Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulance voorziening Brabant Midden-West-Noord |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulance voorziening Brabant Midden-West-Noord |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | gemeenschappelijke regeling |
Externe bijlage | Gemeenschappelijke regeling RAV; toelichting |
Het Algemeen Bestuur heeft de 1e wijziging op 7 november 2007 definitief vastgesteld.
Op 23 december 2009 is de 2de wijzing vastgesteld
1.geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2009 | 23-12-2009 | 2e wijziging; artt. 9 en 12 | 23-12-2009 Onbekend | 2e wijzing |
werkgebied: het gezamenlijke grondgebied van de gemeenten in enerzijds het gebied Midden-en West-Brabant en anderzijds de gemeenten in het gebied Brabant-Noord;
Midden- en West Brabant: gevormd door de gemeenten Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk, Oisterwijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert;
Brabant-Noord: gevormd door de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Heusden, ’s-Hertogenbosch, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Schijndel, Uden, Veghel, Vught,
Waar in de regeling de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, treedt in die artikelen ‘het openbaar lichaam’ in plaats van ‘de gemeente’, ‘het Algemeen Bestuur’ in de plaats van ‘de raad’, ‘het Dagelijks Bestuur’ in de plaats van ‘het college’ en ‘de voorzitter’ in de plaats van ‘de burgemeester’.
De colleges wijzen als lid aan het collegelid dat bij voorkeur belast is met de portefeuille gezondheidszorg of het collegelid dat reeds lid is van het Algemeen en/of Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant of de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hart voor Brabant.
Voor de vaststelling van de inwonertallen van de gemeenten, wordt uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarop de vast te stellen begroting betrekking heeft. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Onverlet hetgeen in het vorige lid van dit artikel onder a en b is bepaald, kan het Algemeen Bestuur in afwijking van het overige in lid 2 van dit artikel bepaalde, per 23 april 2009 ook leden van het dagelijks bestuur benoemen die geen lid zijn van het Algemeen Bestuur, met dien verstande dat op deze wijze benoemde leden nimmer de meerderheid van het dagelijks bestuur uitmaken.
De directeur met de portefeuille Openbare Gezondheidszorg (in elk geval RAV, infectieziektenbestrijding) die deelneemt aan zowel de directie van de GGD West Brabant als aan de directie van de GGD Hart voor Brabant, is lid van de directie van het openbaar lichaam en als zodanig belast met de operationele directievoering van deze Gemeenschappelijke regeling.
De functie Regionaal Geneeskundig Functionaris wordt per subregio als omschreven in art. 1e vervuld door de directeur en/of door de directievoorzitters, als omschreven in lid 2 van dit artikel. Formele aanwijzing geschiedt voor elke regio afzonderlijk door de besturen van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant respectievelijk de Hulpverleningsregio Brabant-Noord.
Van de inkomsten en uitgaven van het openbaar lichaam wordt door het Dagelijks Bestuur over elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het Algemeen Bestuur, onder overlegging van de jaarrekening met daarbij behorende bescheiden. Het Dagelijks Bestuur voegt daarbij een verslag van bevindingen van de accountant(s) overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet.
1.Na het aangaan van deze regeling kan een gemeente alleen toetreden na instemming van tweederde van het aantal leden van het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur regelt de gevolgen van de toetreding.
Bij opheffing besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt, nadat organen van de gemeenten zijn gehoord, een liquidatieplan op, dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Daarbij kan hij van deze regeling afwijken.