Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragslijn vermoeden van integriteitsschending Heerhugowoaard |
Citeertitel | Gedragslijn vermoeden van integriteitsschending Heerhugowaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Rechtspositionele regeling |
Geen.
Artikel 15:2 CAR/UWO
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-08-2014 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 02-07-2013 Publicatie via www.officielebekendmakingen.nl d.d. 7-8-2014 | BW13-0393 |
Artikel 3: Melding vermoeden van integriteitschending 3
Artikel 4: Vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid 4
Artikel 5: Bescherming van de melder/indiener van de klacht 4
Artikel 7: Standpunt sectordirecteur over instellen onderzoek 4
Artikel 8: Standpunt sectordirecteur over gemelde vermoeden 5
Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheden 5
Artikel 9: Klacht bij de Commissie 5
Artikel 10: Advies aan college van B&W/Dagelijks Bestuur 5
In deze regeling wordt verstaan onder:
Integriteitschending: aantastingen van de integriteit door onder andere: - Corruptie; - Fraude; - Diefstal; - Verduistering; - Belangenverstrengeling; - Onverenigbare functies en activiteiten; - Misbruik en manipulatie van informatie; - Verspilling en misbruik van gemeentelijke eigendommen; - Geweld en intimidatie; - Misdragingen (buiten werktijd). Het betreft hier alleen (strafbare) misdragingen die in verband staan tot het functioneren van de betrokkene, van buitengewoon ernstige aard zijn of schadelijk zijn voor het imago van de betreffende dienst, het betreffende stadsdeel of de gemeente in haar geheel.
Deze gedragslijn is niet van toepassing op ongewenst gedrag: seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Voor klachten over ongewenst gedrag en afhandeling daarvan wordt verwezen naar het Reglement ongewenste omgangsvormen.
Artikel 4: Vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid
Een ieder die over informatie beschikt ten aanzien van de melding/klacht is verplicht om op een vertrouwelijke en zorgvuldige wijze met die informatie om te gaan. Dit ter bescherming van:
1. Interne melding bij de (direct) leidinggevende
Na ontvangst van de melding bevestigt de sectordirecteur zo spoedig mogelijk de ontvangst schriftelijk aan de melder. In de regel gebeurt dit zodra het onderzoeksbelang zich daar niet (meer) tegen verzet en voordat de onderzoekers de intern of extern betrokkenen verzocht heeft mondeling informatie te verschaffen. Daarnaast informeert de sectordirecteur, de gemeentesecretaris over de melding.
De ambtenaar die overweegt een melding te doen of dat daadwerkelijk gaat doen, kan voor advies of begeleiding een beroep doen op de vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon kan in beginsel niet in plaats of op verzoek van de ambtenaar een melding doen.
Artikel 7: Standpunt sectordirecteur over instellen onderzoek
In het geval dat de sectordirecteur van mening is dat een onderzoek ingesteld moet worden, dan geeft hij daartoe zo spoedig mogelijk een opdracht. Een dergelijk onderzoek, wordt als er sprake is van een intern onderzoek, uitgevoerd conform het intern onderzoeksprotocol. Een extern onderzoek van het Bureau Integriteit Amsterdam wordt uitgevoerd conform het onderzoeksprotocol van Bureau Integriteit Amsterdam.
Er kan ook voor gekozen worden een ander dan Bureau Integriteit Amsterdam de onderzoeksopdracht te verlenen.
3.Als de melding een sectordirecteur betreft, dan beslist de gemeentesecretaris over het instellen van een onderzoek. Is de melding gericht tegen een wethouder of gemeentesecretaris dan beslist de burgemeester over het instellen van een onderzoek. Is de melding gericht tegen de burgemeester dan beslist de Commissaris van de Koning.
Artikel 8: Standpunt sectordirecteur over gemelde vermoeden
Indien het standpunt bedoeld in het vorige lid niet binnen zes weken kan worden gegeven, deelt de sectordirecteur de melder en de gemeentesecretaris schriftelijk mee binnen welke termijn een inhoudelijk standpunt tegemoet kan worden gezien. Deze mededeling vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar uiterlijk binnen de hiervoor genoemde termijn van zes weken.
Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheden
Artikel 9: Klacht bij de Commissie
Indien er ongenoegen is over de procedure of een standpunt genoemd in artikel 7 en 8, kan er binnen een redelijke termijn een klacht worden ingediend bij de Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheden, hierna: de Commissie.
De commissie kan o.a. onderzoek (laten) doen, inlichtingen inwinnen en deskundigen aanwijzen.
Het college van B&W is verplicht de gevraagde inlichtingen te verschaffen en kan de commissie verzoeken vertrouwelijk met de informatie om te gaan.
Artikel 10: Advies aan college van B&W
De Commissie brengt zo spoedig mogelijk advies uit aan het college van B&W. In het advies geeft de Commissie een oordeel over de beslissing van de sectordirecteur, of het uitblijven daarvan, die heeft geleid tot de klacht. Daarnaast wordt een advies gegeven over de verdere afhandeling van de kwestie.
In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de terzake geldende wettelijke bepalingen gemeld: a) het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand; b) het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek geleid heeft; c) het aantal onderzoeken die het meldpunt heeft verricht, en d) het aantal adviezen en de aard van de adviezen die het meldpunt heeft uitgebracht.