Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Putten |
Citeertitel | Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Putten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en bevolking |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2024 | 1e wijziging | 09-01-2024 | 1649952 | ||
24-07-2014 | 06-01-2014 | 17-01-2024 | Nieuwe regeling | 04-07-2014 Gemeenteblad nr. 41459 d.d. 23 juli 2014 | 363352 |
Hoofdstuk 2 Het informatiebeheer
De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het autorisatiebesluit.
De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:
Hoofdstuk 3 Het gegevensbeheer
De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.
Hoofdstuk 5 Het applicatiebeheer
De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor de gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het Beveiligingsplan.
De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet Brp, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet Brp.
De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervult door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet Brp.
De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de Brp (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de Wet Brp.
De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.
Hoofdstuk 9 Het beveiligingsbeheer
De beveiligingsbeheerder is het aanspreekpunt op het gebied van Informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.
Hoofdstuk 10 Het beveiligingscontrol
De controller informatiebeveiliging is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures..
De controller informatiebeveiliging is bevoegd om het management van de gemeente Putten dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet Brp en het Beveiligingsplan.
De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld in artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet Brp evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de Brp in het gegevensmagazijn.
In deze regeling zijn een aantal begrippen gebruikt waarvoor hieronder de definities zijn verwoord:
Bijlage 2: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door burgemeester en wethouders
Op grond van artikel 1 van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:
Als informatiebeheerder is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Als beveiligingsbeheerder is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Als privacybeheerder is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Als systeembeheerder is aangewezen:
Als plaatsvervanger wordt aangewezen:
Als toezichthouder is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Als controller informatiebeveiliging is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Bijlage 3: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door de informatiebeheerder
Op grond van artikel 2 van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:
Als applicatiebeheerder BRP is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Als gegevensbeheerder BRP is aangewezen:
Als plaatsvervanger is aangewezen:
Naast de gegevensbeheerder is tevens belast met het berichtenverkeer:
Als gegevensverwerkers worden alle medewerkers van cluster Burgerzaken aangewezen.
Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de Wet BRP.
De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan:
Sinds 1 januari 2010 geldt voor de hele overheid, en dus ook binnen gemeenten, de verplichting om bij de uitvoering van taken gebruik te maken van persoonsgegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA), thans basisregistratie personen (BRP). Organisatieonderdelen (volgens de wet “organen”) van de gemeente (voorheen gemeentelijke afnemers) dienen gegevens over de personen met wie ze zaken doen te betrekken uit de BRP.
Op grond van artikel 4.15 van de Wet Brp mag de gemeente tot aan het moment dat ze overgaat op het gebruik van een nieuwe “BRP-voorziening”, gebruik blijven maken van het GBA-systeem waarmee ze werkte tot aan het moment van inwerkingtreding van de Wet Brp. In aansluiting op artikel 4.15 van de Wet Brp wordt in deze regeling de term “oude gemeentelijke voorziening voor de uitvoering van de Brp” gebruikt, in deze toelichting afgekort tot GV. In GV registreert de gemeente gegevens over haar inwoners.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op grond van artikel 1.9 Wet Brp verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen waarmee de Wet Brp wordt uitgevoerd. De centrale voorziening (afgekort CV) zullen gegevens gaan bevatten over alle personen die in Nederland woonachtig zijn (ingezetenen) en over personen die niet in Nederland wonen maar wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid (niet-ingezetenen). Vooralsnog zal de minister aan de Wet Brp uitvoering geven met behulp van de reeds bestaande landelijke voorziening voor de GBA, de GBA-V en met een voorziening voor registratie voor de niet-ingezetenen (RNI).
Voor het gebruik van persoonsgegevens uit de GV kunnen nadere regels worden gesteld bij of krachtens Verordening. De verkrijging van gegevens uit de Brp is gebaseerd op een autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrealaties.
In de praktijk vindt distributie van persoonsgegevens doorgaans niet (meer) rechtstreeks vanuit de Brp plaats, maar vanuit een specifiek daarvoor ingericht gegevensmagazijn. Dat gegevensmagazijn wordt gevoed zowel vanuit de GV (inwoners) als vanuit de centrale voorziening (voor de niet-inwoners en niet-ingezetenen).
Uit oogpunt van privacy, beveiliging en beheer en toezicht is het noodzakelijk voor de GV een aantal taken te benoemen en vast te leggen in een regeling waarin de hoofdlijnen van het beheer van en toezicht op de GV is geregeld. Los van de noodzaak verplicht ook de wetgever het college van burgemeester en wethouders via artikel 1.11 Wet Brp, zich te houden aan de nadere regels van de systeembeschrijving (vooralsnog Logisch Ontwerp GBA). Het logisch ontwerp schrijft de aanwijzing door burgemeester en wethouders voor van functionarissen die een aantal beheertaken uitvoeren. Deze hebben alleen betrekking op de GV.
De regeling is formeel gezien bedoeld voor de gegevensverwerking in de GV. Op de gegevens van inwoners en niet-inwoners in het gegevensmagazijn is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. De verwerking van de uit de Brp afkomstige gegevens met behulp van het gegevensmagazijn dient te worden gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens (Cbp), maar de Wbp schrijft geen vergelijkbare regeling voor.
Desondanks is het van belang om uit oogpunt van eenheid van persoonsinformatie- en privacybeleid en beheersbaarheid van de informatiestromen ook de voor het gegevensmagazijn relevante beheeraspecten onder te brengen respectievelijk te integreren in de regeling voor de GV. Daarmee onstaat een “regeling voor informatievoorziening basisgegevens”, die zowel betrekking heeft op het beheer van de GV als op het gegevensmagazijn.
Verdeling beheer- en toezichtrollen
Deze regeling onderkent naast een aantal beheerrollen, te weten informatiebeheer, gegevensbeheer, applicatiebeheer, technisch beheer, beveiligingsbeheer en privacybeheer ook de rol van de gegevensverwerker, toezichthouder en controller informatiebeveiliging. Gegevensverwerkers verwerken uitsluitend de persoonsgegevens voor de GV. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de basisgegevens van personen die niet tot de bevolking van de gemeente worden gerekend, ligt namelijk bij de beheerder van de GV’s van de andere gemeenten en bij de beheerder van de centrale voorzieningen, de Minister van BZK.
De verdeling van de beheer- en toezichtrollen is mede afhankelijk van de inrichting van de (persoons-)informatiehuishouding en het informatie- en beveiligingsbeleid van de gemeente. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de plaats in de organisatie waar deze belegd worden.
Beveiligingsbeheer en beveiligingscontrol
De inhoud van de rol van de beveiligingsbeheerder had onder het regime van de GBA vooral betrekking op toezichtaspecten (beveiligingscontrol). Voor een correcte uitvoering van beveiligingsbeheer en –toezicht (en tevens aansluiting op de baseline informatiebeveiliging gemeenten) is het noodzakelijk gebleken om de inhoud van beheer en toezicht in aparte rollen onder te brengen. De regeling bevat nu in hoofdstuk 9 het beveiligingsbeheer en in hoofdstuk 10 het beveiligingstoezicht (control).
De privacybeheerder heeft als rol de informatiebeheerder te adviseren over alle privacyvraagstukken aangaande de persoonsgegevensverwerking waarvoor de informatiebeheerder verantwoordelijk is. Daarnaast adviseert de privacybeheerder degenen die belast zijn met de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de Wet en Verordening Brp.
De taken van de privacybeheer beperken zich in deze regeling niet tot de verwerking van persoonsgegevens uit de GV. Verzoeken uit de organisatie om gegevens uit de GV zowel als uit de centrale voorzieningen dienen door de privacybeheerder getoetst te worden op doelbinding, rechtmatigheid, proportionaliteit, enz. Daaronder valt ook de advisering over wijze van verstrekking van gegevens uit de Brp en over koppelingen tussen het gegevensmagazijn en de verschillende systemen van de gebruikers in de organisatie. De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder, die moet beslissen op dergelijke verzoeken. Een verzoek kan inhouden gebruik te maken van de bestaande ministeriële autorisatie, maar ook uitbreiding van de autorisatie in verband met de uitvoering van een taak die nog niet in het autorisatiebesluit is voorzien.
Hoofdstuk 1 betreft de aanwijzing van de functionarissen door het college van burgemeester en wethouders en door de informatiebeheerder. De hoofdstukken 2 tot en met 9 bevatten de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol. De slotbepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 10.
In bijlage 1 zijn de begrippen die in deze regeling worden gebruikt, nader gedefinieerd.
De besluiten tot aanwijzing van de functionarissen die invulling geven aan de rollen in deze regeling door burgemeester en wethouders respectievelijk de informatiebeheerder zijn opgenomen in de bijlagen 2 en 3.