Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Beleidsregel tenderregeling cultuurparticipatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel tenderregeling cultuurparticipatie
CiteertitelTenderregeling cultuurparticipatie 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpIncidentele subsidies cultuurparticipatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

ASV

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-07-201403-12-2015Nieuwe regeling (tevens intrekking van de Beleidsregel tenderregeling Cultuurparticipatie 2013-2016)

08-07-2014

GVOP

OBM-14000035

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel tenderregeling cultuurparticipatie

 

 

 

beleidsregel

”TENDERREGELING CULTUURPARTICIPATIE”

Artikel 1

Begripsomschrijving

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen.

  • b.

    Project: een geheel van samenhangende activiteiten met een duidelijk beginpunt en eindpunt in de tijd.

  • c.

    Rechtspersoon: een organisatie die zich de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard van de inwoners van Heerlen, of een deel daarvan ten doel stelt.

  • d.

    Tenderregeling: subsidieregeling, gebaseerd op een afwegingsprocedure, waarbij meerdere subsidieaanvragen met elkaar vergeleken worden.

Artikel 2

Voorwaarden

  • 1.

    Het primaire doel van de aanvraag is het actief beoefenen van de amateurkunsten en/of urban arts.

  • 2.

    De aanvraag heeft betrekking op een of meer van de volgende kunstdisciplines: muziek, dans, zang, theater, audiovisuele kunstuitingen, beeldende kunst, urban en literatuur.

  • 3.

    De aanvrager moet een rechtspersoon zijn. Het college kan hiervan afwijken als het project van belang is voor de ontwikkeling van de amateur- en urban arts kunsten in Heerlen. Dan moet de aanvraag wel worden ondersteund door een rechtspersoon dragende (culturele) instelling.

  • 4.

    De activiteit is incidenteel en bijzonder van karakter en overstijgt het reguliere aanbod. De aanvraag kan ook betrekking hebben op een activiteit binnen een cyclus, maar dan moet de betreffende activiteit iedere keer weer een bijzonder karakter hebben.

  • 5.

    Het project vindt plaats in de gemeente Heerlen, of de gemeente Heerlen is één van de plaatsen waar de activiteit plaatsvindt. Uit de begroting moet wel duidelijk blijken welke kosten betrekking hebben op de activiteit in Heerlen.

  • 6.

    Projecten voldoen aan minimaal twee van de in artikel 3 genoemde criteria: vernieuwing, samenwerking en cultuurparticipatie.

  • 7.

    Projectaanvragen moeten worden ingediend door volledige invulling van het aanvraagformulier.

  • 8.

    De maximaal mogelijke subsidie bedraagt € 5.000 en maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 9.

    In het geval een subsidie wordt toegekend, dient in de publiciteit de gemeente Heerlen te worden vermeld, waarbij het actuele logo moet worden gebruikt.

Artikel 3

Geen financiële bijdrage wordt verstrekt voor:

  • 1.

    activiteiten die primair of overwegend een niet-cultureel doel hebben, bijvoorbeeld projecten voor een goed doel en projecten van commerciële aard met een beperkte culturele component, projecten met een levensbeschouwelijk of politiek doel.

  • 2.

    activiteiten die een verzoek voor ondersteuning van structurele organisatiekosten inhouden.

  • 3.

    kosten van jubileumfeesten. Activiteiten in een jubileumjaar die ook voldoen aan de voorwaarden van artikel 2 en de in artikel 4 genoemde criteria kunnen wel voor een subsidie in aanmerking komen.

Artikel 4

Criteria

Het aantal (deel)criteria dat van toepassing is op een project en de mate waarin het project hieraan voldoet, bepalen de uiteindelijke weging van de aanvraag in het totaal per tranche ingediende aantal aanvragen. De weging vindt plaats na afloop van de indieningstermijn.

Het project wordt getoetst aan de volgende drie criteria:

  • 1.

    Vernieuwing:

    • a.

      de activiteit is naar aard en inhoud vernieuwend in relatie tot de gebruikelijke activiteiten van de aanvrager.

    • b.

      de activiteit is aanvullend op het bestaande aanbod.

    • c.

      de activiteit is gericht op kwaliteitsverbetering (ontwikkeling) van de amateurkunsten en/of urban arts.

  • 2.

    Samenwerking:

    • a.

      het project is gericht op inhoudelijke samenwerking met andere amateurkunstverenigingen met dezelfde discipline.

    • b.

      het project is gericht op inhoudelijke samenwerking met andere amateurkunstdisciplines.

    • c.

      het project is gericht op inhoudelijke samenwerking met professionele kunst- en cultuurinstellingen.

  • 3.

    Cultuurparticipatie:

    • a.

      de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie.

    • b.

      de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie van jongeren.

    • c.

      de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie van ouderen.

    • d.

      de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie in buurten en wijken.

  • 4.

    Projecten in het door de raad aangewezen themajaar 2015 sluiten aan bij minimaal één van de thema’s van het Jaar van de Mijnen:

    a ‘Kolen en Kennis’ verbeeldt de kracht van de mijnstreek.

    b ‘Veelheid aan Gemeenschappen’ vraagt aandacht voor de unieke sociale structuur van de streek.

    c ‘Transitie als Traditie’ thematiseert de vernieuwingskracht en progressieve blik van de streek.

Artikel 5

Aanvragen

  • 1.

    Aanvragen worden per kalenderjaar over twee tranches verdeeld, tranche 1 geldt voor activiteiten van januari t/m juni, tranche 2 voor activiteiten van juli t/m december.

  • 2.

    Aanvragen voor activiteiten in het eerste halfjaar, moeten worden ingediend vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het project.

  • 3.

    Aanvragen voor activiteiten in het tweede halfjaar, moeten worden ingediend vóór 1 mei van het jaar waarin het project plaatsvindt.

  • 4.

    De aanvraag moet worden ingediend door invulling van het daarvoor bestemde aanvraagformulier.

Artikel 6

Toekenning

Het college kent toe en wijst af op basis van een ambtelijke advies, waarbij het subsidiebudget wordt verdeeld door alle aanvragen in een tijdvak met elkaar te vergelijken, waarop een beslissing wordt genomen over de in het kader van deze regeling te verlenen subsidies.

Artikel 7

Subsidieplafond

Het subsidieplafond wordt door het college jaarlijks vastgesteld. Het totale jaarlijkse subsidieplafond wordt in twee gelijke bedragen per halfjaarlijkse tranche verdeeld.

Artikel 8

In werkingtreding

  • 1.

    De beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De beleidsregel “Tenderregeling cultuurparticipatie 2013-2016”, vastgesteld op 5 maart 2013, wordt ingetrokken.

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Tenderregeling Cultuurparticipatie 2014”.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 8 juli 2014.

gemeentesecretaris, burgemeester

Toelichting op de beleidsregel tenderregeling cultuurparticipatie

Beleidskader

Amateurkunst is met een groot aantal gesubsidieerde verenigingen (muziekgezelschappen, zangkoren, schutterijen, toneel- en literaire verenigingen) een belangrijke factor in het culturele veld en in de wijken. Daarnaast zijn er ook veel niet-gesubsidieerde amateurkunstverenigingen en individuele amateurkunstenaars actief in Heerlen. De amateurkunstsector is laagdrempelig en toegankelijk voor brede lagen van de bevolking. In verenigingsverband levert amateurkunst een sterke bijdrage aan sociale cohesie. Amateurkunst is een basis voor cultuurparticipatie en wordt in Heerlen ondersteund door middel van een systeem van waarderingssubsidies. De toenemende individualisering van de samenleving drukt echter ook zijn stempel op de amateurkunstsector. Urban arts is een culturele stroming die sterk in opmars is en een breed scala aan cultuurdisciplines omvat, zoals rap , street- en breakdance, dj-ing, theater, film en videoclips, nieuwe media, literatuur, poëzie (o.a. poëzieslam), beeldende kunst (o.a. graffiti) en mode.

Wil de sector interessant, aantrekkelijk en toegankelijk blijven voor jongeren en wil de amateurkunst kunnen concurreren met andere vormen van vrijetijdsbesteding, dan zijn er veranderingen nodig, zowel inhoudelijk en organisatorisch. Met het verlenen van projectsubsidies voor amateurkunsten en urban arts hebben wij als doel met name deze noodzakelijke veranderingen te ondersteunen, zodat de traditionele amateurkunstsector wordt versterkt en de urban arts in Heerlen worden gestimuleerd.

Wettelijk kader

De Algemene subsidieverordening Heerlen (ASV) fungeert als ‘kapstokverordening’ waarop alle subsidieregels in de Gemeente Heerlen zijn gebaseerd. Bij de vaststelling van de ASV is afgesproken dat voor de concrete subsidieverstrekking beleidsregels worden vastgesteld op basis waarvan wordt gesubsidieerd. In de beleidsregels staan de voorwaarden en criteria beschreven waaraan aanvragers en projecten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.

Toelichting op artikel 2

Voorwaarden

1. Het primaire doel van de aanvraag is het actief beoefenen van de amateurkunsten en/of urban arts.

Actieve beoefening van amateurkunsten en/of urban arts staat voorop. Voorbeelden daarvan zijn projecten met als doel:

  • -

    talentontwikkeling van de deelnemers;

  • -

    meer mensen actief te laten participeren in kunst en cultuur

  • -

    amateurkunst verenigingen inhoudelijk laten samenwerken

  • -

    kwaliteitsbevordering van de amateurkunsten/urban arts

Dit is geen uitputtende opsomming, slechts voorbeelden van subsidiabele projecten. Projecten puur gericht op professionele kunstbeoefening, of gericht op publieksbereik alleen, voldoen niet aan de voorwaarden.

2. De aanvraag heeft betrekking op een of meer van de volgende kunstdisciplines: muziek, dans, zang, theater, audiovisuele kunstuitingen, beeldende kunst, urban en literatuur.

De aanvraag moet betrekking hebben op een kunstdiscipline. In deze opsomming zijn zoveel mogelijk van de bekende disciplines opgenomen. Mocht de aanvraag gebaseerd zijn op een niet in deze opsomming voorkomende kunstdiscipline, dan wordt de aanvraag wel in behandeling genomen.

3. De aanvrager moet een rechtspersoon zijn. Het college kan hiervan afwijken als het project van belang is voor de ontwikkeling van de amateur- en urban arts kunsten in Heerlen. Dan moet de aanvraag wel worden ondersteund door een rechtspersoon dragende (culturele) instelling.

In de ASV is opgenomen dat subsidie alleen wordt verstrekt ten behoeve van activiteiten georganiseerd door een rechtspersoon. Het college is bevoegd een subsidie te verstrekken, indien de aard van de te verrichten activiteiten daartoe aanleiding geeft, aan natuurlijke personen, aan een groep van natuurlijke personen, dan wel aan een rechtspersoon in oprichting. Voorwaarde 3 regelt in welke geval het college in het geval van een cultuurparticipatie project gebruik maakt van de mogelijkheid om subsidie te verstrekken aan een niet-rechtspersoon. Om de continuïteit en kwaliteit van het project te waarborgen moet de aanvraag dan wel worden ondersteund door een culturele instelling.

4. De activiteit is incidenteel en bijzonder van karakter en overstijgt het reguliere aanbod. De aanvraag kan ook betrekking hebben op een activiteit binnen een cyclus, maar dan moet de betreffende activiteit iedere keer weer een bijzonder karakter hebben.

Voor reguliere activiteiten verleent de gemeente geen (additionele) subsidie. Reguliere activiteiten zijn doorgaans niet incidenteel. De aanvrager moet aantonen dat de activiteit waarvoor aangevraagd wordt, bijzonder van karakter is en een aanvulling op het reguliere programma. Dat geldt ook als de activiteit onderdeel is van een cyclus.

5. Het project vindt plaats in de gemeente Heerlen, of de gemeente Heerlen is één van de plaatsen waar de activiteit plaatsvindt. Uit de begroting moet wel duidelijk blijken welke kosten betrekking hebben op de activiteit in Heerlen.

Subsidiemiddelen worden ingezet ten behoeve van Heerlen en zijn inwoners. Subsidie voor cultuurparticipatie moet worden ingezet om de amateurkunsten/urban arts in Heerlen te ondersteunen. In het geval dat de activiteiten niet alleen in Heerlen plaatvinden, moet uit de begroting blijken welke kosten en inkomsten betrekking hebben op de activiteit in Heerlen. Alleen voor dat deel kan de aanvrager in aanmerking komen voor een subsidie.

6. Projecten voldoen aan minimaal twee van de in artikel 3 genoemde criteria.

Projecten moeten minimaal aan twee (deel)criteria voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Projecten die niet voldoen aan deze voorwaarde worden niet meegenomen in de weging.

7. Projectaanvragen moeten worden ingediend door volledige invulling van het aanvraagformulier en de verstrekking van een activiteitenplan en begroting.

Via het aanvraagformulier kan de gemeente zien of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet.

Daarnaast is het van belang om projectaanvragen met elkaar te kunnen vergelijken en daarom is het van belang dat dezelfde informatie per aanvraag beschikbaar is. Met behulp van het aanvullende activiteitenplan kan de gemeente beoordelen of en in welke mate de aanvrager aan de criteria voldoet.

8. De maximaal mogelijke subsidie bedraagt € 5.000 en maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

Onder subsidiabele kosten verstaan wij begrotingsposten die voor subsidie in aanmerking komen. Structurele organisatiekosten, oprichtingskosten van verenigingen en stichtingen en onvoorziene kosten horen niet tot de subsidiabele kosten. Bij de beoordeling van de kosten gaat de gemeente ook uit van wat redelijk geacht wordt als het gaat om bijv. personeelskosten, vrijwilligersvergoedingen, etc.. Ook als de subsidiabele kosten hoger zijn dan € 10.000, wordt het te ontvangen subsidiebedrag niet hoger dan € 5.000.

9. In het geval een subsidie wordt toegekend, dient in de publiciteit de gemeente Heerlen te worden vermeld, waarbij het actuele logo moet worden gebruikt.

Projecten die mogelijk worden gemaakt door een financiële bijdrage van de gemeente, moeten dat in hun publicaties laten zien door opname van het logo met de vermelding mede mogelijk gemaakt door de gemeente Heerlen. Met publicaties worden poster, flyers, programmaboekjes, nieuwsbrieven e.d. bedoeld.

Toelichting op artikel 3

Geen financiële bijdrage wordt verstrekt voor:

1. activiteiten die primair of overwegend een niet-cultureel doel hebben, bijvoorbeeld projecten voor een goed doel en projecten van commerciële aard met een beperkte culturele component, projecten met een levensbeschouwelijk of politiek doel.

Het betreffende subsidiebudget is geoormerkt voor culturele activiteiten en doelen. Subsidie is bedoeld voor dekking van het tekort bij een subsidiabel project, waarbij aangetoond wordt dat het om noodzakelijke kosten gaat, nodig om het project te realiseren. Projecten dienen daarnaast een publiek doel te hebben, politieke en levensbeschouwelijke vorming bijvoorbeeld is geen publiek doel. Projecten dienen ook toegankelijk te zijn voor alle Heerlenaren, c.q. voor de gehele beoogde doelgroep, waarbij geen personen uitgesloten mogen worden op basis van levensbeschouwing of politieke richting. Dat kan uitsluiting zijn op basis van de voorwaarden voor deelname, maar ook omdat het karakter van het project levensbeschouwelijk of politiek is.

2. activiteiten die een verzoek voor ondersteuning van structurele organisatiekosten inhouden.

De verleende subsidie moet volledig ten goede komen van het project en zijn deelnemers. Het is niet de bedoeling om hier structurele organisatiekosten mee te betalen, die in principe buiten een project om ook niet gesubsidieerd worden. Het gaat dus om additionele kosten, die niet gemaakt zouden worden als het project niet zou plaatsvinden.

3. kosten van jubileumfeesten. Activiteiten in een jubileumjaar die wel voldoen aan de in artikel 2 genoemde voorwaarden kunnen wel voor een subsidie in aanmerking komen..

De gemeente geeft geen subsidie voor reguliere jubileumactiviteiten, zoals recepties, feesten e.d. Voor bijzondere activiteiten, gericht op vernieuwing, samenwerking en/of cultuurparticipatie is het wel mogelijk een subsidie te verkrijgen. Zulke activiteiten zijn ook subsidiabel als er geen sprake zou zijn van een jubileum.

Toelichting op artikel 4

Criteria

1. Vernieuwing:

a. de activiteit is naar aard en inhoud vernieuwend in relatie tot de gebruikelijke activiteiten van de aanvrager.

b. de activiteit is aanvullend op het bestaande aanbod.

c. de activiteit is gericht op kwaliteitsverbetering (ontwikkeling) van de amateurkunsten en/of urban arts.

De reguliere activiteiten in de amateurkunstsector worden ondersteund door middel van de waarderingssubsidies. De extra activiteiten die nodig zijn om ook in de toekomst een gezonde en levendige amateurkunstsector te hebben, wil de gemeente stimuleren door middel van incidentele doelsubsidies die de verenigingen ondersteunen in toekomstgerichte activiteiten, zoals projecten gericht op talentbevordering, vernieuwend repertoire, andere activiteiten dan gebruikelijk, etc.,

2. Samenwerking:

a. het project is gericht op inhoudelijke samenwerking met andere amateurkunstverenigingen met dezelfde discipline.

b. het project is gericht op inhoudelijke samenwerking met andere amateurkunstdisciplines.

c. het project is gericht op inhoudelijke samenwerking met professionele kunst- en cultuurinstellingen.

Inhoudelijke samenwerking betekent meer dan alleen samen optreden. Projecten moeten worden gedragen door alle participanten, en moeten dus verder gaan dan bijv. het inkopen van expertise, of het laten optreden van andere verenigingen. Het hele proces van een project moet gezamenlijke worden opgepakt, van voorbereiding tot uiteindelijke presentatie.

3. Cultuurparticipatie:

  • a.

    de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie.

  • b.

    de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie van jongeren.

  • c.

    de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie van ouderen.

  • d.

    de activiteit is gericht op vergroting van actieve cultuurparticipatie in buurten en wijken.

Een project is gericht op meer deelname van Heerlenaren aan kunst en cultuur, Met actieve deelname bedoelen we dat de deelnemer aan het project wordt ondersteund in het zelf meedoen aan culturele activiteiten, in tegenstelling tot passieve deelname. Projecten die alleen het publieksbereik bevorderen, voldoen niet aan dit criterium.

4.Themajaar De Mijnen 2015

In het programmaplan Jaar van de Mijnen 2015 worden de volgende drie thema’s genoemd:

  • -

    ‘Kolen en Kennis’ verbeeldt de kracht van de mijnstreek

  • -

    ‘Veelheid aan Gemeenschappen’ vraagt aandacht voor de unieke sociale structuur van de streek

  • -

    ‘Transitie als Traditie’ thematiseert de vernieuwingskracht en progressieve blik van de streek

Als een project in 2015 aansluit bij 1 van deze thema’s en ook voldoet aan 2 van de andere criteria heeft het voorrang boven een project dat niet aansluit bij het Jaar van de Mijnen. Voor verdere informatie kunt u de website www.jaarvandemijnen.nl raadplegen.

Toelichting op artikel 5

Aanvragen

Aanvragers moeten gebruik maken van het aanvraagformulier Tenderregeling community arts. Bij aanvragen die niet door middel van dit formulier worden ingediend of waarbij het aanvraagformulier niet volledig wordt ingevuld, krijgt de aanvrager een termijn van vier weken om de aanvraag aan te passen conform de vereisten van de gemeente. Aanvragen die te laat worden ingediend, en aanvragen die na rappel nog niet aan de vereisten voldoen, worden niet in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt daarover bericht.

Toelichting op artikel 6

Toekenning

De in behandeling genomen subsidieaanvragen worden ambtelijk beoordeeld op voorwaarden en criteria. Bij het college wordt een integraal voorstel ingediend, waarbij wordt aangegeven welke aanvragen subsidiabel zijn. Het college besluit op basis van dit voorstel, welke subsidieaanvragen worden gehonoreerd en voor welk bedrag. Indien het budget voldoende is om alle subsidiabele projecten te honoreren, wordt per project separaat een besluit genomen.

Toelichting op artikel 7

Subsidieplafond

Het subsidieplafond wordt vastgesteld door het college. Per tranche is een bedrag van 50% van dit budget beschikbaar. Als het bedrag van de eerste halfjaarlijkse tranche niet volledig wordt besteed, dan wordt het overgebleven budget toegevoegd aan het budget voor de tweede halfjaarlijkse tranche. Indien er voor een hoger bedrag aanvragen worden ingediend dan er per tranche beschikbaar is, wordt op basis van de weging besloten welke projecten worden gesubsidieerd.

Toelichting op Artikel 8

Inwerkingtreding

Zodra de beleidsregel is gepubliceerd in het elektronisch gemeenteblad is de beleidsregel van toepassing. De oude beleidsregel is dan niet meer van toepassing en wordt ingetrokken.