Organisatie | Waalre |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor subsidie voor gemeentelijke monumenten Subsidieverordening gemeentelijke monumenten |
Citeertitel | Subsidieverordening gemeentelijke monumenten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2008 | nieuwe regeling | 24-06-2008 De Schakel 2008, 28 | . |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Het College kan op grond van deze verordening subsidie verlenen in de kosten van onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten.
De subsidie, bedoeld in artikel 2, kan uitsluitend worden verleend aan de natuurlijke persoon ofrechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van een monument.
Artikel 4 Uitsluiting subsidie
De subsidie kan uitsluitend worden verleend in die kosten van het onderhoud of de restauratie welke een bedrag van € 600,00 te boven gaan. Indien het onderhoud of de restauratie geheel in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd kan slechts subsidie worden verleend in de materiaalkosten voor zover deze een bedrag van € 450,00 te boven gaan.
Hoofdstuk 2 Onderhoud en Restauratie
Artikel 8 Staat van onderhoud en restauratie
De in artikel 2 bedoelde kosten komen slechts voor subsidie in aanmerking indien het monument,waaraan het onderhoud zal geschieden, in een naar het oordeel van het College zodanige staat vanonderhoud verkeert, dat zij het verrichten van onderhoud, gezien de in artikel 1, onder f, gegevenomschrijving, zinvol acht.
De in artikel 2 bedoelde kosten komen slechts voor subsidie in aanmerking indien het monument,waaraan de restauratie zal geschieden, in een naar het oordeel van het College zodanige staat vanrestauratie verkeert, dat zij het verrichten van restauratie, gezien de in artikel 1, onder g, gegevenomschrijving, zinvol acht.
Hoofdstuk 3 De aanvraagprocedure
Indien de aanvraag niet volledig is of niet voorzien is van de in artikel 11 bedoelde gegevens dan wel wanneer deze gegevens onvoldoende duidelijk zijn om de aanvraag in behandelingte kunnen nemen, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen binneneen door het College gestelde termijn van vier weken.
De aanvrager dient binnen de in de mededeling aangegeven termijn zijn aanvraag aan te vullenmet de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken. Indien degevraagde gegevens niet binnen deze termijn zijn verstrekt, kan het College besluiten de aanvraagniet in behandeling te nemen.
Artikel 13 Termijn besluitvorming subsidieverlening
Het College beslist omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 11 derde lid binnen 12 weken na dedag, waarop de aanvraag ontvangen is.
Artikel 14 Advies Monumentencommissie
Alvorens een beslissing te nemen op de aanvraag kan het College het advies inwinnen van deMonumentencommissie.
Artikel 15 Nadere voorschriften
Het College kan aan de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend nadere voorschriften verbinden.
Artikel 16 Schriftelijke toestemming voor wijziging in de uitvoering
De werkzaamheden, ten behoeve waarvan subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met schriftelijke toestemming van het College.
Artikel 19 De subsidiabele onderhouds- en restauratiekosten
De subsidiabele kosten als bedoeld in lid 1 worden vastgesteld volgens de bijlage ‘Lijst van subsidiabele restauratie- en onderhoudskosten”. Deze bijlage maakt deel uit van deze verordening. Deze lijst van subsidiabele restauratie- en onderhoudskosten is gebaseerd op “Leidraad subsidiabele restauratiekosten” zoals vastgesteld door de minister van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in het boekje “Beleidsregels Onderhoud en Restauratie Monumenten” (herziene druk 2001).
Artikel 21 restauratiewerkzaamheden
Subsidie kan worden verleend in de volgende restauratiekosten:
herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur) al dan niet in combinatie met herstel van het casco. Het gaat dan om zaken als schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen;
Hoofdstuk 5 Subsidievaststelling en –uitbetaling
Binnen 12 weken na het gereedkomen van de restauratie- dan wel onderhoudswerkzaamhedendient de aanvrager, met gebruikmaking van een daartoe door het College beschikbaar gesteldformulier, te verklaren dat de werkzaamheden zijn voltooid. Dit gereedmeldingsformulier dientvolledig te zijn ingevuld en vergezeld te gaan van alle gegevens, facturen en betalingsbewijzen alsbedoeld in artikel 11.
BIJLAGE Lijst van subsidiabele restauratie- en onderhoudskosten
Criteria, maxima en normbedragen ten behoeve van de berekening van de subsidiabele restauratie- en onderhoudskosten
1. Ten aanzien van de directe kosten:
2. Ten aanzien van de indirecte kosten:
Deze worden berekend over de subsidiabele restauratie- of onderhoudskosten:
Alleen het niet-terugvorderbare gedeelte van de BTW is subsidiabel tot de hoogte van het wettelijk
vastgestelde percentage, te berekenen over de subsidiabele restauratie- of onderhoudskosten.
4. Ten aanzien van de directie kosten bij restauratie- of onderhoudswerkzaamheden
Deze zijn te berekenen over de subsidiabele restauratie- of onderhoudskosten waarbij onderstaande percentages als maxima gelden:
Tot de bouwsom behoren zowel de subsidiabele kosten als de niet-subsidïabele kosten.
De genoemde percentages hebben betrekking op de levering van een totaalpakket aan werkzaamheden, zoals omschreven in de SR 1997 (standaardvoorwaarden 1997, rechtsverhoudingen opdrachtgeverarchitect).
5. Ten aanzien van de onvoorziene kosten bij restauratie- of onderhoudswerkzaamheden
Deze zijn subsidiabel tot een bedrag van ten hoogste 5% van de directe-kosten.
6. Ten aanzien van de constructeurskosten bij restauratie- of onderhoudswerkzaamheden
Constructeurskosten zijn subsidiabel voor zover zij betrekking hebben op de berekening van sterkte of stabiliteit van de constructie ten behoeve van het oorspronkelijk gebruik. Constructeurskosten worden naar rato berekend over de subsidiabele restauratiekosten. De RVOI1998/2001, de Regeling van de verhoudingen tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau is hierop van toepassing.
7. Ten aanzien van de CAR-verzekering
De kosten van een Casco All Riskverzekering zijn subsidiabel tot een maximum van 0,4% van de
subsidiabele restauratiekosten.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2008
BIJLAGE Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten
Alle bij de voorbereiding, planvorming, uitvoering en controle van onderhouds- enrestauratiewerkzaamheden betrokken partijen (eigenaar, architecten, opzichters, aannemers,uitvoerders, onderaannemers, etc.) dienen voordat met de werkzaamheden een aanvang wordtgemaakt van deze uitvoeringsvoorschriften op de hoogte te worden gebracht. Dit dient desgewenstschriftelijk door subsidieaanvrager te worden aangetoond.
3 Het uithakken van voegen dient uitsluitend met de hand, of indien pneumatisch, met een fijne beitel te geschieden. Het uitslijpen van de voegen is in verband met mogelijke beschadiging van de steen slechts toegestaan met gebruikmaking van een zo klein mogelijke slijptol, voorzien van een afzuiging.
3 Het lood op hoekkepers en nokken dient minimaal 25 kg/m2 (NHL 25), in meterstukken gefelste naden. Op ieder felsnaad dient een klang ter bevestiging te worden aangebracht, leder stuk lood dient slechts in het midden te worden vernageld met koperen nagels. Eventueel zichtbare koperen nagels dienen met trotseerloodjes te worden afgedekt.
1 Toepassing van betonpannen is niet toegestaan. Het dak dient met keramische dakpannen te worden gelegd. De toepassing van Oudhollandse pannen dient in samenhang met DRAKA-ventifolie te 12 geschieden. De folie dient bij dakdoorbrekingen en opgaand muurwerk voldoende te worden opgezet. Bij voorkeur dienen oude (gebruikte) pannen in plaats van nieuw gebakken pannen te worden toegepast.
Het glaswerk dient in enkel glas (in stopverf gezet), en in principe zonder gebruikmaking van glaslattente worden uitgevoerd. Glaslatten mogen slechts worden toegepast in situaties waar dit historisch juist is. Ten aanzien van de detaillering van glaslatten worden verwezen naar de voorschriften 2.1 en 2.2.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2008