Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Olst-Wijhe |
Citeertitel | Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Olst-Wijhe |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2010 | 23-05-2013 | Nieuwe regeling | 21-06-2010 Huis-aan-Huis 1 juli 2010 | Raadsstuk 2010/47 |
De raad van de gemeente Olst-Wijhe;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2010, nr. 2010/47;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 12 van de Wet investeren in jongeren, artikel 35 eerste lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 35, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
vast te stellen de Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Olst-Wijhe
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk beleid vast op het gebied van handhaving, waaronder de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of inkomensvoorziening, misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
Het college zorgt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of inkomensvoorziening alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Het college voert in dit kader het beleid als bedoeld in artikel 2 uit.
Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of een inkomensvoorziening alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet eenmaal per 2 jaar zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.
Artikel 5. Inhoud handhavingsplan
Beoogd wordt dat alleen diegenen die daadwerkelijk recht op een uitkering hebben, een uitkering ontvangen die in overeenstemming is met de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. In het in artikel 4 genoemde handhavingsplan komt in ieder geval aan de orde;
Als de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op (voortzetting van) bijstand, werkleeraanbod of inkomensvoorziening, verlaagt het college de uitkering of inkomensvoorziening conform de afstemmingsverordening gemeente Olst-Wijhe, de maatregelenverordening wet investeren in Jongeren en de maatregelverordening IOAW/IOAZ, onverminderd de eventuele terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand of inkomensvoorziening.
Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad door middel van een verslag over de handhaving.
In dit verslag rapporteert het college in ieder geval over:
Leidt het niet nakomen van de informatieverplichting tot een benadelingbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, of is er gelet op de inhoud van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude een andere reden om aangifte te doen dan is het college verplicht aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie en bevordert het college dat er een proces-verbaal wordt opgemaakt.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Olst-Wijhe.
In zowel de WWB als de WIJ en de IOAW/IOAZ is voorgeschreven dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid.
Artikel 8a WWB luidt: “De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet”. In de overige regelingen zijn bepalingen van gelijke strekking opgenomen. Het college moet in een plan van aanpak of fraudebeleidsplan aangeven hoe zij denkt misbruik te voorkomen en hoe aan de eisen van rechtmatigheid wordt voldaan. Er ligt een duidelijke relatie met de afstemmingsverordening en met de beleidsregels rond terugvordering- en het debiteurenbeleid. In de afstemmingsverordening wordt aangegeven hoe gemeente omgaat met geconstateerde fraude. Oftewel met hoeveel procent gaat de gemeente de uitkering verlagen en hoe lang deze verlaging van de bijstand of de inkomensvoorziening duurt. In de beleidsregels over terugvordering en het debiteurenbeleid is terug te vinden hoe de gemeente het geconstateerde fraudebedrag van de klant terugvordert. In de handhavings-verordening dient de nadruk veel meer te liggen op het voorkomen van fraude en op welke wijze de gemeente frauduleus gedrag opspoort.
Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening mee te geven maar om in de plaats daarvan te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar beoogt tevens spontane naleving van de wet- en regelgeving.
Een goed handhavingsbeleid is van belang om:
Artikel 1. Begripsomschrijving
Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen.
Artikel 2. en 3. Beleid en opdracht aan het college
De gemeenteraad stelt het handhavingsbeleid vast. Het college voert het beleid uit en streeft zoveel mogelijk naar realisatie van de (sub)doelstellingen.
Het college stelt eenmaal per 2 jaar een handhavingsplan vast waarin maatregelen en methoden staan opgenomen gericht op het voorkomen en bestrijden van fraude.
Artikel 5. Inhoud handhavingsplan
In dit artikel is aangegeven welke onderwerpen in het gemeentelijke handhavingsplan op zijn minst aan bod moeten komen.
Artikel 6. Afstemming en terugvordering
Wanneer de ontvanger van bijstand of een inkomensvoorziening onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering (tijdelijk) verlaagd worden conform de afstemmingsverordeningen.
Terugvordering is een bevoegdheid van gemeenten. Ten onrechte verstrekte bijstand of een inkomensvoorziening wordt in beginsel teruggevorderd. Het college stelt vast boven welk bedrag terugvordering vanuit efficiencyoverwegingen doelmatig is.
Verhaal is een bevoegdheid van gemeenten. Deze verordening is in beginsel gericht op het nakomen van verplichtingen door degenen die bijstand of een inkomensvoorziening ontvangen. Daarnaast heeft de verordening ook het doel om oneigenlijk gebruik terug te dringen. De maatschappij mag van degene die bijstand of een inkomensvoorziening ontvangt verlangen, en zelfs eisen, dat deze gebruik maakt van voorliggende voorzieningen en dus ook dat deze probeert met een onderhoudsbijdrage naar burgerlijk recht in zijn bestaan te voorzien. Wanneer hij in gebreke blijkt, of wanneer dit niet lukt, dan kan de gemeente in zijn plaats treden en verhaal zoeken op de onderhoudsplichtige.
Het college informeert de gemeenteraad jaarlijks, bij de verantwoording over het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand, over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving.
Artikel 9. Aangifte Openbaar Ministerie
Op grond van de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude, bestaat de verplichting voor gemeenten om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als er sprake is van fraude en het benadelingsbedrag is hoger dan € 10.000,- (de aangifterichtlijn sociale zekerheid).
In deze artikelen worden de naam van de verordening en de datum van inwerkingtreding geregeld.