Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening alleenrecht voor de uitvoering van de schuldhulpverlening |
Citeertitel | Verordening alleenrecht voor de uitvoering van de schuldhulpverlening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2014 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 10-07-2014 -gemeenteblad | BM1401251 |
De raad van de gemeente Steenbergen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juni 2014;
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 18 Richtlijn 2004/18/EG en artikel 2.24, sub a, van de Aanbestedingswet 2012;
- de verplichting tot het aanbieden van schuldhulpverlening;
- het niet beschikken over een gemeentelijke dienst / afdeling voor algehele schuldhulpverlening;
- de wens een dienst aan te wijzen die schuldhulpverlening kan aanbieden op een wijze die verenigbaar is met
de Verordening alleenrecht voor de uitvoering van schuldhulpverlening vast te stellen.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
minnelijk traject schuldhulpverlening: dienstverlening aan cliënten, bestaande uit het onderhandelen met schuldeisers overeenkomstig de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet en het aanbieden van een schuldregeling in de vorm van een krediet of schuldbemiddeling, al dan niet tegen finale kwijting.
Artikel 5. Karakter van de ambthalve aanwijzing
De verleende aanwijzing is niet overdraagbaar, tenzij bij of krachtens die aanwijzing anders is bepaald.
Artikel 8. Niet-voorziene gevallen
In gevallen met betrekking tot schuldhulpverlening waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Indien bij inwerkingtreding van deze verordening een partij in de gemeente zonder een door het college verleende aanwijzing werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, sub f, van deze verordening verricht, wordt deze partij geacht te zijn aangewezen op grond van artikel 2. Deze aanwijzing blijft van kracht tot het aanwijzingsbesluit van het college onherroepelijk is geworden.
Een gemeente is een aanbestedende dienst en moet zich daarom aan de regels en beginselen van het (Europees) aanbestedingsrecht houden.
Om de vrijstelling genoemd in artikel 18 van de Richtlijn 2004/18/EG en artikel 2.24, sub a, van de Aanbestedingswet 2012 te kunnen toepassen, moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn voldaan:
Het vereiste dat de opdrachtnemer een aanbestedende dienst moet zijn (of een samenwerkingsverband van overheden of aanbestedende diensten), betekent volgens de geldende jurisprudentie dat de opdrachtnemer zelf een publiekrechtelijke instelling is als omschreven in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012 en artikel 1, lid 9, Richtlijn 2004/18/EG.
Om een publiekrechtelijke instelling te zijn moet de entiteit van de opdrachtnemer voldoen aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden:
waarvan de activiteiten in hoofdzaak worden gefinancierd door aanbestedende diensten, of het beheer is onderworpen aan toezicht door aanbestedende diensten, of de leden van de raad van bestuur / de directie / de raad van toezicht die voor meer dan de helft door aanbestedende diensten worden benoemd.
Van een behoefte van algemeen belang is sprake wanneer:
- de overheid om redenen van algemeen belang beslissende invloed wil houden in het (doen) voorzien in de betreffende behoefte;
- het primaire doel van de activiteiten niet plaatsvindt in een markt waar sterke concurrentie heerst;
- er bij de activiteiten geen of slechts een beperkt economisch risico wordt gelopen.
Bij de financiering is hier het criterium dat een opdrachtnemer in hoofdzaak (= voor meer dan 50 %) openbaar wordt gefinancierd. Onder openbare financiering wordt verstaan dat men financieel wordt ondersteund of gefinancierd door de gemeente (of een andere publiekrechtelijke instelling) zonder dat daar een specifieke tegenprestatie tegenover staat.
Het toezicht op het beheer moet zodanig zijn, dat controle vooraf op het plaatsen van overheidsopdrachten mogelijk is.
Het noemen in de verordening van een opdrachtnemer aan wie een uitsluitend recht wordt gegund (de aanwijzing), zou jegens de opdrachtnemer en andere belanghebbenden een besluit (in de zin van de Algemene wet bestuurs-recht) opleveren in een regeling die zelf het karakter heeft van een algemeen verbindend voorschrift. Om deze bestuursrechtelijke onregelmatigheid te voorkomen, is de bevoegdheid tot daadwerkelijke toekenning van een uitsluitend recht aan een met name genoemde opdrachtnemer, gegeven aan burgemeester en wethouders. Dit komt ook tegemoet aan het transparantiebeginsel. Vandaar ook de publicatie van het besluit waarin een uitsluitend recht wordt toegekend. Tegen het (gunnings)besluit van burgemeester en wethouders (zijnde een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht) staat rechtsbescherming open.
Met de vaststelling van deze verordening is voldaan aan het vereiste in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012, dat het uitsluitend recht een wettelijke dan wel bestuursrechtelijke grondslag moet hebben.
De (on)verenigbaarheid met het EG-verdrag betreft met name van overheidswege gecreëerde dienstverlenings-monopolies die het gehele land of een wezenlijk deel daarvan bestrijken. Onder omstandigheden kunnen dergelijke monopolies op gespannen voet staan met de Verdragsbepalingen inzake het vrije verkeer van diensten en inzake de mededinging. Een gemeente zou in strijd handelen met artikel 86, lid 1, EG-verdrag indien (1) door de verlening van het uitsluitend recht een machtspositie ontstaat, waar (2) misbruik van wordt gemaakt en welke (3) de handel tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden. Aan al deze drie voorwaarden moet zijn voldaan, wil de verlening van een uitsluitend recht strijd opleveren met het EG-verdrag.
Deze bepaling heeft te maken met de voorwaarde, dat een uitsluitend recht op uitdrukkelijke en doorzichtige wijze moet zijn verleend. Een belanghebbende moet voldoende gelegenheid hebben om bezwaar te kunnen maken tegen het besluit. Binnen het EG-recht is transparantie een zwaarwegend voorschrift, dat ook opgaat wanneer gebruik wordt gemaakt van een vrijstelling in het aanbestedingsrecht.