Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijk subsidiekader innovatie Jeugdzorg 2015 |
Citeertitel | Tijdelijk subsidiekader innovatie Jeugdzorg 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Aanvraagformulier subsidie innovatie jeugdzorg 2015 |
Deze regeling treedt inwerking met ingang van 4 augustus 2014 en vervalt met ingang van 1 januari 2016
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-08-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 29-07-2014 Elektronisch gemeenteblad, 01-08-2014, nr. 43332 | Regelgevingregister 2014, nr. 10.02, collegevergadering 29-07-2014, nr. 3.C.4 |
Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel,
De Algemene subsidieverordening en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
In het regionaal Transitiearrangement is opgenomen dat een deel van de middelen aan innovatie wordt besteed en deze middelen te besteden aan de versterking van het preventieve veld, het naar voren trekken van functies uit de 2e lijn (hulpverlening en consultatie) naar de 1e lijn en de samenwerking tussen de 0e, 1e en 2e lijn.
Artikel 2 Doel van de subsidie
Het doel van deze innovatieregeling is het realiseren van betere zorg met minder middelen, de versterking van het lokale preventieve veld, het naar voren trekken van functies uit de 2e lijn (hulpverlening en consultatie) naar de 1e lijn, de samenwerking tussen de nulde, eerste en tweede/derde lijn en het komen tot een vernieuwde manier van werken, een alternatief activiteitenaanbod.
Onverminderd de weigeringsgronden in de Awb en de ASV van de gemeente kan de subsidie worden geweigerd indien:
Artikel 8 Beoordelingsprocedure
Een ambtelijke beoordelingscommissie van regio Rivierenland adviseert het college van Burgemeester en Wethouders bij de beoordeling van subsidieaanvragen.
Artikel 9 Beoordeling en wegingsfactor
De subsidieaanvraag wordt beoordeeld op de volgende elementen met de bijbehorende puntenwaardering en wegingsfactor:
Indien de binnen de tendertermijn ingediende volledige subsidieaanvragen het subsidieplafond, bedoeld in artikel 4, te boven gaan, wordt door het college een rangschikking bepaald waarbij als eerst in aanmerking komen voor subsidie de twee aanvragers met het hoogste en een na hoogste totaal aantal punten en wel naar rato van het aangevraagde subsidiebedrag, onder de voorwaarde dat de scores (punten x weging) tussen beide aanvragers niet meer dan 1,5 van elkaar afwijken. Indien de afwijking groter of gelijk aan 1,5 is, komt de subsidieaanvrager met het hoogst totaal aantal punten het eerst in aanmerking voor subsidie.
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger verleent aan het college van Burgemeester en Wethouders dan wel aan de door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren of deskundigen inzage in de administratie, indien dit naar het oordeel van het college nodig is voor de beoordeling van de besteding van de verstrekte subsidie.
Artikel 12 Vermogensvorming en tekorten
De egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb die de subsidieontvanger vormt bedraagt niet meer dan 10% van het vastgestelde boekjaarsubsidiebedrag over hetzelfde subsidiejaar. Indien deze egalisatiereserve negatief komt te staan, wordt het meerdere bij de vaststelling voor het betreffende boekjaar afgetrokken.
Toelichting tijdelijk subsidiekader innovatie Jeugdzorg 2015
In het regionaal Transitiearrangement jeugdzorg dat is vastgesteld in 2013 is opgenomen dat de gemeenten in regio Rivierenland een deel van hun middelen willen inzetten voor innovatie. Met het oog op de oplopende rijkskorting op het budget van jeugdzorg is het van belang dat de komende jaren tot vernieuwing wordt gekomen in het aanbod, de werkwijze en de gehanteerde methodieken om zo de kosten voor de jeugdzorg op de langere termijn structureel te verlagen. Naast de inspanningen van de tweede- en derdelijns instellingen om te komen tot vermindering van kosten door innovatie zal ook in het nulde en eerste lijn de focus liggen op transformatie en innovatie. Waar mogelijk moet door preventie en kortdurende zorg in de nulde en eerste lijn de inzet van de tweede lijn worden voorkomen. Dat sluit echter niet uit dat wie specialistische zorg nodig heeft daar ook toegang toe blijft houden in de toekomst.
In het beleidskader sturing, bekostiging en inkoop wordt nader ingegaan op de inzet van de innovatiemiddelen. Hierin is bepaald dat de innovatiemiddelen direct ten goede moeten komen aan de zorg voor cliënten en hieruit geen project- en/of ontwikkelkosten worden betaald.
De daadwerkelijk inkoop via contractering of subsidiëring zal, wegens het ontbreken van een gemeenschappelijke regeling, op lokaal niveau plaatsvinden.
Het tijdelijk subsidiekader voorziet er in dat het proces van subsidieverstrekking voor alle 10 de gemeenten in regio Rivierenland in 2015 zoveel mogelijk uniform verloopt. Desondanks kunnen er verschillen optreden tussen gemeenten in verband met aanvullend lokaal maatwerk.
Het tijdelijk subsidiekader innovatie Jeugdzorg geldt voorde periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015.
Artikel 2 doel van de subsidie
Belangrijk doel van de subsidie is om de samenwerking op alle niveau’s te versterken om de zorg rond een cliënt te optimaliseren. De verschillende schotten die bestaan tussen bijvoorbeeld de eerste en de tweede lijns zorg maar ook tussen de verschillende sectoren(jeugd- en opvoedhulp, J-GGZ en J-LVB) moeten zoveel mogelijk worden geslecht zodat zij geen obstakel meer vormen voor onderlinge samenwerking.
Doordat de financiering van de drie sectoren nu in één hand ligt bij de gemeente zijn er nieuwe mogelijkheden van samenwerking over sectorgrenzen heen. De subsidie moet worden ingezet voor een aanbod, werkwijze of methodiek die vernieuwend is voor regio Rivierenland en die bestaand aanbod, werkwijze en methodiek (deels) vervangt.
De subsidie kan alleen worden ingezet voor directe zorg aan cliënten waarbij de nieuwe mogelijkheden die financiering door gemeente biedt worden benut.
De gemeente wil de samenwerking tussen instellingen bevorderen. Naast dat een individuele zorgaanbieder of een rechtspersoon een subsidieaanvraag kan indienen worden nadrukkelijk ook nieuwe samenwerkingsverbanden uitgenodigd een aanvraag in te dienen.
Artikel 4 subsidieplafond en subsidiehoogte
In het Regionaal Transitiearrangement jeugdzorg is een percentage van 14% genoemd voor innovatie van zorg inclusief het landelijk transitiearrangement jeugdzorg.
Inmiddels is helder geworden dat gemeenten voor het landelijk transitiearrangement 3,76% moeten reserveren. Dit betekent dat 10,24% van het budget overblijft voor innovatie. Op dit resterende budget zijn de volgende reserveringen gemaakt: innovatie toegangstaken gebiedsteam en innovatie AMK, innovatie gecertificeerde instellingen. De laatste twee conform gemaakte bestuurlijke afspraken d.d. februari 2014.
Van het resterende budget is conform bestuurlijke afspraken tussen de gemeenten in regio Rivierenland afgesproken dat 50% van het budget voor lokale innovatieve aanwending is en 50% voor regionale aanwending. Dit tijdelijk subsidiekader innovatie Jeugdzorg betreft het budget dat regionaal uniform wordt ingezet.
Vanuit het regionale uniform aan te wenden deel zijn vooraf reserveringen gedaan:
voor het innovatieproject Regionaal Expertise Netwerk (REN) ten behoeve van versterking van de gebiedsteams en voor de innovatie van de bovenregionaal in te kopen zorgvormen: JeugdzorgPlus (incl. toegang JeugdzorgPlus), Gesloten psychiatrisch (BOPZ), Open verblijf 24 uur residentieel terreinvoorzieningen, (L)VB jongeren ZZP 4 en 5/OBC’s en MFC, Crisis 24 uur residentieel (bedden) en Spoedeisende zorg (crisis) ambulant team. De gereserveerde bedragen komen op een andere manier, via inkoop, ten goede aan innovatie van de Jeugdzorg.
Voor de inzet van het regionaal in te zetten innovatiebudget is een totaalbedrag van € 1.188.580,- beschikbaar.
In het tijdelijk subsidiekader innovatie jeugdzorg zijn een drietal subsidieplafonds opgenomen voor:
De reden om voor elke sector een plafond is te stellen is dat op deze manier de mogelijkheid wordt geboden om vanuit elke sector een aanvraag in te dienen, waarmee we brede vernieuwing stimuleren.
Indien een samenwerkingsverband van instellingen meerdere sectoren bestrijkt dan bepaalt het samenwerkingsverband wie optreedt als penvoerder . In de aanvraag geeft de penvoerder aan of het een aanvraag voor J&O, J-GGZ of J-AWBZ betreft.
Omdat de gemeenten in regio Rivierland geen gemeenschappelijke regeling kennen voor de inkoop van zorg is per sector en per gemeente een subsidieplafond ingesteld. Beschikkingen worden per gemeenten afgegeven voor een maximaal bedrag ter hoogte van het subsidieplafond.
Omdat elke gemeente uiteindelijk zelf een subsidiebeschikking afgeeft dient een aanvraag voor elke gemeente te worden ingediend. Voor het overgangsjaar 2015 bestaat de mogelijkheid dat een aanbieder één aanvraag voor alle gemeenten in regio Rivierenland indient onder de voorwaarde dat in de aanvraag een specificatie van het bedrag en volume per gemeente is opgenomen. Deze aanvraag kan, uiterlijk 8 september 2014, worden ingediend.
Voor de subsidieaanvraag is een aanvraagformulier beschikbaar ,waarin alle onderdelen van de subsidieaanvraag staan beschreven.
De beoordeling van de subsidieaanvragen vindt plaats op een zestal criteria genoemd in artikel 5 lid 3. De aanvrager moet de inzet op deze criteria in de aanvraag beschrijven. Omdat de aanvraag direct ten goede moet komen aan de zorg voor cliënten dient in de aanvraag te worden beschreven welk volume aan zorg daarvoor wordt geleverd. De kosten van het nieuwe aanbod bedoeld in artikel 5 lid 3 sub a vermenigvuldigd met het volume genoemd in sub b, moet overeenkomen met de hoogte van de subsidieaanvraag.
De definitieve subsidiebeschikkingen worden verstuurd nadat de gemeenteraden in de 10 gemeenten de gemeentebegroting hebben vastgesteld. De meeste gemeenten stellen de begroting vast in november 2014. Uiterlijk 15 december 2014 worden de beschikkingen verstuurd.
Het streven is om eind oktober instelling te informeren over de toe te kennen bedragen onder voorbehoud van vaststelling door de gemeenteraad.
De geformuleerde weigeringsgrond wil voorkomen dat één en dezelfde aanvraag door verschillende penvoerders voor alle drie de sectoren cq subsidieplafonds worden ingediend of dat een deelnemende instelling in verschillende samenwerkingsverbanden vergelijkbare voorstellen indient.
Bij het beoordelen van de aanvragen wordt gewerkt met een puntensysteem. Als het totaal van punten vermenigvuldigd met de wegingsfactor onder de 4,5 blijft biedt, de ingediende aanvraag onvoldoende innovatie ten opzichte van de huidige situatie en zal deze worden geweigerd.
In het beleidskader sturing, bekostiging en inkoop wordt nader ingegaan op de inzet van de innovatiemiddelen. Hierin is bepaald dat de innovatiemiddelen direct ten goede moeten komen aan de zorg voor cliënten en niet mogen worden gestoken in project- en/of ontwikkelkosten.
Artikel 8 beoordelingsprocedure
Voor de beoordeling van de subsidieaanvragen zal een regionale beoordelingscommissie worden ingesteld die de aanvragen beoordeeld op de beoordelingscriteria die in het tijdelijk subsidiekader innovatie Jeugdzorg 2015 zijn gesteld.
Verduidelijkende vragen over de subsidieaanvragen zullen binnen één week na 8 september mondeling of schriftelijk worden gesteld. Instellingen krijgen maximaal één week de tijd (tot 22 september) om hier een antwoord op te geven.
Half oktober zal door de beoordelingscommissie advies worden uitgebracht aan de 10 Colleges in regio Rivierenland over de subsidieaanvragen, waarna de afzonderlijke Colleges tot besluitvorming kunnen komen.
Artikel 9 beoordeling en wegingsfactor
De criteria zoals in artikel 5 onder lid 3 zijn genoemd zijn in dit artikel verder uitgewerkt. Aangegeven wordt op welke wijze de puntenwaardering wordt gehanteerd waarbij nul de laagste score is en 9 de hoogste score is. Niet alle criteria wegen even zwaar in de definitieve beoordeling. Per criterium geldt een wegingsfactor die met de gescoorde punten wordt vermenigvuldigd.
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Omdat 2015 een belangrijk overgangsjaar is, is het voor gemeenten van belang om maandelijks inzicht te hebben in de ontwikkeling van de volumes en wachttijden. Instellingen kunnen deze rapportage in één overzicht met een uitsplitsing per gemeente digitaal aanleveren.
Indien de instelling voor een specifieke gemeente de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet tijdig of niet geheel verricht of niet tijdig of niet geheel aan de subsidie verbonden verplichtingen voldoet, dient de instelling zo snel mogelijk het desbetreffende College daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen.
Tenminste twee keer per jaar zal een overleg plaatsvinden met een vertegenwoordiging van gemeenten over de voortgang van de innovatie en de efficiënte en effectiviteit van de geboden zorg. Als de maandelijkse rapportages daar aanleiding toegeven zal vaker een overleg plaatsvinden.
Artikel 11 subsidievaststelling
Omdat ook bij het verlenen van de innovatiesubsidie volumeafspraken worden gemaakt betekent dit bij de vaststelling van de subsidie wordt gekeken naar de realisatie van dit volume. Indien niet tussentijds afstemming cq overeenstemming heeft plaatsgevonden over bijstelling van volumes kan een lager realisatie aanleiding zijn om de subsidie lager vast te stellen.