Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2015. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
1. Regeling gemeentelijke belastingen
2. Beleidsregels ambtshalve vermindering 2005
3. Beleidsregels fiscaal bestuurlijke boeten
4. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen
6. Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen
7. Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 13-11-2014 Elektronisch gemeenteblad 26 november 2014, jaargang 2014, nr. 67889 | 2014-35482 |
Raadsbesluit 2014 registratienummer: 2014-35485
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 35482 d.d. 30 september 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het derde lid.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het vijfde lid.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50 maar minder dan € 3.500 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen één maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting op grond van artikel 7, tweede lid worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de tarieven die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het derde lid.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het vijfde lid, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10.
Artikel 16 Termijnen van betaling
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 18 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
De ‘Verordening reinigingsheffingen 2014’ van 12 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel, behorende bij de ‘Verordening reinigingsheffingen 2015’.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrehten
Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2014, nr. 2014-35485,
Nota-toelichting Verordening reinigingsheffingen 2015.
De gemeente Epe hanteert als uitgangspunt de modelverordening van de VNG. Op onderdelen wijkt Epe af. Voor de toelichting wordt verwezen naar de modeltoelichting van de VNG zoals die onder meer te vinden is op www.modelverordeningen.nl. De afwijkingen zijn hieronder toegelicht.
Het VNG-model kent niet de bepaling dat een gedeelte van een eenheid als volle eenheid moet worden aangemerkt. Deze is opgenomen om duidelijkheid te verschaffen hoe op de milieustraat de belasting moet worden bepaald. Deze bepaling ziet niet op de heffing naar tijdsgelang, aangezien daarvoor een afzonderlijke bepaling is opgenomen.
In Epe wordt altijd een schriftelijke kennisgeving van de verschuldigde belasting verstrekt. De VNG-modelbepaling over mondelinge bekendmaking is daarom niet opgenomen.
Artikel 8, derde, vijfde en zesde lid
De ontheffingsmogelijkheid wijkt in Epe af van het VNG-model. De grens ligt niet bij het begin van de maand, maar halverwege. Dit is in overeenstemming met het beleid dat Apeldoorn voert en zorgt voor een efficiënte uitvoering van de belasting.
In navolging van jurisprudentie (ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ4851) wordt de term belastingschuldige gebruikt in plaats van belastingplichtige in lid 6. Tevens is toegevoegd: en de gebruiksstuatie niet wijzigt. Het gaat dan om de vraag of er een wijziging optreedt van één- naar meerpersoonshuishoudens of omgekeerd. Als de belastingschuldige vanuit een gezinssituatie verhuist en daarna alleen gaat wonen, is het niet redelijk hem voor een meerpersoonshuishouden aan te (blijven) slaan.
Er is geen minimum opgenomen voor ontheffing of aanslag. Het bedrag voor één maand (de ontheffingsperiode) ligt hoger dan de grens van € 10 die in andere belastingverordeningen is opgenomen, zodat een dergelijke bepaling in deze verordening overbodig is.
In de gemeente Epe geldt de wettelijke betaaltermijn van zes weken. Daarnaast bestaat onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om via automatische incasso in 12 maandelijkse termijnen de belasting te voldoen. Het VNG-model gaat uit van betalen in twee termijnen, zonder automatische incassomogelijkheid.
Epe kent alleen de mogelijkheid om bedrijfsafval in te zamelen. Daardoor zijn de bepalingen die in het VNG-model in hoofdstuk 3 van de tarieventabel staan overbodig. De verwijzing daarnaar is daarom niet opgenomen.
De ontheffingsmogelijkheid wijkt in Epe af van het VNG-model. De grens ligt niet bij het begin van de maand, maar halverwege. Dit is in overeenstemming met het beleid dat Apeldoorn voert en zorgt voor een efficiënte uitvoering van de belasting. In navolging van jurisprudentie (ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ4851) wordt de term belastingschuldige gebruikt in plaats van belastingplichtige in lid 6.
In de gemeente Epe geldt de wettelijke betaaltermijn van zes weken. Het VNG-model gaat uit van betalen in twee termijnen.
Dit artikel stemt overeen de vergelijkbare bepaling in de Legesverordening en maakt het mogelijk dat het college redactionele aanpassingen doorvoert in de verordening. Het VNG-model kent deze bepaling niet.
De datum van inwerkingtreding is exact bepaald en niet afhankelijk van de publicatie, zoals bij het VNG-model. Dit verhoogt de duidelijkheid op welk moment welke regeling geldt, met name omdat ook de datum van ingang van heffing exact is bepaald. In de praktijk vindt publicatie altijd tijdig plaats voor de inwerkingtreding.
Onder extra wordt verstaan: meer dan het aantal, genoemd in het Aanwijzingsbesluit inzamelmiddelen 2005, van 8 juli 2005 (dossiernummer 2005-09153), gewijzigd bij besluiten van 1 juni 2006 (dossiernummer 2006-06958) en 14 december 2007 (dossiernummer 2007-18681).