Organisatie | Uithoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor subsidieaanvragen 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 (ASV 2012)
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-01-2017 | Artikelen | 01-07-2015 Nieuwe Meerbode | Onbekend. | |
09-07-2014 | 09-07-2014 | nieuwe regeling | 07-07-2014 De Nieuwe Meerbode, 09-07-2014 | Onbekend. |
De gemeente nodigt organisaties uit om samen met de gemeente bij te dragen aan het realiseren van wenselijke maatschappelijke effecten. Een organisatie kan hiervoor gebruikmaken van een structurele of incidentele subsidie.
Vanaf 2015 is het mogelijk om subsidieaanvragen, tussentijdsrapportages en verantwoordingen digitaal aan te leveren. De gemeente heeft hiervoor een e-dienst beschikbaar op haar website.
De druk op het meten van de resultaten neemt toe. De gemeente gaat daarom nadrukkelijker sturen op de toegevoegde waarde van activiteiten op de gewenste maatschappelijke effecten. De gesubsidieerde organisaties worden gevraagd hieraan een bijdrage te leveren.
Herziening en heroverweging beleidsregels
De gemeente Uithoorn evalueert de inhoud en de inzet van de beleidsregels. Op basis van de bevindingen kan de gemeente Uithoorn de inhoud en de inzet van de beleidsregels voor het boekjaar 2017 heroverwegen.
Voor het verstrekken van subsidies is de Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 (ASV 2012) van toepassing. Deze verordening geldt voor alle subsidies, tenzij er sprake is van een bijzondere subsidieregeling. De ASV 2012 geeft het college de mogelijkheid om jaarlijks subsidieregelingen vast te stellen met beleidsprioriteiten en criteria voor de verdeling van de onder de subsidieplafonds vallende bedragen.
Uitgangspunten bij subsidieverstrekking
De gemeente hanteert een aantal uitgangspunten bij het subsidiëren van organisaties, te weten:
Subsidie draagt bij aan het realiseren van de maatschappelijke opgave in Uithoorn.
Subsidie is gebaseerd op een maatschappelijke vraag: een vraag of een probleem vanuit de burger gesteld of ervaren. De subsidie wordt ingezet waar dit het meeste nodig is.
Eigen kracht en ondersteuning op maat
Het versterken van de eigen kracht van bewoners en hun netwerken staat centraal. Bij het versterken van de eigen kracht staat emancipatie voorop: het stimuleren van bewoners in het vermogen hun eigen leven zelf vorm te geven. Eigen kracht betekent ook, indien mogelijk, het aanspreken van bewoners op de eigen verantwoordelijkheid voor hun leven. Naast het versterken van de eigen kracht van bewoners individueel is ook de bundeling van eigen kracht in vrijwilligersgroepen belangrijk.
Het voorzieningenniveau in de wijk en in de gemeente wordt zeker niet alleen door de overheid gerealiseerd. Andere partijen leveren net zo goed hun bijdrage, zoals vrijwilligersorganisaties, woningbouwcorporaties, welzijnsorganisaties, ziektekostenverzekeraars, zorginstellingen en ondernemers. Samenwerking tussen alle partijen onderling en met de gemeente is van groot belang. De gemeente verwacht van gesubsidieerde partijen dat men in staat is om lokale maatschappelijke trends te signaleren en te vertalen naar consequenties voor samenwerking.
Bij het behandelen van een subsidieaanvraag laat de gemeente de mate van cofinanciering en de mate van samenwerking meewegen in haar beoordeling om te komen tot subsidieverstrekking.
Het heeft de voorkeur om te werken met zogenaamde ‘evidence based’-methodieken. Organisaties die een aanvraag indienen worden verzocht specifiek duiding te geven aan dit onderdeel in hun aanvraag.
Van de aanvrager wordt verwacht dat de werkwijze outreachend is, gericht op het vinden van de doelgroep die ondersteuning nodig heeft.
Organisaties die vallen onder de Wet meldcode, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punten van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.
Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verantwoordelijk voor cliëntondersteuning. Clientondersteuning kan verdeeld worden in de volgende categorieën:
Cliëntondersteuning is toegankelijk voor alle burgers, maar richt zich vooral op kwetsbare burgers met beperkte regie en beperkte sociale zelfredzaamheid en die problemen hebben met het zelfstandig participeren in de samenleving. Ze kunnen bijvoorbeeld de hulpvraag moeilijk verwoorden, hebben beperkt inzicht en overzicht over problemen en mogelijke oplossingen en hebben hulp nodig bij het maken van keuzes. Cliëntondersteuning versterkt de positie van de cliënt, door te helpen met het formuleren van zijn hulpvraag, het maken van keuzes en het oplossen van problemen.
De cliëntondersteuner staat ‘naast de cliënt’ en kan een belangrijke bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid en participatie van mensen. Deze laagdrempelige voorziening heeft ook een preventieve functie, waardoor onnodig beroep op zorg en ondersteuning kan worden voorkomen.
Hieronder vindt u de belangrijkste criteria waar cliëntondersteuning volgens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning aan moet voldoen:
Clientondersteuning vraagt om integrale benadering: Het gaat bij cliëntondersteuning om ondersteuning van de verminderd zelfredzame cliënt met informatie en advies om de cliënt zo nodig in staat te stellen tot het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning.
De organisaties die uitvoering geven aan cliëntondersteuning en een subsidie aanvragen moeten voldoen aan de bovenstaande voorwaarden. Dit wordt bij de betreffende beleidsregels expliciet genoemd.
Procedure structurele subsidie
Aanvragers hebben de gelegenheid subsidieaanvragen voor structurele subsidies 2016 in te dienen op basis van een of meerdere subsidieregelingen tot uiterlijk 1 september 2015 (voor subsidiering van de activiteit in 2016).
Er dient gebruik te worden gemaakt van de officiële aanvraagformulieren. Het geniet de voorkeur om gebruik te maken van het e-formulier. De aanvraagformulieren en de toelichting hierop zijn via de home pagina van de website van de gemeente raad te plegen: www.uithoorn.nl, bij ‘ik wil een subsidie aanvragen’.
Definitieve besluitvorming over de subsidieaanvragen zal plaatsvinden nadat de gemeenteraad de begroting heeft vastgesteld. Naar aanleiding hiervan worden de subsidieplafonds voor het begrotingsjaar definitief. Ook kunnen op basis van de begrotingsvaststelling nadere richtlijnen door de gemeenteraad worden gegeven die bij de uiteindelijke beoordeling van de subsidieaanvraag worden toegepast. Het besluit over de subsidieaanvraag ontvangt de aanvrager uiterlijk op 31 december 2015. De periode tussen 1 september 2015 en 31 december 2015 is bestemd voor aanvraagbeoordeling en zo nodig voor nader overleg met de aanvrager.
In de definitieve subsidiebeschikking staan de voorwaarden voor wat betreft de verantwoording en vaststelling van de subsidie.
Voor vragen over de subsidieregelingen en/of de te volgen procedure kunt u contact opnemen met de bij de subsidieregeling genoemde behandelend ambtenaar. Hier kunt u ook de in de subsidieregeling genoemde referentiedocumenten opvragen.
Procedure incidentele subsidie
Een incidentele subsidie kan het hele jaar aangevraagd worden, mits de activiteiten passen
binnen de genoemde criteria en voorwaarden in de subsidieregeling. De aanvraag voor een incidentele subsidie dient uiterlijk 13 weken voorafgaand aan de start van de activiteiten te worden aangevraagd. Er dient altijd gebruik te worden gemaakt van de officiële aanvraagformulieren, bij voorkeur het e-formulier. De formulieren zijn beschikbaar via de home pagina van de website van de gemeente: www.uithoorn.nl, bij ‘ik wil een subsidie aanvragen’.
De aanvraag voor een incidentele subsidie niet vroeger dan 13 weken voorafgaand aan het subsidiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft worden ingediend (vanaf 1 oktober 2015 voor een incidentele subsidie in 2016).
In de definitieve subsidiebeschikking staan de voorwaarden voor wat betreft de verantwoording en vaststelling van de subsidie. Voor bedragen boven de € 5.000,- dient in ieder geval een verzoek tot vaststelling te worden ingediend door de subsidieaanvrager, met bijbehorende documenten. De specificatie van de benodigde documenten staat in de definitieve beschikkingsbrief.
Beleidsregel 1 Maatschappelijke ondersteuning
Burgers participeren zelfredzaam en op eigen kracht in de samenleving. Waar eigen kracht en/of netwerk (tijdelijk) ontbreekt, faciliteert de gemeente, bij voorkeur tijdelijke, ondersteuning, een sluitende zorgketen of een compenserende voorziening.
Het doel van de subsidie is zorgen dat burgers volwaardig meedoen aan de samenleving en voorkomen dat kwetsbare burgers uitvallen. Waar dat onverhoopt toch dreigt te gebeuren of gebeurt fungeert de gemeente als (tijdelijk) vangnet gericht op behoud, versterking of herstel van de eigen kracht en netwerk van burgers en organisaties. Een integrale blik en aanpak (afstemming en samenwerking: zorgregie en een sluitende keten) is daarbij essentieel.
De gemeente Uithoorn hanteert de volgende definitie van kwetsbare burger:
De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:
Specifiek voor Jeugdmaatschappelijk werk:
Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.
Bijzondere criteria en/of voorwaarden
De aanvrager is aangesloten (of zorgt bij het toekennen van de subsidie voor een aansluiting) op Matchpoint (Regionale Verwijsindex Risicojongeren), zorgt voor een adequate registratie van risicokinderen in Matchpoint en zorgt bij het ontstaan van een match voor een adequate afstemming met andere partners.
Het subsidieplafond is € 661.462,- (deelplafond voor jeugdmaatschappelijk werk is € 21.000,-). Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Beleidsregel 2 Clientondersteuning
Het doel van deze subsidie is om de participatie, eigen regie en zelfredzaamheid van mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking te vergroten. Hierbij gaat het om mensen met een (licht) verstandelijke beperking, chronische ziekte, lichamelijke of zintuiglijke beperking, autisme of niet-aangeboren hersenletsel. In het kader van decentralisatie AWBZ zijn gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor deze doelgroep.
De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:
Het bieden van cliëntondersteuning aan mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Cliëntondersteuning omvat: het geven van informatie en advies, vraagverheldering, kortdurende ondersteuning, activering van de cliënt en diens netwerk, bemiddeling en verwijzing, ondersteuning bij crisis ingeval van interventie, hulp bij monitoring en evaluatie van dienstverlening en zorg, hulp bij klachten en (voorkomen van) bezwaar en beroep;
Beleidsregel 3 Huiselijk geweld
De doelstelling van de aanpak van huiselijk geweld is als volgt:
De verwachting is dat het aantal casussen zal stijgen, indien vroegsignalering en voorlichting een zwaarder accent krijgen op basis van de regioaanpak en het lokale plan van aanpak. De geformuleerde beoogde doelen zijn pas op langere termijn haalbaar en van meerdere factoren afhankelijk.
De doelgroep bestaat uit burgers uit Uithoorn en Ouder- Amstel die op enigerlei wijze te maken hebben of krijgen met een vorm van huiselijk geweld. Het speelt zich in de huiselijke sfeer af en is niet direct zichtbaar voor de omgeving. Het geweld kent allerlei gradaties: vernederen, treiteren, geestelijke of lichamelijke mishandeling, financiële uitbuiting, ontspoorde zorg, verwaarlozing en psychiatrische problematiek. Specifieke soorten van geweld zijn daarbij ouderen- mishandeling, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en achterlating, en seksueel geweld. Bij deze burgers en gezinnen gaat het veelal om meervoudige problematiek, zoals schulden, verslaving, huisvesting, scheiding, opvoeden van kinderen psychische of psychiatrische problemen.
Vergroten eigen kracht: de cliënt is in staat om in een vroeg stadium hulp in te schakelen, waardoor er eerder hulp geboden kan worden. Daarmee wordt voorkomen, dat de situatie (te) lang voortduurt, pas later naar buiten komt, waardoor er langduriger hulp geboden moet worden. Het vergroten van de eigen kracht betekent ook, dat de cliënt op den duur zijn eigen problemen leert oplossen en daarmee de regie over hun eigen leven terugvinden;
Activeren en versterken van netwerk: door het betrekken van de omgeving (familie, vrienden, buren, enz.) bij de uitvoering van het veiligheidsplan en herstelplan wordt de geslotenheid en beslotenheid van het gezinssysteem doorbroken. De beoogde resultaten in het veiligheidsplan en herstelplan zijn duurzaam van aard.
De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:
Output indicatoren (2- 3 keer per jaar):
De Gezondheidsraad adviseert dat alle mishandelde kinderen tenminste psycho-educatie (preventieve voorlichting) wordt aangeboden. Dit is volgens de Gezondheidsraad altijd nodig, óók als er op dat moment (nog) geen sprake is van aanwijsbare schade bij het kind. Kinderen die aan een psycho-educatieve cursus meedoen vertonen na afloop minder emotionele problemen, gedragsproblemen en posttraumatische stresssymptomen.
Uithoorn voegt hieraan toe dat maatwerk voor het kind, dus niet per se groepsaanbod, altijd leidend zal zijn.
Outcome indicatoren (jaarlijks):
Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate (aanvullende) indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.
Bijzondere criteria en/of voorwaarden
De inzet vindt plaats onder regie van het sociale wijkteam van Uithoorn en Ouder- Amstel. Daarbij wordt samengewerkt met partijen (Politie, Brijder, GGZ InGeest, JBRA, GGZ de Waag, Mee, veiligheidshuis, reclassering, woningbouwverenigingen, enz.) die een bijdrage leveren aan de verdieping van de probleemanalyse en de ontwikkeling en de uitvoering van het plan van aanpak.
Vanwege de meervoudige problematiek (huisvesting, schulden, verslaving, scheiding, psychische klachten en opvoeding van kinderen) wordt verwacht dat op basis van een integrale probleemanalyse een integraal plan van aanpak gemaakt wordt, gericht op het doorbreken van de geslotenheid en beslotenheid en participatie buitenshuis. De problemen zijn beschreven volgens de methodiek van de zelfredzaamheidmatrix geformuleerd;
Gendersensitieve aanpak: rekening houdend met sociaal- culturele verschillen en verschillen tussen de seksen: positie, rolpatronen en verwachtingen gekoppeld aan sekse. De aanpak is gericht op het verkleinen van machtsverschillen en afhankelijkheden en is gericht op zowel slachtoffer(s) als op de pleger;
De aanvrager beschrijft op welke wijze zij aan de Wet Meldcode voldoet. In het bijzonder op de punten van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol; Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015, o.a.: belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, integrale benadering en cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.
Uit onderzoek van het Verwey Jonker Instituut blijkt dat de geboden hulp vaak resultaat heeft, maar niet voldoende: er is significant minder partnergeweld mede dankzij de geboden hulp, zo nemen de onderzoekers aan. Echter, de aanpak is niet effectief genoeg voor gezinnen waarin langdurig en veelvuldig ernstig partnergeweld voorkomt. De helft van de respondenten zegt dat de partner na anderhalf jaar nog steeds fysiek gewelddadig is.
Het hulpaanbod is daarbij nog teveel gericht op de moeder. De pleger is, zeker na een scheiding, moeilijk te motiveren om aan hulpverlening deel te nemen. Er is nog geen sprake van een integraal en systemisch hulpaanbod gericht op pleger, slachtoffer en kinderen samen. Moeders hebben het gevoel dat de partner zich kan onttrekken aan de hulpverlening en niet wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor een veilige leefsituatie voor de kinderen.
Het subsidieplafond is € 120.000,-. De hoogte van het totale subsidieplafond is afhankelijk van de decentralisatie uitkering vrouwenopvang en van de lokale deelplafonds: voor Uithoorn geldt een plafond van € 42.812,- en voor Ouder- Amstel geldt een plafond van € 20.034,-.
Het subsidieplafond is onder voorbehoud van:
Beleidsregel 4 Vrijwilligersondersteuning
Vrijwillige inzet speelt een belangrijke rol bij de omslag (transformatie) van complexe, verkokerde ondersteuning veraf naar preventieve ondersteuning dichtbij. De vrijwilligerscentrale fungeert daarbij als expertisecentrum met de focus op (kleine) vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties die met vrijwilligers werken. Het doel is zelfredzaamheid en eigen kracht van organisaties, maar ook van (potentiële) vrijwilligers te vergroten. Het versterken van vrijwillige inzet door het stimuleren van samenwerking en afstemming van vrijwilligersinitiatieven is daarbij van groot belang.
De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:
Het verlenen van vrijwilligerswerk voor zorgbehoevenden wordt met extra aandacht gestimuleerd en uitval van vrijwilligers zal zoveel mogelijk worden voorkomen. In het verlengde hiervan kunnen mantelzorgers worden ondersteund door de inzet van vrijwilligers, die hun zorgtaken (gedeeltelijk) overnemen.
Beleidsregel 5 Mantelzorgondersteuning
Met de toenemende vergrijzing en de extramuralisering van de zorg wordt een aldoor groter beroep gedaan op mantelzorgers. Mantelzorgers zijn één van de belangrijkste pijlers in de civil society. Dankzij de inzet van mantelzorgers worden sociale verbanden in stand gehouden. Mantelzorger zijn is niet altijd een bewuste keuze. Het overkomt hen en ze zien het als een vanzelfsprekendheid. Hierdoor herkennen veel mantelzorgers zichzelf vaak niet als zodanig en daardoor lopen mantelzorgers lopen (grote) kans overbelast te raken.
Nu de transformatie van complexe, verkokerde ondersteuning veraf naar preventieve ondersteuning dichtbij in volle gang is, wordt er steeds meer van mantelzorgers verwacht. Vaak zijn ze al heel actief in het ondersteunen van hun naaste(n) met het risico dat de mantelzorger (nog meer) overbelast raakt. Om dit te voorkomen is goede mantelzorgondersteuning noodzakelijk. Het mantelzorg steunpunt fungeert als expertisecentrum informele zorg en mantelzorg met de focus op (kleine) vrijwilligersorganisaties. Ook hier is het doel zelfredzaamheid en eigen kracht van mantelzorgers (zorgvragers) en organisaties maar te vergroten.
Bijzondere criteria en/of voorwaarden
Speciale aandacht in de ondersteuning naar mantelzorgers gaat uit naar de volgende specifieke doelgroepen: (1) opgroeiende kinderen als mantelzorgers, (2) mantelzorgers van chronisch zieken, (3) terminaal zieken en gehandicapten, (4) allochtone mantelzorgers en (5) mantelzorgers van mensen met een psychiatrische aandoening.
Beleidsregel 6 Participatie en integratie
De gemeente Uithoorn wil dat de allochtone inwoners volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Meedoen en integreren hebben een wederkerig effect. Integratie bevordert het meedoen en het meedoen bevordert de integratie.
Het doel van deze subsidie is om middels taalstimulerings-, participatie- en integratieactiviteiten de deelname van allochtone inwoners aan de samenleving te optimaliseren.
Beleidsregel 7 Maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden
• Het vaste deel wordt vermeerderd met € 1.000,- per gehuisveste asielgerechtigde van het Centraal Opvang Asielzoekers.
Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Hoogte van het subsidiebedrag is afhankelijk van de taakstelling (het aantal te huisvesten asielgerechtigden) en lopende trajecten maatschappelijke begeleiding. De taakstelling fluctueert per jaar/zes maanden. Afhankelijk van de onrust in de wereld. Vandaar dat in deze beleidsregel sprake is van een variabel subsidieplafond.
Beleidsregel 8 Zelfredzaamheid
In een aantrekkelijke woon- en leefgemeenschap moeten burgers zoveel mogelijk vanuit zelfredzaamheid en op eigen kracht kunnen participeren in de samenleving. Daar waar de burger dit niet kan, is hij in eerste instantie aangewezen op zijn eigen sociale netwerk.
Het doel van deze subsidie is om (potentieel) kwetsbare burgers in staat te stellen te participeren aan de samenleving en om hen zo tevens te stimuleren hun eigen netwerk te versterken.
De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:
Het activiteitenaanbod is niet alleen gericht op ontmoeting. De activiteiten hebben een duidelijk preventief karakter voor het ondersteunen van (potentieel) kwetsbare burgers specifiek gericht op het tegengaan van eenzaamheid, het versterken van zelfredzaamheid, weerbaarheid, signalering, gezondheidsbevordering, uitbreiding eigen netwerk en/of actieve participatie.
Het subsidieplafond is € 26.405,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Binnen het subsidieplafond gelden de volgende deelplafonds:
Beleidsregel 9 Taalontwikkeling
Deze beleidsregel is in ontwikkeling en wordt naar verwachting in de tweede helft van 2015 aangepast op basis van rijksontwikkelingen in de ‘Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie’ (Wet OKE). Na bekendmaking van de nieuwe wetgeving en de bijbehorende financiële middelen, maakt de gemeente Uithoorn nieuwe beleidskeuzes. Zodra het nieuwe beleid is vastgesteld wordt deze beleidsregel geactualiseerd. De intentie is om vanaf 1 januari 2016 te starten met de uitvoering van het nieuwe beleid.
Voorsorterend op de nieuwe wetgeving, kunt u uw subsidieaanvraag voor 2016 reeds indienen. In het kader van bovengenoemde ontwikkelingen zullen wij uw aanvraag echter toetsen aan het nieuwe beleid. De aanvragers worden van het proces op de hoogte gehouden.
Taalachterstanden worden gezien als de veroorzaker van onderwijsachterstanden en soms zelfs schooluitval. Onderzoeken tonen aan dat vroegtijdige signalering en begeleiding van taalontwikkelingsachterstand een goede kans biedt op herstel en kan voorkomen dat kinderen uitvallen binnen het basisonderwijs.
Het geven van passend taalonderwijs behoort tot de kerntaken van het onderwijs. Met de komst van de Wet OKE wordt ook een bijdrage geleverd aan het tegengaan van taalachterstanden door voorschoolse voorzieningen (VVE) of met behulp van schakelklassen.
De peuteropvang heeft een belangrijke plaats in het lokale jeugdbeleid en binnen de keten van voorzieningen voor 0-6-jarigen. Op de peuteropvang kunnen kinderen leren spelen, zich ontwikkelen en vriendschappen sluiten. Kinderopvang is een belangrijke voorwaarde voor ouders om zorg en arbeid te kunnen combineren. Overeenkomst is dat in beide voorzieningen het ontmoeten van andere kinderen en het stimuleren van de ontwikkeling centraal staan. Verschillen tussen voorzieningen hebben vooral te maken met de wijze van financiering en met de duur van het verblijf in de voorziening. De peuteropvang bereikt hierdoor een andere groep kinderen dan de kinderopvangcentra. Kinderopvang is sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in 2005 een marktgerichte private sector.
Het doel van de subsidie is om spraak-/taalproblematiek bij kinderen vroegtijdig te signaleren en kinderen van 0 tot 14 jaar te stimuleren in hun ontwikkeling. Hierdoor wordt bereikt dat de kinderen goed kunnen meedoen en dat in een vroeg stadium aan een optimale schoolloopbaan wordt gewerkt. Dit gebeurt met behulp van gerichte educatieve programma's waarin onder andere aandacht is voor taalontwikkeling en taalondersteuning, sociale vaardigheden en samen spelen.
Het subsidieplafond is € 375.585,- Dit plafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de Gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Binnen het subsidieplafond geldt een verdeling op basis van rijksmiddelen. Dat betekent dat de jaarlijks toegekende VVE subsidie vanuit het Rijk dient te worden besteed aan VVE gerelateerde voorzieningen en/of activiteiten. Het bedrag voor 2015 bedroeg € 216.360,- (de bedragen voor 2016 zijn nog niet bekend).
Binnen het subsidieplafond gelden de volgende deelplafonds:
€ 49.500,- voor spraak- en taalsignalering. Voor de activiteiten met betrekking tot vroegsignalering van spraak-taalproblematiek heeft de gemeente afspraken met De OnderwijsAdvies groep. De OnderwijsAdvies groep is zodoende de enige organisatie die in aanmerking komt voor een subsidie van de gemeente voor deze activiteit;
Beleidsregel 10 Opgroei- en opvoedondersteuning
In 2016 is een groot gedeelte van de subsidies voor opgroei- en opvoedondersteuning ondergebracht een projectsubsidie voor een pilot met de ouder & kindcoaches die voor anderhalf jaar is verstrek.
Vanaf 2016 is het jeugdmaatschappelijk werk samengevoegd met de subsidie voor het algemeen maatschappelijk werk en ondergebracht bij beleidsregel 1 Maatschappelijk ondersteuning.
Opgroeien dient vooral leuk en leerzaam te zijn. Maar wanneer het mis dreigt te gaan met de ontwikkeling, dient vroegtijdig gesignaleerd en ingegrepen te worden. De opvoeding is een belangrijk aspect in de ontwikkeling van kinderen. Opvoedingsproblemen kunnen de oorzaak zijn van stagnaties in de ontwikkeling. Ouders kunnen op verschillende momenten in de opvoeding behoefte hebben aan ondersteuning.
Het is goedkoper, gemakkelijker en beter om problemen te voorkomen of in een vroeg stadium te signaleren en op te lossen, dan achteraf met de gevolgen te worden geconfronteerd. Bij preventie maatregelen gericht op kinderen, dienen er directe verbindingen te worden gelegd tussen het kind, het gezin en de betrokken instanties. Bij vermoedens van zwaardere en meervoudige problematiek binnen het gezin, dient er contact/aansluiting gezocht te worden met het sociaal team.
Op basis van Artikel 2.1. van de Jeugdwet dient de gemeente onder andere een preventief jeugdbeleid te voeren gericht op het:
Het doel van de subsidie draagt bij aan de bovenstaande wettelijke verplichting en richt zich op het bieden opvoed- en opgroeiondersteuning aan ouders en/of kinderen tot in de leeftijd van 0 – 4 jaar.
De doelgroep 4 – 12 jaar valt onder pilot ouder & kindcoaches en de doelgroep 12 – 23 jaar onder beleidsregel 1.
De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:
Opgroei- en opvoedondersteuning in Uithoorn is gebaseerd op een wettelijke verplichting (Artikel 2.1. van de Jeugdwet) en bestaat uit de volgende onderdelen:
Onder signaleren verstaat de gemeente Uithoorn dat professionals of burgers tijdig opmerken dat het niet goed gaat met een kind en/of het gezin. Naast het zien dat het niet goed gaan verstaan we onder signaleren ook het handelen, dat kan zijn het bespreekbaar maken bij het kind en het gezin, doorverwijzen of de omgeving inschakelen.
Hulp- en ondersteuning die gericht is op een kortdurend contact. Met behulp van lichte interventies kan het kind en/of het gezin weer zelf de regie voeren over hun eigen leven. Zoals groepstrainingen gericht op echtscheidingen, sociale vaardigheidstraining, opvoedadvies en opvoedspreekuren. Waar mogelijk wordt er naar een eigen bijdrage gevraagd.
Bijzondere criteria en/of voorwaarden
Een optimale afstemming en integrale benadering van gezinsdossiers door de ketenpartners binnen het jeugddomein is vereist. Wij gaan ervanuit dat deze integrale benadering mede wordt bereikt door samenwerking binnen het Netwerk Jeugd & Gezin en door onder andere het deelnemen aan sociaal team door de aanvrager, indien vereist;
De organisatie is aangesloten (of zorgt bij het toekennen van de subsidie voor een aansluiting) op Matchpoint (Regionale Verwijsindex Risicojongeren), zorgt voor een adequate registratie van risicokinderen in Matchpoint en zorgt bij het ontstaan van een match voor een adequate afstemming met andere partners.
Het subsidieplafond is € 67.500,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Binnen het subsidieplafond zijn de volgende deelplafonds beschikbaar:
Beleidsregel 11 Kinder- en jongerenwerk
De gemeente Uithoorn wil dat kinderen kunnen opgroeien tot evenwichtige en zelfredzame burgers, die participeren in de maatschappij. Ieder kind heeft talent; het ontplooien en ontwikkelen van talenten stimuleert opgroeien tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers, die tijdig hulp en ondersteuning kunnen vragen en bieden. Het kinder- en jongerenwerk en vrijwilligersorganisaties spelen hierin een belangrijke rol doordat ze kinderen en jongeren in de gelegenheid stellen om zelf activiteiten te organiseren zodat zij hun talenten kunnen ontplooien.
Daarnaast heeft het kinder- en jongerenwerk ook een belangrijke rol in de signalering van kwetsbare kinderen/jongeren. Kinderen en jongeren met lichte problematiek, dat wil zeggen een achterstand op het terrein van zelfredzaamheid en meedoen, moeten vroegtijdig gesignaleerd worden door het tiener- en jongerenwerk, zodat (en indien mogelijk) extra inzet wordt gepleegd of het eigen netwerk ingeschakeld.
Vragen voor zorg en ondersteuning van kinderen, jongeren en/of ouders worden voorkomen of opgelost door het bieden van op de vraaggerichte laagdrempelige voorzieningen en interventies die bijdragen aan het versterken van de eigen kracht en het netwerk. Het tiener- en jongerenwerk spreekt met kinderen en jongeren over hun (lichte) problemen en bieden een luisterend oor en advies. Daarnaast zetten zij activiteiten in om de empowerment van kinderen en jongeren te vergroten, waarmee meer zelfvertrouwen wordt gecreëerd.
Bijzondere criteria en/of voorwaarden
De aanvrager is aangesloten (of zorgt bij het toekennen van de subsidie voor een aansluiting) op Matchpoint (Regionale Verwijsindex Risicojongeren), zorgt voor een adequate registratie van risicokinderen in Matchpoint en zorgt bij het ontstaan van een match voor een adequate afstemming met andere partners.
Het subsidieplafond is € 161.758,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Binnen het subsidieplafond zijn de volgende deelplafonds beschikbaar:
Beleidsregel 12 Brede impuls combinatiefuncties
In verband met de aangepaste bibliotheekwet en de geplande verhuizing van de bibliotheek in 2016 zijn zowel de inhoud van de beleidsregel als de hoogte van het subsidieplafond afhankelijk hiervan. De beleidsregel wordt geactualiseerd indien ontwikkelingen en overleg met de subsidieaanvrager hiertoe aanleiding geven.
Kunst en cultuur zijn om van te genieten en bij te ontspannen. Daarbij is het leerzaam en draagt het bij aan ontmoeting en dus aan sociale infrastructuur. Iedereen moet dit kunnen beleven. Kunst en cultuur leveren een belangrijke bijdrage aan de levendigheid en de leefbaarheid van Uithoorn.
Het doel van de subsidie is om alle inwoners (en specifiek jongeren) laagdrempelig kennis te kunnen laten maken met het brede cultuuraanbod in Uithoorn via de aandachtsgebieden: kennis en informatie, ontwikkeling en educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur, ontmoeting en debat.
Beleidsregel 14 Breedtecultuur
Kunst en cultuur zijn om van te genieten en bij te ontspannen. Daarbij is het leerzaam en draagt het bij aan ontmoeting en dus aan de sociale infrastructuur. Alle bewoners van Uithoorn moeten in staat worden gesteld dit te kunnen beleven.
Het doel van de subsidie is de levendigheid en de leefbaarheid van Uithoorn te vergroten.
De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:
Het organiseren van beeldbepalende (cultuur-)evenementen/activiteiten, denk hierbij aan een muziekconcours, korenfestival of straattheater. Evenementen kunnen ook een podium bieden voor de cultuur-/amateursector om zich aan het brede publiek te presenteren en/of het nieuwe cultureel seizoen in Uithoorn feestelijk te openen;
Het subsidieplafond is € 32.366,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.
Het college is voornemens om het stimuleringsbeleid op het gebied van cultuur te herzien. Het (subsidie)beleid vanaf 2017 kan in potentie in sterke mate afwijken van deze beleidsregel. Aanvragers worden hierbij op de hoogte gesteld van het mogelijk vervallen of drastisch wijzigen van deze beleidsregel vanaf 2017. Aanvragers dienen zich op het standpunt te stellen dat een eventueel toe te kennen subsidie voor het jaar 2016 de laatste subsidie kan zijn.