Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
1. Regeling gemeentelijke belastingen
2. Beleidsregels ambtshalve vermindering 2005
3. Beleidsregels fiscaal bestuurlijke boeten
4. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 13-11-2014 Elektronisch gemeenteblad, 26 november 2014, jaargang 2014, nr. 67868 | 2014-35482 |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid kan de voor een dag verschuldigde precariobelasting worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van lid 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met inachtneming van lid 5, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting die bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving wordt geheven worden betaald op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
De Verordening precariobelasting 2014 van 19 november 2013 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Epe, 13 november 2014
De raad voornoemd,
de voorzitter, ir. H. van der Hoeve MPA.
de griffier, V. Smit.
Het tarief bedraagt voor voorwerpen onder, op of boven een terras per m2 ingenomen afgebakende grond |
|||
Het tarief bedraagt voor luifels, zonneschermen, erkers, uitbouwen en overbouwingen per m2, per jaar |
|||
Het tarief bedraagt voor kledingrekken, plantenbakken, reclamebakken, reclamepoppen en andere uitstallingen per m2, per jaar |
|||
Het tarief bedraagt voor het innemen van een door de gemeente aangewezen vaste standplaats, als bedoeld in artikel 5:17 van de Algemene plaatselijke verordening |
|||
voor twee dagdelen per week 150% van de onder 4.1 genoemde tarieven |
|||
voor drie dagdelen per week 200% van de onder 4.1 genoemde tarieven |
|||
voor vier dagdelen per week 250% van de onder 4.1 genoemde tarieven |
|||
voor meer dan vier dagdelen per week 300% van de onder 4.1 genoemde tarieven |
|||
spandoeken, vlaggen, wimpels, vaandels en dergelijke, per voorwerp |
Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2014, nr. 2014-35493,
Nota-toelichting Verordening precariobelasting 2015
De gemeente Epe hanteert als uitgangspunt de modelverordening van de VNG. Op een onderdeel wijkt Epe af. Voor de toelichting wordt verwezen naar de modeltoelichting van de VNG zoals die onder meer te vinden is op www.modelverordeningen.nl. De afwijking is hieronder toegelicht.
Epe hanteert geen maandtarieven. Daardoor zijn sommige bepalingen uit het model overbodig.De ontheffingsperiode in Epe ligt halverwege de maand. Dit is in overeenstemming met het beleid in Apeldoorn en zorgt voor een efficiënte uitvoering.