Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de monumentencommissie |
Citeertitel | Verordening op de monumentencommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Monumentenwet en artikel 3 lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Katwijk
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2013 | Onbekend | 29-11-2012 Katwijksche Post, Rijnsburger | 2012-013271 |
‘VERORDENING OP DE MONUMENTENCOMMISSIE’
De monumentencommissie, die als naam “Erfgoedcommissie” krijgt, wordt ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), de Monumentenwet, de “Monumentenverordening Gemeente Katwijk” en het adviseren over cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan door het college ingesteld.
De commissie heeft tot taak het college op verzoek of uit eigen initiatief van voorlichting en advies te dienen ter zake van de toepassing van de Wabo, de “Monumentenverordening Gemeente Katwijk”, de cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan en verder over zaken, die van belang zijn voor de behartiging van de monumentenzorg en cultuurhistorische waarden.
1. De commissie bestaat uit minimaal 5 leden:
a. een monumenten-/restauratiedeskundige;
b. een kunst- of architectuurhistoricus;
d. een deskundige op het gebied van de gemeentelijke geschiedenis;
2. Leden van de commissie mogen:
a. noch direct, noch indirect medewerking geven aan werkzaamheden waarover de commissie adviseert;
1. Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van cultuurhistorisch belang, dus over historisch stedenbouwkundig, historisch bouwkundig, historisch geografische en archeologische waarden.
2. De commissie vergadert over de complexe aanvragen, waaronder de aanwijzing van monumenten en de dubbelbestemming cultuurhistorie in het bestemmingsplan.
3. De restauratiedeskundige adviseert samen met de stadsbouwmeester over de niet- complexe aanvragen, zoals de aanvragen omgevingsvergunning met het aspect monumenten.
1. De commissieleden worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar;
2. De commissieleden kunnen altijd ontslag nemen: dit moet schriftelijk worden ingediend bij het college;
3. De aftredende leden zijn terstond hernoembaar;
4. De commissieleden blijven, bij ontslagneming of aftreding, hun werkzaamheden verrichten totdat een opvolger de benoeming heeft aanvaard.
De secretaris van de welstandscommissie/stadsbouwmeester is secretaris indien de stadsbouwmeester en de restauratiedeskundige samen vergaderen over een integraal advies over een omgevingsvergunning met aspect monumenten. De Erfgoedcommissie heeft een eigen secretaris als deze over andere zaken dan omgevingsvergunningen adviseert.
1. De commissie adviseert met betrekking tot een aanwijzingsverzoek als bedoeld in artikel 3 van de “Monumentenverordening gemeente Katwijk” schriftelijk binnen 4 weken na ontvangst van de adviesaanvraag van het college.
2. De commissie adviseert met betrekking tot een vergunningaanvraag als bedoeld in artikel 10 van de “Monumentenverordening gemeente Katwijk” schriftelijk binnen 2 weken na de adviesaanvraag van het college.
3. De commissie adviseert met betrekking tot een vergunningaanvraag als bedoeld in artikel 11 van de “Monumentenwet 1988” schriftelijk binnen 2 weken na verzendatum van het afschrift van de vergunningaanvraag.
De commissie is bevoegd deskundigen te horen met dien verstande, dat de commissie schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders behoeft indien aan het horen van deskundigen voor de gemeente kosten zijn verbonden.
1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat van het besprokene in een vergadering een kort verslag wordt gemaakt. Dit verslag dient te worden ondertekend door de voorzitter.
2. Het verslag van de vergadering van de commissie wordt toegezonden aan het college.
De Erfgoedcommissie doet jaarlijks voor 1 april aan het college verslag van de gedurende het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden.
Artikel 10. Onvoorzienbaarheid
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, de commissie gehoord.