Organisatie | Wijdemeren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rioolaansluiting 2014 |
Citeertitel | Verordening Rioolaansluiting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-07-2014 | 19-05-2017 | Nieuwe regeling | 26-06-2014 Wijdemeren Informeren, 30 juli 2014 | Onbekend |
De raad van de gemeente Wijdemeren;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2014;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gelet op de Wet milieubeheer, de Woningwet en het Bouwbesluit 2012;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Indien de in het tweede lid bedoelde gegevens reeds aan de gemeente zijn verstrekt in het kader van een eerder verleende omgevingsvergunning bouwen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, kan bij de aanvraag van een vergunning worden volstaan met het verstrekken van een kopie van de gegevens uit de omgevingsvergunning.
Artikel 6. Kosten van de aansluiting
Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding vast aan de hand van de door de gemeente vastgestelde ´Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig aansluitrecht.
Afdeling IV Beheer en vervanging
Artikel 8. Beheer en vervanging
Het beheer dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen
Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen of groep van personen.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Wijdemeren
in zijn openbare vergadering van 26 juni 2014.
de griffier, G.J. Schutte-van der Schans
de voorzitter, drs. M.E. Smit
Toelichting op de “Verordening Rioolaansluiting 2014”
De Gemeentelijke Verordening rioolaansluiting 2010 is vervangen door de “Verordening Rioolaansluiting 2014”. Belangrijke aanleiding hiervoor is de wijziging van het Bouwbesluit per 1 april 2012, waardoor de rioleringsregels uit de voormalige bouwverordening zijn verdwenen. Belangrijk element van deze wijziging is dat het Bouwbesluit zich nu uitstrekt over zowel het bouwwerk als het perceel van de eigenaar. Ergo: tot aan de perceelgrens is het Bouwbesluit exclusief van toepassing. Het doel van de bouwregelgeving is het bevorderen van de veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van gebouwen en percelen. Met betrekking tot huishoudelijk afvalwater en hemelwater stelt de bouwregelgeving eisen aan de afvoervoorzieningen voor dat water (ofwel: de leidingen). Daarnaast is het van belang om de verordening goed te laten aansluiten op de lozingsregels voor afvalwater zoals deze blijken uit de op grond van de Wet milieubeheer, de Waterwet en de Wet bodembescherming vastgestelde AMvB’s zoals het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens. De milieuregelgeving heeft tot doel de kwaliteit van het milieu te beschermen en te verbeteren. In de milieuregelgeving worden – voor zover hier van belang – eisen gesteld aan het lozen van afvalwater, hemelwater en grondwater op de riolering.
Het is alleen al van belang de definities uit de verschillende wet- en regelgeving goed op elkaar te laten aansluiten. In het bijzonder geldt dit voor de verschillende soorten afvalwater (in de regel zijn dit vuilwater, hemelwater en grondwater) waarvan de houder zich wilt ontdoen. Wat de zorgplichten betreft geeft het GRP aan wat het gemeentelijke rioleringsbeleid is, waarbij concreet wordt gemaakt op welke wijze de stedelijke waterzorgplichten worden ingevuld zoals verankerd in de Wet milieubeheer en de Waterwet:
Door wijzigingen in de regelgeving zijn verschillende bepalingen van de huidige aansluitverordening van de gemeente niet meer actueel. Sommige bepalingen zijn overbodig omdat zij regelen wat bijvoorbeeld al in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de bouwregelgeving, de milieuregelgeving of het Burgerlijk Wetboek is geregeld. Dergelijke bepalingen zijn dan ook niet langer nodig in de nieuwe verordening.
Aansluiting en relatie met bouw- en milieuregelgeving De aansluitverordening mag niet in strijd zijn met het Bouwbesluit 2012 en de milieuregelgeving c.q. de regels met betrekking tot het lozen van afvalwater. In het Bouwbesluit 2012 is de feitelijke aansluiting van de particuliere en openbare afvoerleidingen op de openbare riolering niet opgenomen. Wel zijn eisen opgenomen aan de gebouwaansluiting op particulier terrein, tot en met de kruising van die leidingen met de perceelsgrens of (daar waar bijvoorbeeld geen tuin is) de gevel. De aansluitleiding in openbaar gebied en de aansluiting daarvan op de openbare riolering zijn niet in het Bouwbesluit 2012 geregeld. De gemeente heeft hierdoor de mogelijkheid dat deel van de aansluiting in principe zelf te regelen op grond van de eigen autonome verordeningsbevoegdheid. Voorwaarde hiervoor is, zoals al gesteld, dat de verordening niet in strijd mag zijn met de bouw- en milieuregelgeving. Zo is het belangrijk in te zien dat het niet altijd mogelijk is om een aansluitvergunning voor een afvoerleiding op de gemeentelijke riolering te weigeren, als de lozing van het afvalwater op de riolering op grond van de lozingsregels is toegestaan. Dit is in het bijzonder van belang voor de lozing van hemelwater. Als de lozing hiervan is toegestaan op grond van de lozingsregelgeving (voor particuliere huishoudens is dit het Besluit lozing afvalwater huishoudens [Blah]) , dan is het juridisch niet toegestaan (in ieder geval erg risicovol) een aansluiting hiervoor op grond van de aansluitverordening te weigeren. Zo beschouwd is de aansluitverordening het logische sluitstuk van de bouw- en milieuregelgeving. Zij regelt het laatste stukje van de leiding (vanaf de perceelsgrens tot aan het gemeentelijke aansluitpunt) en niet van de lozing zelf. De meerwaarde van de aansluitverordening is hiermee wel wat beperkter dan vroeger; weigeren van een vergunning is zomaar niet mogelijk. Daarbij kan in situaties waar een ‘omgevingsvergunning bouwen’ wordt aangevraagd, via een aansluitvoorschrift in deze vergunning geregeld worden waar en hoe de aansluitleiding moet worden aangebracht om een goede aansluiting op het openbare stelstel te realiseren. De voordelen van een aansluitverordening liggen met name nog op het gebied van vergunningvrije rioleringswerken (hoewel de aanlegger/initiatiefnemer toch zomaar de straat niet mag openbreken; daar is een ‘opbreekvergunning’ voor nodig), het regelen van de verantwoordelijkheid voor het onderhoud aan de leidingen en het verhelpen van verstoppingen.
De aansluitverordening heeft alleen betrekking op het aansluiten van de particuliere riolering op het openbare riool. Deze aansluiting is in principe toelaatbaar (en gewenst) als voldaan is aan de bouwregelgeving en de milieuregelgeving. Het doel van de aansluitverordening is om een mogelijkheid te hebben om aansluiting op de riolering te weigeren, als niet aan de bouwregelgeving of milieuregelgeving is voldaan. Zonder aansluitverordening kan de gemeente niet voorkomen dat ‘foute aansluitingen’ (eigenlijke foute lozingen als gevolg van een verkeerde aansluiting) op de riolering tot stand worden gebracht. Weliswaar kan de gemeente handhavend optreden tegen overtredingen van de bouw- en milieuregelgeving, maar dat kan pas als een overtreding heeft plaatsgevonden en door de gemeente is geconstateerd. De vergunningplicht in de aansluitverordening zorgt er voor dat de gemeente een middel heeft om foute aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te verhelpen.
De aansluitvergunning wordt verleend als aan de vigerende bouw- en milieuregelgeving wordt voldaan, maar wordt geweigerd als de aangevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouwregelgeving of de milieuregelgeving. Bij de bouwregelgeving gaat het dan bijvoorbeeld om de eis dat hemelwaterleidingen en afvalwaterleidingen gescheiden worden uitgevoerd, indien een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Met betrekking tot de milieuregelgeving is van belang dat de lozer aan de lozingseisen voor afvalwater, hemelwater en grondwater voldoet. Zo mag schoon hemelwater en grondwater niet zomaar op het vuilwaterstelsel worden geloosd.
Nieuw in de verordening: afbakening beheergrens tussen openbaar en particulier riool Het is van belang duidelijkheid te hebben over de grens tussen openbaar en particulier riool. In gemeentelijke verordening was het nooit gebruikelijk een dergelijke grens vast te leggen. Door jurisprudentie echter is duidelijk geworden dat gemeenten er goed aan doen hier wel werk van te maken. Zo oordeelde de rechtbank in Den Haag dat de gemeente verantwoordelijk is voor de riolering onder een winkelcentrum, omdat de gemeente de grens tussen openbaar en particulier riool niet in een verordening had vastgelegd. Ook de ‘Rijdende rechter’ stelde dat gemeenten het beheer van de gebouwaansluiting in een verordening moeten regelen. De uitspraken wijzen feitelijk op de noodzaak om de afbakening van de perceelaansluiting tussen particulier en gemeente bij verordening te regelen. Om die reden is hiertoe in de verordening een bepaling opgenomen (art. 10).
Voorstel nieuwe aansluitverordeningGezien de omvang van de benodigde wijzigingen is het verstandig de aansluitverordening integraal te vervangen door een nieuwe verordening: de Verordening rioolaansluiting 2014.
Artikelgewijze toelichting op de “Verordening Rioolaansluiting 2014”
In dit artikel zijn verschillende definities opgenomen over de onderdelen van de aansluitleiding.
De aansluitleiding bestaat vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool, inclusief de hiervan onderdeel uitmakende voorzieningen. Bij deze laatste valt concreet te denken aan een ontstoppingsvoorziening. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel of niet meer dan een halve meter daar vandaan. Ingeval van drukriolering is dit het punt waar het particuliere riool is aangesloten op de pompput. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het openbare rioolstelsel (de openbare perceelaansluitleiding) wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt in openbaar terrein. Het particuliere riool, meestal gelegen in de grond van de perceeleigenaar, wordt beheerd door de perceeleigenaar.
In artikel 2 wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning. Deze vergunningplicht vormt de kern van de aansluitverordening. Zonder de vergunningeis kan de gemeente niet voorkomen dat ‘foute aansluitingen’ (eigenlijke foute lozingen als gevolg van een verkeerde aansluiting) op de riolering tot stand worden gebracht. De vergunningplicht geeft de gemeente een middel om foute aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te moeten handhaven. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen over de aanleg van de aansluiting, het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding.
Volgens het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met het openbaar riool ter plaatse. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen vergunning kan worden verkregen voor de gemengde afvoer van hemelwater en afvalwater als ter plaatse een gescheiden stelsel ligt. Ook kan geen vergunning worden verkregen voor de aansluiting van hemelwaterleidingen op drukriolering of op een openbaar stelsel dat uitsluitend is bedoeld voor de afvoer van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater (DWA-stelsel).
De aanvraag wordt gedaan met een daartoe bestemd formulier, dat op de website van de gemeente ter beschikking wordt gesteld. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de gegevens die nodig zijn om een aansluitvergunning aan te vragen, reeds bekend zijn bij de gemeente, is in het tweede lid bepaald dat de aanvrager in dergelijke gevallen niet nogmaals de gegevens hoeft aan te leveren. Dit speelt met name indien voor het betreffende perceel recent een omgevingsvergunning voor het bouwen is aangevraagd, waarbij al gedetailleerde rioleringstekeningen zijn aangeleverd.
Verder is in dit artikel opgenomen (lid 2, onder e, sub iii) dat de vergunningaanvrager een duidelijk verschil in kleur of andere onderscheidingssymbolen aanbrengt tussen de vuilwaterafvoerleidingen en hemelwaterafvoerleidingen. Waar het de kleurstelling betreft, verdient het sterk de voorkeur aan te sluiten bij het ‘Handboek Inrichting Openbare Ruimte’ (HIOR) van de gemeente Wijdemeren (beschikbaar via de website van de gemeente) dat voor de aansluitleiding in de openbare ruimte onderstaande kleuren hanteert:
Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning
De aansluitvergunning wordt geweigerd als de gevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouw- of milieuregelgeving (onderdeel a en b).
Onderdeel c van het tweede lid bevat een bijzondere weigeringsgrond indien aansluiting niet op openbaar terrein kan plaatsvinden. Burgemeester en wethouders zijn niet gehouden een aansluitvergunning te verlenen indien de perceeleigenaar niet meewerkt aan de vereiste privaatrechtelijke regeling van de aansluiting op particuliere grond.
Het tweede lid, onderdeel d en verder geven een aantal specifieke verplichtingen voor de perceeleigenaar om te bereiken dat op een adequate wijze wordt aangesloten en geloosd.
Artikel 10 Grensafbakening particuliere aansluitleiding en het openbare riool
Nieuw in de verordening is een regeling voor de afbakening van de beheergrens tussen het openbare en particuliere riool. Het is van belang duidelijkheid te hebben over de grens tussen openbaar en particulier riool.
Waar er in de praktijk niet volgens het eerste lid een grens kan worden vastgesteld, is het aan het College van B&W te beslissen.
Overige artikelenDe overige artikelen van deze verordening komen inhoudelijk grotendeels overeen met de artikelen van de oude Verordening rioolaansluiting.