Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen voor de gemeente Arnhem

De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (Ministeriële regeling van 30 mei 1990, nr. WBD90/179, Stcrt. 103, sedertdien gewijzigd) is met inachtneming van de navolgende bepalingen van toepassing bij het beoordelen van aanvragen om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Artikel 1 A

Bij de beoordeling van een aanvraag om kwijtschelding worden de normbedragen voor de kosten van bestaan vastgesteld op 100% van de normuitkering die de belastingplichtige op basis van de maatstaven van de bijstandsregelgeving per maand telkens zou kunnen krijgen.

Kwijtschelding kan worden verleend op aanslagen ten name van natuurlijke personen voor belastingaanslagen in de privé-sfeer.

• 1.

  Kwijtschelding kan worden verleend voor aanslagen in de:

  • a.

    afvalstoffenheffing;

  • b.

    hondenbelasting;

  • c.

    onroerende-zaakbelastingen;

  • d.

    belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten;

  • e.

    heffing van rioolrechten.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid wordt geen kwijtschelding verleend voor aanslagen hondenbelasting indien de belastingplichtige houder is van twee of meer honden.

Aanvragen om kwijtschelding worden in behandeling genomen indien de aanvraag binnen acht maanden na dagtekening van het aanslagbiljet ingezonden is aan het College van Burgemeester en Wethouders.

Het College van Burgemeester en Wethouders is bevoegd een of meer van de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van deze regeling.

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na publicatie en geldt met ingang van 1 januari 2002.

Aldus besloten in de vergadering van de Raad van de gemeente Arnhem van 3 december 2001, nr. BD/PHE/2001/36.

Gewijzigd vastgesteld in de vergadering van de Raad van de gemeente Arnhem van 27 november 2006.