle functies binnen de functiefamilie "operationeel leidinggevend"

Afdeling Advies, Ondersteuning en Veiligheid

-de bodefuncties

Toelichting ter uitvoering van de "regeling werktijden gemeente Oisterwijk 2014"

Artikel 2 – Toepassing

  • 1.

    De werktijdenregeling is van toepassing op alle personeelsleden met een aanstelling in vaste of tijdelijke dienst, personeelsleden met een arbeidsovereenkomst, personeel dat bij onze organisatie is gedetacheerd, uitzendkrachten, oproepkrachten en stagiaires.

  • 2.

    De standaardregeling geldt voor alle medewerkers die werkzaam zijn in het gemeentekantoor.

  • 3.

    De bijzondere regeling geldt voor medewerkers van het sportbedrijf, de buitendienst Gemeentewerken en de bodefuncties.

Artikel 3 – Arbeidsduur

Bij de berekening van de arbeidsduur per jaar volgens de CAR/UWO zijn de in aanmerking genomen feestdagen: Nieuwjaarsdag (5/7), 2e paasdag (7/7), Koningsdag (5/7), Hemelvaarts-dag (7/7), 2e pinksterdag (7/7) en de beide kerstdagen (10/7).

De berekening van de arbeidsduur per jaar volgens de CAR/UWO is:

365,25 dagen x 5/7 – 5 6/7 = 255 dagen. 255 x 7,2 uur (= 36 uur : 5) = 1836 uur.

Binnen de gemeente Oisterwijk is een extra feestdag aangewezen, die in mindering moet worden gebracht op de maximale arbeidsduur:

Bevrijdingsdag: 5/7 x 7,2 = 5,1 uur.

De maximale arbeidsduur voor de gemeente Oisterwijk is dan 1836 – 5,1 = 1830,9 uur.

Artikel 4 – Bedrijfskader

  • 1.

    De bedrijfstijd geeft de grenzen aan waarbinnen gewerkt kan worden, m.a.w. waarbinnen de feitelijke arbeidsduur ingeroosterd kan worden.

  • 2.

    Gedurende de bereikbaarheidstijd dient de organisatie een dusdanige bezetting te kennen dat klanten zo mogelijk (telefonisch) direct geholpen kunnen worden, doch tenminste te woord gestaan kunnen worden. In waarneming van afwezige collega's dient in ieder geval te zijn voorzien.

  • 3.

    Afspraken met klanten dienen zoveel als mogelijk plaats te vinden binnen de tijden waarop de organisatie bereikbaar moet zijn. Dit is vooral van belang uit oogpunt van veiligheid.

Artikel 5 – Tijdregistratie

Voor verantwoording van de gewerkte tijd wordt gebruik gemaakt van Decade.

Artikel 7 – Dienstreizen en studiedagen

In geval dienstreizen, studiedagen e.d. slechts een gedeelte van de dag beslaan, wordt de medewerker vanzelfsprekend geacht de resterende tijd te werken in de voor hem gangbare uren.

Artikel 9 – Bezetting en afspraken

Op voorwaarde dat wordt voldaan aan het in lid 4 genoemde uitgangspunt, kunnen afspraken worden gemaakt over:

  • -

    de (gemiddelde) arbeidsduur per week

  • -

    de tijden waarbinnen arbeid wordt verricht (al dan niet variabel)

  • -

    de tijden waarop een medewerker in ieder geval aanwezig moet zijn, bijvoorbeeld als de aard van de werkzaamheden dat noodzakelijk maakt

  • -

    de periode waarvoor dit rooster wordt afgesproken

  • -

    de aanwezigheid bij vergaderingen (zoals bijv. afdelingsoverleg)

  • -

    deelname aan/leiden van projectgroepen (garanties t.a.v. continuïteit en planning)

  • -

    flexibele opstelling van de medewerker indien de organisatie of het werk dit noodzakelijk maakt

Artikel 10 – Compensatieuren

  • 1.

    Compensatieuren ontstaan als minder of meer is gewerkt dan de feitelijk overeengekomen arbeidsduur, respectievelijk een negatief of positief saldo. Dit saldo wordt automatisch gegenereerd in het tijdschrijfsysteem Decade.

  • 2.

    Handhaving van de genoemde limieten is in het belang van de bedrijfsvoering: het doel is hygiënisch om te gaan met de werktijden en (te belastende) werkdruk te voorkomen; enerzijds kunnen gedurende de maand onbeperkt compensatieuren worden opgenomen om te recupereren, anderzijds wordt voorkomen dat stuwmeren van verlof ontstaan met mogelijk langdurige afwezigheid van medewerkers als gevolg.

Artikel 13 – Bijzondere regeling

Voor de medewerkers die vanwege hun functie onder de bijzondere regeling vallen, blijven de aanspraken op een vergoeding voor overwerk, onregelmatige dienst, bereikbaarheidsdienst, gladheidsbestrijding en verschuiving van werktijd onverkort van kracht.