Organisatie | Opmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening WWB en WIJ Gemeente Opmeer |
Citeertitel | Handhavingsverordening WWB en WIJ gemeente Opmeer |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artikel 8a; Wet investeren in jongeren, artikel 12, lid 1, sub c
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | 01-10-2009 | 12-06-2017 | nieuwe regeling | 17-12-2009 De Koggenlander, 30-12-2009 | raadsvoorstel 9.64, 03-11-2009 |
De Raad van de gemeente Opmeer;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opmeer van 3 november 2009;
Gezien het advies van de Commissie Samenlevingszaken van 25 november 2009;
gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12 lid 1 sub c van de Wet investeren in jongeren;
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of het ten onrechte ontvangen van een werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB of de WIJ;
HOOFDSTUK 2 PREVENTIE EN CONTROLE
1. Voorlichting en communicatie
Het college informeert belanghebbenden over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand verbonden zijn en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het college maakt daarbij gebruik van de lokale media, brochures en correspondentie.
2. Poortwachter: intensieve controle bij aanvraag
Het college stelt beleidsregels vast, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan fraudepreventie. In de beleidsregels beschrijft het college tenminste de wijze van controle bij de aanvraag en de handelwijze bij inconsistenties in de aanvraag.
3. Geautomatiseerde vergelijking van actuele gegevens
Het college voert bij de aanvraag bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Op grond hiervan kunnen bijstandsuitkeringen, het werkleeraanbod en/of de inkomensvoorziening na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast.
Het college controleert de rechtmatigheid van de verstrekte bijstandsuitkering, het werkleeraanbod en/of de inkomensvoorziening.
Het college voert beëindigingonderzoeken uit. De tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan worden aan de belanghebbende medegedeeld.
HOOFDSTUK 3 GEVOLGEN BIJ SCHENDING INLICHTINGENPLICHT
Artikel 7 Verlaging van bijstand of inkomensvoorziening
Het college verlaagt de bijstand of de inkomensvoorziening met toepassing van de Afstemmingsverordening WWB dan wel de Maatregelenverordening WIJ indien de belanghebbende niet of niet tijdig de informatie verstrekt die van belang is voor zijn recht op bijstand of inkomensvoorziening of zijn arbeidsinschakeling of scholingstraject, of indien de informatie onvolledig of onjuist is.
mevrouw M.C.G.M. de Vree-Bekker,
griffier gemeenteraad Opmeer
de heer G.J.A.M. Nijpels
voorzitter gemeenteraad Opmeer
Toelichting op de Handhavingsverordening WWB en WIJ gemeente Opmeer
In artikel 8a WWB en artikel 12 lid 1 onderdeel c WIJ is opgenomen dat de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte
ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Een goed financieel beheer bij de uitvoering van de WWB en de WIJ brengt met zich mee dat voortdurend aandacht bestaat voor fraudebestrijding.
Fraudebestrijding beslaat een breed complex terrein waarbij aan de orde komen: het voorkomen
van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, de controle van gegevens, de opsporing van fraude en natuurlijk de repressie van fraude met als doel het gedrag van de belanghebbende te corrigeren. In deze verordening wordt door de gemeenteraad invulling gegeven aan de beleidsruimte inzake de preventie, opsporing en bestrijding van fraude.
De Handhavingsverordening is opgebouwd aan de hand van twee hoofdstukken: preventie en controle en gevolgen bij schending van de inlichtingenplicht. De verordening stelt kaders. De nadere praktische invulling en uitvoering van het beleid wordt aan het college gelaten.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Lid 1: In deze verordening is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de gebruikte begrippen in de WWB, de WIJ, de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de Algemene wet bestuursrecht.
Lid 2: Dit lid behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2 Taak van het college
Lid 1: Op grond van dit lid is het college verplicht beleidsregels vast te stellen.
Daarin moet het invulling geven aan de taken die het ingevolge deze verordening heeft. Uiteraard
moet het college zich bij het vaststellen van de beleidsregels binnen de kaders van de verordening bewegen. De hoofdaspecten van het handhavingsbeleid, preventie, controle, opsporing en de gevolgen bij schending van de inlichtingenplicht moeten in de beleidsregels evenwichtig aandacht krijgen.
Lid 2: behoeft geen nadere toelichting.
HOOFDSTUK 2 PREVENTIE EN CONTROLE
Preventie begint met informatie. De belanghebbende moet zich ervan bewust zijn wat zijn rechten en plichten zijn, en wat de gevolgen van schending kunnen zijn. Ook moet hij geïnformeerd worden over het feit dat de gemeente zijn opgaven controleert.
Belangrijke middelen om de belanghebbende vroegtijdig te informeren zijn, naast het besluit tot toekenning of voortzetting van bijstand, het verstrekken van informatie in de lokale media, brochures en de persoonlijke gesprekken van de klantmanager met de belanghebbende.
Het college dient de naleving van de regels te controleren. Daartoe verricht het periodiek en incidenteel onderzoek. Periodiek onderzoek ziet in de eerste plaats op de periodieke gegevensverstrekking die van de cliënt wordt verlangd (maandelijkse opgave van bepaalde gegevens). Ook kan het de vorm hebben van een zogenaamd heronderzoek. De door de belanghebbende verstrekte gegevens worden gecontroleerd op correctheid en validiteit. Indien het college dit nodig acht, hetzij wegens bij het onderzoek van gegevens gerezen vragen, hetzij wegens externe signalen of veranderde omstandigheden, verricht het incidenteel onderzoek. Het onderzoek kan onder meer betreffen het recht op bijstand, het werkleeraanbod en/of de inkomensvoorziening van de belanghebbende, de naleving van de verplichtingen, de afstand van de belanghebbende tot de arbeidsmarkt.
Ook het onderzoek bij beëindiging van de uitkering of de inkomensvoorziening maakt deel uit van de controle.
Het college voert periodiek bestandsvergelijkingen uit en onderzoekt daaruit voortkomende samenloopsignalen. Om witte fraude op te sporen maakt het college gebruik van de samenloopapplicatie van het Inlichtingenbureau. Dit computerprogramma vergelijkt gegevens van sociale diensten met die van het UWV, de Informatie Beheer Groep en de Belastingdienst.
De vergelijking is erop gericht na te gaan of een persoon naast een WWB-uitkering een andere vorm van inkomen heeft, is ingeschreven bij een instelling van wetenschappelijk of hoger onderwijs of beschikt over vermogen.
Daarnaast maakt het college gebruik van Suwinet-Inkijk. Met dit instrument kan direct inzicht worden verkregen in diverse relevante geregistreerde gegevens van het UWV WERKbedrijf (het voormalige CWI), het UWV, de Sociale verzekeringsbank, de Kamer van Koophandel etc.. Hierbij gaat het o.a. om adresgegevens, inschrijvingen, gegevens over bemiddelingsactiviteiten, gegevens met betrekking tot het opleidings- en arbeidsverleden en uitkeringsgegevens.
Uit gesprekken, signalen van “buitenaf” en de gegevens die de belanghebbende verschaft, kunnen signalen van onrechtmatig handelen naar voren komen. Deze signalen kunnen aanleiding zijn voor het college om in gesprek te gaan met de cliënt om hem in gelegenheid te stellen zelf het signaal te weerleggen door het aanleveren van argumenten, gegevens of bewijsstukken.
Indien de weerlegging onvoldoende is of indien het college dit noodzakelijk acht, vindt er intensieve controle plaats. Indien het college een strafbaar feit vermoedt, kan het besluiten het Samenwerkingsverband sociale recherche in Alkmaar in te schakelen.
HOOFDSTUK 3 GEVOLGEN BIJ SCHENDING INLICHTINGENPLICHT
Artikel 7 Verlaging van bijstand of inkomensvoorziening
De gemeenteraad heeft, op grond van artikel 8 van de WWB en artikel 12 van de WIJ, de Afstemmingsverordening WWB dan wel de Maatregelenverordening WIJ vastgesteld, waarin
het beleid met betrekking tot het verlagen van de bijstand dan wel de inkomensvoorziening is
beschreven. Indien de belanghebbende niet voldoet aan zijn inlichtingenverplichting, wordt met toepassing van de betreffende verordening opgetreden. Artikel 18 van de WWB en artikel 40 van de WIJ verplicht het college om de Afstemmingsverordening of Maatregelenverordening ook daadwerkelijk toe te passen.
Artikel 8 Aangifte bij Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie onderscheidt zaken die bestuursrechtelijk (sanctie op basis van Afstemmingsverordening) en zaken die strafrechtelijk (vervolging of transactie) worden afgedaan.
In beginsel geldt dat bij zaken met een nadeel minder dan € 10.000 geen aangifte wordt gedaan. Deze grens is vastgelegd in de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude van het college van procureurs-generaal (Aanwijzing d.d. 23 december 2008, kenmerk 2008A019, Stcrt. 23 december 2008, nr. 2373). Onder omstandigheden wordt overigens wel van de grens afgeweken (bijv. bij recidive). Voor gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de Aanwijzing.
Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
Lid 1: behoeft geen nadere toelichting.
Lid 2: In bijzondere gevallen heeft het college de bevoegdheid af te wijken van de bepalingen van de verordening. Bij gebruik van deze hardheidsclausule moet in verband met precedentwerking
duidelijk gemotiveerd worden waarom in een bepaalde situatie wordt afgeweken.