Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels voor economie, recreatie en toeriseme Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân |
Citeertitel | Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013, art. 1.3, lid 4
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2016 | 29-12-2016 | artikel 7.2.4 | 13-12-2016 | 01375827 | |
29-11-2016 | 21-12-2016 | Artt.3.2.2, 3.2.3 en 3.2.6 | 15-11-2016 | GS-voorstel 1371015 | |
26-07-2016 | 29-11-2016 | Artt. 1.1, 3.2.1, 3.2.2, 3.2.4, 3.2.7, 3.2.10, 3.2.11 | 12-07-2016 | GS-voorstel 1330500 (H7) | |
21-05-2016 | 26-07-2016 | Artt. 2.3.4, toelichting paragraaf 2.3 | 10-05-2016 | GS-voorstel 1303002 (H6) | |
19-03-2016 | 11-12-2015 | 21-05-2016 | Artt. 2.3.7, 2.3.8, 2.3.10 | 08-03-2016 | GS-voorstel 1288623 (H4) |
16-02-2016 | 19-03-2016 | artt. 1.1 en 3.8.1 t/m 3.8.9 | 26-01-2016 | GS-voorstel 1277551 (H11) | |
20-01-2016 | 16-02-2016 | artt. 1.1., 5.5.1. t/m 5.5.6, toelichting | 22-09-2015 | GS-voorstel 1245653 (B6) | |
18-12-2015 | 20-01-2016 | artt. 1.1., 2.3.1. t/m 2.3.10, toelichting | 01-12-2015 | GS-voorstel H9 | |
13-10-2015 | 01-09-2015 | 18-12-2015 | art. 3.2.4, 3.2.10 | 29-09-2015 | GS-voorstel 1241474 (B5) |
23-05-2015 | 13-10-2015 | art. 1.1, 3.7.1, 3.7.2, 3.7.3, 3.7.4, 3.7.5, 3.7.6, 3.7.7, 3.7.8, 3.7.9, paragraaf 3.7, toelichting | 19-05-2015 | GS-voorstel 1212055 (H4) | |
28-03-2015 | 23-05-2015 | art. 6.1.1, 6.1.2, 6.1.3, 6.1.4, 6.1.5, 6.1.6, 6.1.7, 6.1.8, 6.1.9, 6.1.10, paragraaf 6.1, toelichting | 17-03-2015 | H5 | |
20-02-2015 | 28-03-2015 | Artt. 1.1, 5.6.1 tot en met 5.6.10 en toelichting | 17-02-2015 Provinciaal Blad, 2015, 875 | GS-voorstel H10 | |
29-11-2014 | 01-11-2014 | 20-02-2015 | Artt. 4.2.4 en 4.2.11 | 18-11-2014 Provinciaal Blad, 2014, 3336 | GS-voorstel H3 |
09-10-2014 | 29-11-2014 | Artt. 3.2.6, 3.2.7, 3.4.10 en 8.2 | 30-09-2014 Provinciaal Blad, 2014, 2439 | GS-voorstel H3 | |
13-09-2014 | 09-10-2014 | Artt. 1.1 en 3.5.1 t/m 3.5.10 en toelichting | 09-09-2014 Provinciaal Blad, 2014, 2151 | GS-voorstel 1148673 (H6) | |
01-07-2014 | 13-09-2014 | Nieuwe regeling | 17-06-2014 Provinciaal Blad, 2014, 1022 | GS-voorstel 1139438 (B9) |
Regeling van 17 juni 2014, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van economie, recreatie en toerisme in de provincie Fryslân (Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân)
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;
overwegende dat het wenselijk is projecten te subsidiëren die de Friese economie, recreatie en toerisme stimuleren;
de Subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân vast te stellen:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze regeling wordt verstaan onder:
penvoerder: natuurlijk persoon (in de vorm van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap en commanditaire vennootschap) of rechtspersoon, die door alle partijen van een samenwerkingsverband is gemachtigd namens die partijen op te treden ter zake van subsidieverstrekking in de zin van deze subsidieregeling.
In paragraaf 4.1 van deze regeling wordt verstaan onder:
Fries vaarnetwerk: Vaarwegen gelegen in de provincie Fryslân, opgenomen in het PVVP dan wel het Plan Kleine Waterrecreatie Fryslân, die voldoen aan kolom I en II van tabel 1, met uitzondering van de Waddeneilanden en vaarwegen die liggen in of in open verbinding staan met de Waddenzee. Voor vaarwegen met classificatie E1 geldt tevens dat de vaarweg onderdeel is van een doorgaande vaarroute dan wel dat via deze vaarweg een jacht- of passantenhaven, stad of dorp bereikbaar is.
In paragraaf 4.2 van de regeling wordt verstaan onder:
toeristische locatie: de volgende 47 plaatsen worden aangemerkt als toeristische locatie: Ameland, Akkrum, Bakkeveen, Balk, Bolsward, Buitenpost, Burdaard, Burgum, Dokkum, Drachten, Earnewâld, Echtenerbrug/Delfstrahuizen, Franeker, Gorredijk, Grou, Heerenveen, Hindeloopen, Holwerd, Idskenhuizen, IJlst, Joure, Lauwersoog, Leeuwarden, Kollum, Koudum, Lemmer, Makkum, Noordwolde, Oldeberkoop, Oosterwolde, Oosterzee, Oostmahorn, Oudega (SW-Fryslân), Oudega (Smallingerland), Oudemirdum, Schiermonnikoog, Sint-Annaparochie, Sloten, Stavoren, Surhuisterveen, Terherne, Terschelling, Vlieland, Wergea, Witmarsum, Wolvega en Workum;
In paragraaf 5.2 van deze regeling wordt verstaan onder:
Omnibus Decentraal Regeling (hierna: ODR): de Omnibusregeling voor provincies en gemeenten inzake de staatssteunaspecten van subsidieverstrekking ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie bij beschikking N 726a/2007 van 3 april 2008 en N 726b2007 van 22 april 2008;
samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband dat specifiek is opgericht voor de uitvoering van een UCF-project in de zin van paragraaf 5.2; Stichting UCF: de netwerk- en adviesorganisatie die is opgericht met als taak het regisseren, modereren en faciliteren van de ontwikkeling van de University Campus Fryslân;
In paragraaf 5.4 van deze regeling wordt verstaan onder:
Projectpartner: publiekrechtelijke-, privaatrechtelijke rechtspersoon of natuurlijk persoon in de vorm van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap en commanditaire vennootschap die deelneemt in het project en financieel bijdraagt aan een project door activiteiten in het project uit te voeren.
In paragraaf 7.1 van deze regeling wordt verstaan onder:
bedrijventerreinenplan: door de gemeenteraad vastgesteld, gemeentelijk dan wel intergemeentelijk plan, waarin de behoefte, fasering, aanleg en invulling van bedrijventerreinen voor een bepaalde periode binnen één of meerdere gemeenten is aangegeven inclusief de relatie met herstructurering en revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en dat tot stand is gekomen in onderlinge afstemming met gemeenten in een regio en waarmee de provincie schriftelijk heeft ingestemd;
revitalisering: kwaliteitsverbetering van een bedrijventerrein door middel van verwerving, sanering of herontwikkeling van locaties, waaronder begrepen grote infrastructurele ingrepen op het terrein zelf, dan wel in het direct aanpalende gebied van het bedrijventerrein voor zover direct verband houdende met de ontsluiting van het bedrijventerrein, en waaronder ook begrepen investeringen ten behoeve van het bereiken van duurzame oplossingen op het gebied van water en energie;
In paragraaf 7.2 van deze regeling wordt verstaan onder:
erfbeplanting: beplanting op een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
In paragraaf 2.2 van deze regeling wordt verstaan onder:
oplaadpunt: een voorziening voor het opladen van elektrisch en hybride aangedreven schepen, bestaande uit een combinatie van minimaal 3 aansluitpunten (contactdozen) met een capaciteit van 230 V/16 A en minimaal één aansluitpunt (contactdoos) met een capaciteit van 400 V / ≥25A, inclusief de daarbij behorende veiligheidsvoorzieningen en voorzien van de in de watersport gebruikelijke standaard stekkerverbindingen, direct toegankelijk vanaf het vaarwater in de provincie Fryslân, met daarbij ten minste drie aanliggende ligplaatsen, bestemd voor zulke schepen.
Paragraaf 2.1 Stimuleren elektrisch varen in Fryslân
De subsidie heeft tot doel het bevorderen van elektrisch varen op de Friese wateren, waardoor de waterkwaliteit en het leefmilieu worden bevorderd.
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 2.1.7 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Het bestuur van de Stifting Elektrysk Farre Fryslân adviseert Gedeputeerde Staten schriftelijk of de aanvraag voldoet aan het bepaalde in deze paragraaf.
Artikel 2.1.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Gedeputeerde Staten verzoeken de subsidieontvanger gedurende één jaar, te rekenen vanaf de datum van het besluit tot subsidievaststelling, aan de buitenzijde van het vaartuig kenbaar te maken dat voortstuwing plaatsvindt op basis van elektriciteit, met gebruikmaking van hiertoe door provincie Fryslân ter beschikking gestelde middelen.
Paragraaf 2.2 Stimuleren oplaadpunten elektrisch varen
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van de aanleg van oplaadpunten ten behoeve van volledig elektrisch en hybride aangedreven schepen, aan het Fries vaarnetwerk en in jacht- en passantenhavens in de provincie Fryslân.
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 2.2.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Artikel 2.2.7 Subsidiabele kosten
In aanmerking voor subsidie komen de kosten voor het realiseren van een oplaadpunt voor elektrisch varen.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal vijftig procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000.
Artikel 2.2.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:
De subsidieontvanger of diens rechtsopvolger is verplicht om het op grond van deze subsidieregeling gesubsidieerde oplaadpunt tenminste drie jaar, te rekenen vanaf de datum van subsidievaststelling, in stand te houden voor de levering van stroom aan elektrisch en hybride aangedreven schepen, zulks tegen een kWh-prijs die niet meer bedraagt dan 1,5 maal de actuele kWh-kleinverbruikersprijs.
Paragraaf 2.3 Duurzame transportmiddelen
De subsidie heeft tot doel het terugdringen van het broeikaseffect, zoals vastgelegd in het 'Frysk Miljeuplan 2015-2016', door de aanschaf van transportmiddelen op duurzame brandstoffen en de ombouw van bestaande transportmiddelen op duurzame brandstoffen te stimuleren.
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 2.3.6 Weigeringsgronden
Een subsidie wordt geweigerd, indien aan de aanvrager eerder subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.
Artikel 2.3.7 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Indien de aanvrager een onderneming is die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg verricht, bedraagt de subsidie als bedoeld in het tweede lid, onder a en e, maximaal 40% van de bijkomende investeringskosten die nodig zijn om het niveau van milieubescherming te verhogen, tot de in die onderdelen genoemde maxima.
Subsidie aan ondernemingen die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg verrichten, wordt slechts verstrekt met toepassing van artikel 36 Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
HOOFDSTUK 3 DUURZAAM WONEN EN WERKEN
Paragraaf 3.1 Interestsubsidieregeling Energiebesparende Bestaande Bouw Particulieren 2013-2015
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van het verbeteren van de energieprestatie van bestaande particuliere woningen in de provincie Fryslân door middel van het treffen van energiebesparende maatregelen.
Artikel 3.1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie, in de vorm van een laagrentende lening, kan worden verstrekt voor het treffen van energiebesparende maatregelen.
Artikel 3.1.6 Weigeringsgronden
Een subsidie wordt geweigerd indien de uitgevoerde maatregelen betrekking hebben op een deel van de woning dat in 1995 of later is gebouwd.
Artikel 3.1.7 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Paragraaf 3.2 Asbest eraf, zonnepanelen erop
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van het verwijderen van asbestdaken in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen.
Artikel 3.2.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor een project waarin een of meerdere asbestdaken worden verwijderd en afgevoerd, in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen.
Een aanvraag voor subsidie wordt aangevraagd middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
In afwijking van artikel 2.7, eerste lid, onder e van de Algemene subsidieverordening Fryslân 2013 wordt een aanvraag om subsidie voor activiteiten die inmiddels in uitvoering zijn of al zijn uitgevoerd niet geweigerd indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Artikel 3.2.7 Toetsingscriteria
De hoogte van de subsidie bedraagt € 4,50 per m2 asbestdak dat gesaneerd wordt, tot een maximum van € 15.000.
Artikel 3.2.9 Verdeelsystematiek
Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats op basis van de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag, waarbij een lager aangevraagd subsidiebedrag voorgaat op een hoger aangevraagd subsidiebedrag.
Paragraaf 3.3 Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE)
De subsidie heeft tot doel het versterken van het vermogen van de Friese economie om te komen tot een energietransitie.
Paragraaf 3.4 Koploperprojecten Duurzaam Ondernemen
De subsidie heeft tot doel, met behulp van een netwerk van MKB-bedrijven of non-profit organisaties, binnen één gemeente of binnen meerdere samenwerkende gemeenten duurzaam werken en maatschappelijk verantwoord ondernemen te stimuleren.
Artikel 3.4.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die gericht zijn op of bijdragen aan de verwezenlijking van het in het vorige artikel beschreven doel.
Een aanvraag om subsidie wordt aangevraagd door een gemeente, of in geval van meerdere samenwerkende gemeenten door een penvoerder, middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 3.4.6 Toetsingscriterium
Om voor subsidie in aanmerking te komen hebben zich minimaal drie en maximaal vijftien MKB bedrijven of non-profit organisaties aan het project verbonden.
Artikel 3.4.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger wordt de verplichting opgelegd dat hij:
Paragraaf 3.5 Lokale energie-initiatieven
De subsidie heeft tot doel het bevorderen van energiebesparing en duurzame energieopwekking in de lokale omgeving.
Artikel 3.5.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten die verband houden met het in artikel 3.5.1 bedoelde doel door een toepasselijke organisatie of voor het oprichten van een dergelijke organisatie.
Een subsidie wordt geweigerd, indien aan de aanvrager eerder subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.
Artikel 3.5.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Paragraaf 3.7 Fairtrade-activiteiten
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van activiteiten in de Friese gemeenten die Fairtrade zichtbaar maken voor consumenten en ondernemers.
Artikel 3.7.4 Toetsingscriterium
Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient er een kostenraming te zijn.
Artikel 3.7.6 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 3.7.9 Verplichting van de subsidie-ontvanger
Aan de subsidie-ontvanger wordt de verplichting opgelegd dat hij communiceert over de activiteit op social media en in de lokale of regionale pers. Van de communicatie-uitingen worden door de subsidie-ontvanger desgevraagd schriftelijke of elektronische afschriften overlegd.
Paragraaf 3.8 Aansluitsubsidie NGA netwerken
De subsidie heeft tot doel te stimuleren dat binnen een wit gebied eindgebruikers aansluiten op next generation acces netwerken.
Artikel 3.8.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het verlenen van een eenmalige korting door de doelorganisatie per adres voor een geactiveerde aansluiting op next generation acces netwerken.
Subsidie wordt geweigerd indien voor het project waarvoor subsidie wordt gevraagd al eerder op basis van deze paragraaf subsidie is verstrekt.
Artikel 3.8.6 Verstrekken onder opschortende voorwaarde
Subsidie op basis van deze paragraaf wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat de eerste betaling van de lening als bedoeld in het Investeringsreglement Breedbandfonds Fryslân B.V. door de doelorganisatie ontvangen moet zijn.
Artikel 3.8.7 Verplichtingen voor de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger wordt in ieder geval de verplichting opgelegd dat hij per adres waarvoor de subsidie is verstrekt de aansluiting op next generation acces netwerken dient te realiseren en activeren.
De subsidie bedraagt € 500 per adres waar door de aanvrager binnen het project een geactiveerde aansluiting op next generation acces netwerken wordt gerealiseerd.
Paragraaf 4.1 Onderhoudsbaggeren Friese Meren Project
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van onderhoudsbaggerwerken in jacht- of passantenhavens, die liggen aan het Fries vaarnetwerk.
Artikel 4.1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor onderhoudsbaggerwerken in jacht- of passantenhavens, die liggen aan het Fries vaarnetwerk.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een gemeente, een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon, die bedrijfsmatig een jacht- of passantenhaven in stand houdt.
Een aanvraag voor subsidie wordt aangevraagd middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 4.1.6 Weigeringsgronden
Een subsidie wordt geweigerd voor zover de aanvraag betrekking heeft op saneringswerken als bedoeld in paragraaf 3 van de Wet bodembescherming.
Artikel 4.1.8 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Paragraaf 4.2 Wifi-netwerken op toeristische locaties
De subsidie heeft tot doel het vergroten van de aantrekkelijkheid van Fryslân voor toeristen door het financieel ondersteunen van projecten, waarbij een wifi-netwerk wordt gerealiseerd in de openbare ruimte op toeristische locaties en op locaties met toeristisch potentieel.
Artikel 4.2.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt aan projecten waarbij een wifi-netwerk wordt gerealiseerd in de openbare ruimte op een toeristische locatie of op een locatie met toeristisch potentieel in de provincie Fryslân.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een collectief of bij afwezigheid van een collectief aan een gemeente.
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 4.2.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Artikel 4.2.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen per wifi-opstelpunt de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
de eenmalige aanlegkosten voor een nieuwe internetvoorziening of straalverbinding, indien:
met behoud van de optimale dekking geen ander strategisch opstelpunt kan worden gevonden dat wel is voorzien van een internetverbinding met een minimale bandbreedte van 40 Mbps of waar de internetprovider van de betreffende deelnemer niet meewerkt aan het beschikbaar stellen van een dergelijke verbinding op dat opstelpunt.
Artikel 4.2.8 Niet-subsidiabele kosten
De kosten gemaakt vóór de datum van indiening van de subsidieaanvraag komen niet voor subsidie in aanmerking.
Indien uit het bij de aanvraag gevoegde projectplan blijkt dat voor een optimale dekking van het wifi-netwerk in de openbare ruimte op de betreffende toeristische locatie of locatie met toeristisch potentieel blijkt dat meer dan vijf wifi-opstelpunten noodzakelijk zijn, kunnen Gedeputeerde Staten in afwijking van het tweede lid voor meerdere wifi-opstelpunten subsidie verlenen.
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van projecten, gericht op sociale innovaties die nodig zijn voor de transitie naar een groene economie met de daarbij behorende regionale netwerken en knooppunten voor duurzaam leren.
Artikel 5.1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op duurzame ontwikkeling in Fryslân, die passen binnen één of meer van de thema’s energie, biodiversiteit, water, materialen en voedsel.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een samenwerkingsverband van ten minste drie partijen, alle rechtspersonen, waarbij elke deelnemende partij een financiële dan wel op geld waardeerbare bijdrage levert aan het project.
De aanvraag wordt ingediend door de penvoerder en gaat vergezeld van de aan het samenwerkingsverband ten grondslag liggende en door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst met daarin in elk geval een overzicht van de daaraan deelnemende rechtspersonen, alsmede van de verdeling van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen tussen de verschillende deelnemers.
Artikel 5.1.7 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een aanvraag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in voldoende mate voldoen aan de algemene criteria, de landelijke criteria en de specifieke noordelijke criteria, als vermeld in het Noordelijk Ambitie Statement Duurzaam Door 2014-2017.
Artikel 5.1.8 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de kosten van de uitvoering van het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 5.1.9 Niet subsidiabele kosten
Structurele personeelskosten van het samenwerkingsverband en haar deelnemers komen niet voor subsidie in aanmerking.
De subsidie bedraagt ten hoogste vijftig procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 60.000,- per jaar.
Artikel 5.1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger rapporteert jaarlijks aan Gedeputeerde Staten over de voortgang van het project.
Paragraaf 5.2 University Campus Fryslân
De subsidie heeft tot doel met gerichte investeringen in academische activiteiten de kennisinfrastructuur en kennisketen rond Fryske hotspots te versterken, te verdiepen en te verbinden, in samenwerking met aanwezige kennispartners en daarmee optimale voorwaarden te scheppen voor een innovatieve en duurzame regionale ontwikkeling in Fryslân en de noordelijke regio.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een UCF-partner, aan een samenwerkingsverband van UCF-partners of aan een andere rechtspersoon.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een UCF-project dat wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, wordt de aanvraag ingediend door de penvoerder en gaat de aanvraag vergezeld van de aan het samenwerkingsverband ten grondslag liggende en door alle partijen getekende samenwerkingsovereenkomst met daarin in elk geval een overzicht van de daaraan deelnemende rechtspersonen, alsmede van de verdeling van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen tussen de verschillende deelnemers.
Artikel 5.2.7 Subsidiabele kosten
De kosten van het UCF-project, voor zover noodzakelijk en rechtstreeks aan de uitvoering van het UCF-project toe te rekenen, komen voor subsidie in aanmerking, met dien verstande dat:
voor zover het UCF-project voorziet in niet-economische onderwijsactiviteiten, waaronder mede begrepen niet-economische onderwijsactiviteiten die op grond van de ODR als niet-subsidiabel worden aangemerkt, alleen subsidie wordt verstrekt voor het exploitatietekort zoals dat is vermeld in de aanvraag tot subsidieverlening.
de subsidiabele loonkosten worden berekend op basis van het brutoloon volgens de loonstaat van de betrokken medewerkers, verhoogd met de wettelijke dan wel op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van 1.650 productieve uren per jaar bij een voltijds dienstverband van 40 uren, vermeerderd met een vaste opslag voor indirecte kosten van 30%.
Artikel 5.2.8 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
De subsidie voor een UCF-project dat voorziet in economische activiteiten bedraagt per subsidieontvanger maximaal het percentage of bedrag dat in de toepasselijke ODR-module als steunplafond is aangemerkt. Voor de beoordeling of een subsidieontvanger als kleine, middelgrote of grote onderneming als genoemd in de ODR moet worden aangemerkt, is de situatie op de datum van indiening van de subsidieaanvraag bepalend.
Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
Artikel 5.3.3 Subsidieverstrekking
De subsidie wordt verstrekt door het bestuur van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Doefonds B.V., in de vorm van een lening of garantie.
Paragraaf 5.4 Fryslân Fernijt IV
Artikel 5.4.1 Handleiding van toepassing
Op subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is de Handleiding van toepassing.
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van innovatie, kennisontwikkeling, kennisoverdracht en samenwerking in de provincie Fryslân, waardoor kansen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten en werkgelegenheid worden benut.
Artikel 5.4.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor vernieuwende experimentele samenwerkingsprojecten.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan publiekrechtelijke, privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen in de vorm van een eenmanszaak, vennootschap onder firma, maatschap en commanditaire vennootschap.
Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend binnen een door Gedeputeerde Staten vastgestelde periode.
Een aanvraag voor subsidie wordt door de penvoerder, namens het samenwerkingsverband, ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, middels het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.
Artikel 5.4.8 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet voldaan worden aan de selectiecriteria zoals genoemd in paragraaf 1.2 van de Handleiding.
Artikel 5.4.9 Subsidiabele kosten
Als subsidiabele kosten worden in aanmerking genomen de in paragraaf 2.2 van de Handleiding als zodanig opgenomen kosten.
Artikel 5.4.10 Niet-subsidiabele kosten
Als niet subsidiabele kosten worden in aanmerking genomen de in paragraaf 2.2 van de Handleiding als zodanig opgenomen kosten.
De subsidie bedraagt maximaal vijftig procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 200.000 per project, met dien verstande dat van de subsidiabele kosten eerst de aan het project toe te rekenen opbrengsten die tijdens de projectperiode zijn verkregen worden afgetrokken.
Artikel 5.4.12 Verdeelsystematiek
Gedeputeerde Staten rangschikken de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen op basis van de toetsingscriteria en de wegingsfactoren zoals aangegeven in paragraaf 3.2 van de Handleiding.
Artikel 5.4.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger voert het project uit overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Handleiding.
Artikel 5.4.14 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van voortgangsrapportages, zoals genoemd in paragraaf 4.2 van de Handleiding.
Een subsidie wordt verstrekt met toepassing van de ‘Omnibus Decentraal Regeling voor gemeenten en provincies inzake de staatssteunaspecten van subsidieverstrekking ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie’, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie bij beschikking N726a/2007 van april 2008 en N 726b/2007 van april 2008, modules1, 2, 3 en 5.
Artikel 5.4.16 Bevoorschotting en betaling
Aan de subsidieontvanger kan een voorschot worden verleend, overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.3 van de Handleiding.
De ontvanger van een subsidie dient binnen 13 weken na afloop van de in de beschikking tot subsidieverlening bepaalde tijdstip waarop het project moet zijn afgerond, doch uiterlijk op 1 september 2017 een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, middels het daarvoor door Gedeputeerde Staten vastgestelde formulier en gaat vergezeld van de in dat formulier aangegeven bescheiden.
Paragraaf 5.5 Breedbandfonds Fryslân
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van de aanleg van next generation acces netwerken in witte gebieden in de provincie Fryslân..
Artikel 5.5.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de aanleg van next generation acces netwerken in een wit gebied in de provincie Fryslân.
Artikel 5.5.3 Subsidieverstrekking
De subsidie wordt verstrekt door de fondsbeheerder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Breedbandfonds Fryslân B.V., in de vorm van een lening.
Artikel 5.5.5 Toetsingscriteria
Voor subsidie komen in aanmerking projecten die passen binnen het door Gedeputeerde Staten op 24 maart 2015 vastgestelde Investeringsreglement Breedbandfonds Fryslân B.V.
Artikel 5.5.6 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger voldoet aan de eisen die in het Investeringsreglement Breedbandfonds Fryslân B.V. en in de bij de beschikking waarbij de subsidie in de vorm van lening is verstrekt behorende uitvoeringsovereenkomst aan de subsidie worden gesteld.
Paragraaf 5.6 Innovatieprojecten Waterketen
De subsidie heeft tot doel de waterketen in Fryslân te verduurzamen, zoals vastgelegd in de ‘Green Deal Fries Bestuursakkoord Waterketenovereenkomst’ met het Rijk en uitgewerkt in de ‘Visie Watertechnologie Fryslân 2020’, zoals vastgesteld door de Stuurgroep Fries Bestuursakkoord Waterketen op 27 september 2013 en het Uitvoeringskader Watertechnologie 2014 – 2020.
Artikel 5.6.2 Subsidiabele activiteiten
Artikel 5.6.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
De hoogte van de subsidie bedraagt vijftig procent van de projectkosten, met een maximum van € 200.000.
Subsidie wordt slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
Paragraaf 6.1 Cofinanciering Waddenfonds Fryslân
Artikel 6.1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die passen binnen het Uitvoeringsplan Waddenfonds van de Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds.
Artikel 6.1.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de doelstellingen van het Waddenfonds, zoals die zijn opgenomen in het Jaarprogramma Waddenfonds.
Artikel 6.1.7 Subsidiabele kosten
Als subsidiabele kosten worden aangemerkt de kosten die op grond van artikel 1.10 van de Subsidieverordening Waddenfonds 2014 in aanmerking komen voor subsidie. In aanvulling hierop zijn de in artikel 1.10 van de ASV 2013 genoemde kosten niet subsidiabel.
De subsidie bedraagt ten hoogste 20 procent van de subsidiabele kosten, indien het een project betreft dat gericht is of bijdraagt aan een duurzame economische ontwikkeling in het waddengebied, dan wel gericht is op een substantiële transitie naar een duurzame energiehuishouding in het waddengebied en de direct aangrenzende gebieden.
Indien de subsidie, in combinatie met andere subsidies en bijdragen, zou leiden tot het subsidiëren van meer dan 100 procent van de subsidiabele kosten, wordt de subsidie op grond van deze paragraaf zodanig berekend dat het totaal van alle subsidies en bijdragen voor het project niet hoger is dan 100 procent van de subsidiabele kosten.
Indien de subsidie zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van artikel 6.1.8 zodanig berekend dat het totaal van alle subsidies voor het project niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.
Artikel 6.1.10 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten kunnen in elk geval afwijzend beschikken op een aanvraag om een voorschot, indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen, dan wel indien hij failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
HOOFDSTUK 7 ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING EN BEDRIJVIGHEID
Paragraaf 7.1 Herstructurering bedrijventerreinen
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van de revitalisering en herprofilering van bedrijventerreinen passend binnen de kaders van het herstructureringsprogramma 2010-2013 en het door de samenwerkende regio opgestelde bedrijventerreinenplan.
Artikel 7.1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die leiden tot revitalisering of herprofilering van bedrijventerreinen, passend binnen de kaders van het herstructureringsprogramma 2010-2013 en het door de samenwerkende regio opgestelde bedrijventerreinenplan.
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.
Artikel 7.1.5 Weigeringsgronden
Een subsidie wordt geweigerd indien het voor subsidie in aanmerking komende bedrag minder dan € 200.000,- bedraagt.
Artikel 7.1.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Artikel 7.1.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 7.1.8 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 7.1.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Tenzij in de beschikking anders is bepaald, is de subsidieontvanger verplicht de revitalisering of herprofilering van het bedrijventerrein binnen twee jaar na de subsidieverlening af te ronden.
Paragraaf 7.2 Activiteiten gebiedsontwikkeling N381
De subsidie heeft tot doel het stimuleren van het aanbrengen van erfbeplanting en het realiseren van maatregelen met betrekking tot duurzaamheid in het plangebied Gebiedsontwikkeling N381, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 17 december 2012.
Artikel 7.2.6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
Artikel 7.2.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 7.2.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger worden de verplichtingen opgelegd dat de uitvoering van de activiteit uiterlijk één jaar na verlening van de subsidie wordt gestart en de activiteit wordt gerealiseerd op het tijdstip dat in de verleningsbeschikking is bepaald.
Een subsidie als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid en tweede lid onder a, b en d wordt verstrekt met toepassing van de voorwaarden, zoals opgenomen in Verordening (EG) Nr.1998/2006 van de commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de de-minimissteun.
Een subsidie als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid onder c wordt verstrekt met toepassing van de voorwaarden, zoals opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de de-minimissteun in de landbouwsector.
Toelichting bij de subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân.
Algemeen Op 1 juli 2014 is de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013 (verder ASV 2013) in werking getreden en is de oude ASV 2006 vervallen. Alle bestaande regelgeving met betrekking tot subsidieverstrekking was gebaseerd op de ASV 2006 en op verschillende door Provinciale staten vastgestelde subsidieverordeningen. Met het inwerkingtreden van de ASV 2013 zijn verschillende zaken gewijzigd, onder andere de delegatiebepaling op grond waarvan gedeputeerde staten de bevoegdheid hadden om voor het verstrekken van subsidies nadere regels te stellen. In de oude systematiek was deze delegatiebepaling opgenomen in verschillende subsidieverordeningen. In de nieuwe systematiek is de delegatiebepaling opgenomen in de ASV 2013. Op 1 juli 2014 zijn de subsidieverordeningen vervallen en daarmee is ook de juridische grondslag aan de nadere regels die gedeputeerde staten aan subsidieverstrekking hadden gesteld weggevallen.
Bovenstaande was aanleiding om de bestaande Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme aan te passen. De genoemde Uitvoeringsregeling was gebaseerd op de Subsidieverordening economie, recreatie en toerisme die op 12 december 2007 door Provinciale staten is vastgesteld. Deze verordening is op 1 juli 2014 vervallen. Voor projectsubsidies op het gebied van economie, recreatie en toerisme is een nieuwe subsidieregeling vastgesteld, de subsidieregeling economie, recreatie en toerisme Fryslân (verder subsidieregeling ERT). De grondslag voor de subsidieregeling ERT staat in artikel 1.3, vierde lid ASV. In de subsidieregeling ERT hebben alle titels uit de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme waarvoor op 1 juli 2014 nog aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend een plek gevonden. Alle titels waarvoor geen aanvragen meer kunnen worden ingediend, maar waarvoor nog wel subsidies moeten worden verleend of vastgesteld zijn onder het overgangsrecht gebracht. Twee titels zijn in een andere subsidieregeling ondergebracht omdat ze daar qua inhoud beter passen. Voor alle aanvragen die vóór 1 juli 2014 zijn ingediend blijft het oude recht gelden, dit is de bepalingen waarin het overgangsrecht is geregeld zo bepaald. Op dit uitgangspunt gelden twee uitzonderingen. • In titel 18 University Campus Fryslân is in artikel 175, vierde lid een uitgebreide rapportageverplichting opgenomen. Door zowel de aanvrager als de provinciale organisatie wordt deze verplichting als te belastend ervaren. In de praktijk kan worden volstaan met een veel minder vergaande rapportage. De ASV 2013 voorziet voor subsidies tot €125.000,= in deze mogelijkheid. In de overgangsbepaling van de subsidieregeling ERT is daarom bepaald dat artikel 175, vierde lid van de uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme niet van kracht blijft voor aanvragen ingediend vóór 1 juli 2014. • In de aanpassing van de regeling Asbest eraf, zonnepanelen erop wordt voorgesteld om het hogere subsidiebedrag ook te laten gelden voor aanvragen die vóór 1 juli 2014 zijn ingediend. Hiervoor geldt dan ook een uitzondering op de algemene regel. De bepalingen met het hogere subsidiebedrag heeft terugwerkende kracht gekregen.
De subsidieregeling ERT is opgebouwd uit hoofdstukken die zijn ingedeeld in paragrafen. Bij de nieuwe indeling is rekening gehouden met de onderwerpen die aan de orde moeten komen.
Hoofdstuk 1 AlgemeenIn dit hoofdstuk zijn de begripsbepalingen opgenomen. In het eerste lid van artikel 1.1 staan de bepalingen die voor de gehele regeling gelden. In de overige leden zijn per paragraaf van de subsidieregeling ERT de begripsbepalingen opgenomen. Door deze systematiek te kiezen blijft de opsomming van begripsbepalingen overzichtelijker en kan betrekkelijk snel worden gevonden wat in een bepaalde paragraaf de uitleg van een bepaald begrip is.
Hoofdstuk 2 Duurzaam Vervoer In dit hoofdstuk zijn twee paragrafen opgenomen die beide te maken hebben met elektrisch varen.
Paragraaf 2.1 stimuleren elektrisch varenDe provincie Fryslân wil elektrisch varen stimuleren en geeft daarom subsidie voor het vervangen van diesel- of bezineaandrijving door een elektrische aandrijving of een hybrideaandrijving of voor de aanschaf van een elektrische aandrijving of een hybrideaandrijving voor een aan te schaffen nieuw vaartuig. Elektrisch varen geeft een nieuwe dimensie aan de watersport omdat het schoon en ook stil is. Daarnaast geeft het ook een stimulans aan kennis, innovatie en bedrijvigheid in de pro-vincie op het terrein van elektrisch vervoer in zijn algemeenheid en elektrisch varen in het bijzonder.
Paragraaf 2.2 stimuleren oplaadpunten elektrisch varen Het is weinig zinvol om elektrisch varen te stimuleren terwijl er nog onvoldoende mogelijkheden zijn om elektrisch- en hybride aangedreven vaartuigen op te laden. Zo lang er nog onvoldoende laadpunten zijn kan dat een belemmering zijn om een bestaand vaartuig om te bouwen of om een nieuw vaartuig met elektrische of hybride aandrijving aan te schaffen. Op het moment dat er nog geen omvangrijke vloot van elektrisch of hybride aangedreven vaartuigen zijn is dat weer een belemmering om een laadpaal te installeren. De provincie wil het aanleggen van laadpalen aan het Fries vaarnetwerk en in jacht- en passantenhavens stimuleren door het geven van een subsidie.
Paragraaf 2.3 Duurzame transportmiddelen De transportsector levert een belangrijke bijdrage aan zowel het energieverbruik als de luchtverontreiniging. De provincie wil dat de transitie van fossiele transportbrandstoffen naar duurzamere brandstoffen verder wordt doorgezet. Duurzame transportbrandstoffen passen bij onze provincie. Er is steeds meer vraag naar LNG/LBG, groengas en andere duurzame brandstoffen. LNG, LBG, CNG, groengas en PPO zijn brandstoffen die prima passen bij een circulaire economie. Op dit moment kan LNG, LBG CNG, Groengas en PPO al een bijdrage leveren aan de milieudoelstellingen. De provincie wil met deze subsidieregeling het gebruik hiervan stimuleren. De regeling geldt van 1 januari 2016 tot 1 januari 2017. Met de subsidieregeling willen we in eerste instantie het gebruik van LNG/LBG als brandstof stimuleren. De regeling is zo ingericht dat in de periode van 1 januari 2016 tot 17 mei 2016 alleen subsidie kan worden aangevraagd voor vrachtwagens/boten op LNG/LBG. Vanaf 17 mei 2016 wordt de regeling zowel voor LNG/LBG en voor andere duurzame transportbrandstoffen (Groengas en PPO (Puur plantaardige olie)) opengesteld. Per aanvrager kan slechts één keer een aanvraag worden gehonoreerd.
Hoofdstuk 3 Duurzaam wonen en werkenIn dit hoofdstuk zijn de paragrafen opgenomen die betrekking hebben op subsidiemogelijkheden om duurzaam wonen en duurzaam werken te stimuleren.
Paragraaf 3.1 Interestsubsidieregeling Energiebesparende Bestaande Bouw Particulieren 2013-2015. Particulieren kunnen geld lenen om daarmee maatregelen te treffen waardoor hun woning energiezuiniger wordt. Het doel is dat de energieprestatie van de woning verbeterd tot ten minste energielabel C.
Paragraaf 3.2 Asbest eraf, zonnepanelen erop. Alle provincies in Nederland hebben een vergelijkbare regeling om stimuleren dat agrarische ondernemers asbestdaken van boerderijen en schuren saneren. In het verleden was het gebruikelijk om asbestplaten voor dakbedekking te gebruiken. Inmiddels zijn de risico’s van het gebruik van asbest bekend. De gezamenlijke provincie hebben in overleg met het ministerie van I&M een subsidieregeling voor het verwijderen van asbestdaken bij agrarische bedrijven opgesteld. Ook voor voormalige agrarische ondernemingen en voor eigenaren van een voormalig agrarisch bouwblok staat de regeling open.
Paragraaf 3.3 Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) Het bestuur van FSFE B.V. kan subsidie in de vorm van leningen en garanties geven voor e projecten die bijdragen aan het versterken van het vermogen van de Friese economie om te komen tot een energietransitie. Het FSFE B.V. hanteert hierbij het Investeringsreglement FSFE.
Paragraaf 3.4 koploperprojecten duurzaam ondernemen De provincie vindt maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijk. Dit wordt op verschillende manieren gestimuleerd. Gemeenten kunnen bij de provincie subsidie vragen voor samenwerkingsverbanden van MKB bedrijven en non-profitorganisaties. Er moet een netwerk gevormd worden van ten minste drie en maximaal vijftien bedrijven of organisaties die allemaal een duurzaamheidscan uit gaan voeren. De deelnemers moeten zich verplicht aansluiten bij het koplopersplatform Goodstart. Doel is dat bedrijven van elkaar leren door onderling informatie en ervaringen uit te wisselen.
Paragraaf 3.5 Lokale energie-initiatieven Deze stimuleringsmaatregel is bedoeld om energiebesparing en opwekking van duurzame energie van de grond te trekken en de uitrol van het uitvoeringsbeleid Duurzame Energie van onderen af te versnellen. Zowel in de wederverkoop, waar bijvoorbeeld het model van de Enerzjy Koöperaasje Fryslân en de Noordelijk Lokaal Duurzaam op gebouwd is, maar ook in de stimulering van zonnestroom en energiebesparing. Ook is de bedoeling een boost te geven aan de lokale economie. Lokale energie-initiatieven hebben een (minimale) mate van organisatie nodig, wat startgeld vraagt. Bij deze financiële stimulering gaat het om een startsubsidie voor dorps-, streek- en wijk- energie-initiatieven ten behoeve van gedeeltelijke dekking van bijvoorbeeld notariskosten voor de oprichting van de coöperatie en communicatiekosten voor klantenwerving (bijvoorbeeld het bouwen van een website, de aanschaf van kantoormaterialen en het opzetten van promotieactiviteiten).
Paragraaf 3.7 Fairtrade-activiteiten Het organiseren van Fairtrade metingen in de gemeente, bijeenkomsten om ondernemers en vrijwilligers warm te krijgen voor Fairtrade, informatie te geven en/of publiciteit genereren voor Fairtrade. Hoofdstuk 4 Toerisme In dit hoofdstuk staan zeer verschillende paragrafen, die gemeen hebben dat ze over toerisme gaan.
Paragraaf 4.1 Onderhoudsbaggeren Friese Meren ProjectEen van de doelstellingen van het Fries Meren Project is om minimaal de huidige positie van de Friese Meren ten opzichte van andere watersportgebieden te behouden. Hiervoor is het nodig dat de vaarwegen en de jacht- of passantenhavens in Fryslân de juiste diepte hebben. De regeling onderhoudsbaggeren Friese Meren Project is bedoeld om het onderhoudsbag-geren in jacht-of passantenhavens te stimuleren. Er moeten geen belemmeringen zijn om van de haven gebruik te kunnen maken. Het is daarom nodig dat de baggerdiepte van de haven voldoet aan de normdiepte van de aanliggende vaarweg. Gemeenten en particulieren kunnen bij de provincie subsidie vragen voor het plegen van onderhoudsbaggerwerkzaamheden in jacht- of passantenhavens.
Paragraaf 4.2 Wifi netwerken op toeristische locaties De provincie Fryslân wil een aantrekkelijke toeristische provincie zijn, daarvoor is het van belang dat op toeristische locaties wifi beschikbaar is. Toeristen zijn gewend dat zij internet kunnen raadplegen en via internet kan de dienstverlening aan toeristen worden vergroot. Een collectief of bij het ontbreken van een collectief een gemeente kan subsidie aanvragen voor het realiseren van wifi netwerken in de openbare ruimte van de toeristische locatie of een locatie met toeristisch potentieel. Met een collectief wordt een privaatrechtelijke rechtspersoon bedoeld, een bedrijf dus, die namens de toeristische locatie of de locatie met toeristisch potentieel en die zorgt voor de realisatie en het duurzame beheer van het wifi netwerk. Het collectief moet een breed draagvlak binnen de locatie hebben. Er zijn in de regeling 47 locaties aangewezen als toeristische locatie. Een locatie met toeristisch potentieel is een locatie die over een duidelijke strategie, visie of aanpak beschikt voor een toeristische voorziening en waarvoor voor de realisatie een wifi netwerk een toegevoegde waarde heeft.
Hoofdstuk 5 InnovatiesDe provincie wil innovaties stimuleren. Het gaat daarbij om sociale innovaties die nodig zijn om naar een meer groene economie te gaan, maar ook om academische activiteiten te stimuleren en het mkb in Fryslân te stimuleren aan kennisontwikkeling, kennisoverdracht en samenwerking te gaan doen. Via het Doe-fonds kan een lening of garantie worden gegeven.
Paragraaf 5.1 duurzaam door Op grond van deze regeling kan subsidie worden gevraagd voor projecten binnen één of meer van de thema’s energie, biodiversiteit, water, materialen en voedsel. Een aanvraag kan pas worden ingediend wanneer gedeputeerde staten hebben aangegeven dat zij een project-idee zo kansrijk achten dat het kan worden uitgewerkt tot een projectvoorstel. Dit uitgewerkte projectvoorstel moet bij de aanvraag worden gevoegd. Een aanvraag wordt ingediend door een penvoerder namens een samenwerkingsverband. Gedeputeerde staten hebben een subsidierelatie met deze penvoerder en niet met de andere samenwerkende partners in een project.
Paragraaf 5.2 University Campus FryslânDe kennisinfrastructuur en de kennisketen rond Fryske hotspots moet worden versterkt. Om dit te bewerkstelligen kan subsidie worden gevraagd voor UCF projecten. UCF is een netwerk- en adviesorganisatie en voor de periode tot 2015 is door provinciale staten een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Voor projecten die passen binnen dit uitvoeringsprogramma kan subsidie worden gevraagd. Het gaat dan bijvoorbeeld om promotietrajecten.
Paragraaf 5.3 DoefondsHet bestuur van Doefonds B.V. kan subsidie in de vorm van leningen en garanties geven voor innovatieve projecten. Het Doefonds B.V. hanteert hierbij het Investeringsreglement Doefonds Fryslân.
Paragraaf 5.4 Fryslân Fernijt IV Nieuwe economische activiteiten en daarmee de werkgelegenheid in Fryslân worden gestimuleerd met de regeling Fryslân Fernijt IV. Samenwerkingsverbanden kunnen via een penvoerder aanvragen indienen voor vernieuwende experimentele samenwerkingsprojecten. Gedeputeerde staten hebben een subsidierelatie met de penvoerder en niet met de andere partners in het samenwerkingsverband. De regeling werkt met tenders waarvan de periode steeds door gedeputeerde staten wordt opengesteld. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de Handleiding voor projectindieners.
Toelichting paragraaf 5.5 (Breedbandfonds Fryslân) De fondsbeheerder van het Breedbandfonds Fryslân B.V. kan subsidie in de vorm van een lening verstrekken aan rechtspersonen die een next generation acces netwerken aan willen leggen in een wit gebied in de provincie Fryslân. Op grond van de algemene groepsvrijstel-lingsverordening mag steun worden gegeven voor breedbandinfrastructuur. Een van de voorwaarden waaronder dit mag is dat de infrastructuur moet worden aangelegd in een ge-bied waar er geen infrastructuur van dezelfde categorie (basisbreedband- of NGA netwerk) voorhanden is en waar dit soort infrastructuur binnen drie jaar vanaf het ogenblijk van de bekendmaking van de voorgenomen steunmaatregel waarschijnlijk niet op zakelijke voor-waarden zal worden uitgerold, hetgeen ook via een open publieke consultatie dient te worden nagegaan. De fondsbeheerder hanteert bij de subsidieverstrekking het Investeringsreglement Breed-bandfonds Fryslân B.V. Toelichting paragraaf 5.6 (Innovatieprojecten waterketen)Algemeen Met de ondertekening van het Fries Bestuursakkoord Waterketen van februari 2010 willen de Provincie Fryslân, het Wetterskip Fryslân, de Friese gemeenten en waterbedrijf Vitens verbeteringen aanbrengen in de waterketen. Innovatie vormt daarbij een belangrijke pijler voor een duurzame en doelmatige waterketen. Door het toepassen van innovatie wordt bijgedragen aan besparingen in de waterketen in Fryslân. De provinciale ambitie voor de verduurzaming van de waterketen in Fryslân is vastgelegd in de “Green Deal Fries Bestuursakkoord Waterketenovereenkomst” met het Rijk en vervolgens uitgewerkt in de “Visie Watertechnologie Fryslân 2020”. De doelen op het gebied van de verduurzaming van de waterketen worden verbonden met de economische kansen voor de regio. Op economisch terrein is de ambitie om Nederland te ontwikkelen tot de Europese Watertechnologie Hub, met de Water Campus in Leeuwarden als kristallisatiepunt. Het provinciaal beleid is neergelegd in de Beleidsvisie economie en het “Uitvoeringskader watertechnologie 2014-2020”.
Uitvoeringskader watertechnologie 2014-2020 Het uitvoeringskader watertechnologie is opgebouwd via een aantal actielijnen (Technologie, Tolerantie, Talent en Transnationaal). Met Tolerantie wordt bedoeld het geven van ruimte aan experimenten, starters, projecten en bedrijven. Ruimte geven in de zin van het verlenen van vergunningen, het bieden van fysieke ruimte en financiële ruimte (subsidies en risicokapitaal).
Vaak gaat het bij innovatieprojecten in eerste instantie om experimenteren met en tussen actoren in de triple helix: de actoren zijn ondernemingen, onderwijs en overheden. Bij water(voorziening) is het ook van belang om de bevolking te betrekken als vragende partij. Dan spreken we over de zogenaamde quadruple helix. Zo kan het waterspoor van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 een verrijking zijn voor het watertechnologieprogramma en visa versa. Inwoners van Leeuwarden en Fryslân zijn al in een vroegtijdig stadium betrokken bij Leeuwarden KH 2018.
De komende jaren wordt voor de sector meer focus op cross-sectorale projecten en interna-tionalisering verwacht. Hierdoor neemt het aantal actoren toe. En ontstaat er verwevenheid met andere sectoren en regio´s. Op het snijvlak van sectoren (cross-overs) ontstaat vernieuwing en synergie. Dat biedt de mogelijkheid tot het openen van nieuwe (internationale) markten. Het realiseren van een proeftuin in Fryslân met grootschalige voorbeeldprojecten (icoonprojecten) is van belang voor internationale profilering, de creatie van een thuismarkt voor innovaties en het aantrekken van bedrijven en instellingen van buiten de regio. Fryslân heeft met de Afsluitdijk en de Waddeneilanden locaties in huis, die in dit kader benut kunnen worden als icoonprojecten voor Europa.
Een toename van het aantal bedrijven en instellingen in en om de Watercampus Leeuwarden vergroot de interactie, de slagkracht en het internationale aanzien van het watertechnologiecluster.
Projecten/activiteiten op deze actielijn dienen dan ook bij te dragen aan: • Stimulering en ondersteuning technostarters en innovatief MKB op het gebied van watertechnologie. • Realisatie van demonstratieprojecten, cross-overs en grootschalige voorbeeldprojecten/ icoonprojecten. • Realisatie van watertechnologieprojecten in het kader van Leeuwarden KH 2018. • Vestiging van bedrijven en instellingen.
Monitoring Binnen het Uitvoeringskader Watertechnologie passen projecten van zeer verschillende aard. Die dragen elk op hun eigen manier bij aan de ambities. De op grond van deze subsidieregeling gehonoreerde projecten zullen worden gemonitord. Daarnaast hebben we behoefte aan reflecting practise. Dat wil zeggen dat we de projecten volgen en beoordelen. Wat gaat goed, wat kan beter en hoe kunnen we ons beleid hier het beste op inrichten. Tot slot zal de monitoring zich richten op het effect van de provinciale middelen. In welke mate zijn de provinciale middelen een hefboom voor externe middelen en dragen ze bij aan Europese doelstellingen.
Onderhavige subsidieregeling biedt de juridische grondslag voor het subsidiëren van watertechnologieprojecten die passen binnen de uitgangspunten van de hiervoor geschetste uit-voeringskaders.
Artikel 5.6.1 Doel De ‘Visie Watertechnologie Fryslân 2020” is vastgesteld in de Stuurgroep Fries Bestuursakkoord Waterketen op 27 september 2013.
Artikel 5.6.2 Subsidiabele activiteiten Artikel 5.6.2, derde lid sub a: dit betreft mede de zogenaamde “cross-over”-projecten.
Artikel 5.6.6 Toetsingscriteria Het eerste toetsingscriterium geeft aan dat projecten innovatief dienen te zijn. Onder innovatief wordt hier in ieder geval verstaan een niet eerder toegepast concept, of een concept dat vanuit de demo-fase wordt opgeschaald. De projecten kunnen tevens betrekking hebben op de toepassing van bestaande technieken, waarbij de innovatie zit in de combinatie en schaalgrootte van de toepassing van die technieken. Tevens is als criterium (onder c) opgenomen dat innovatieprojecten bijdragen aan de verbetering van de waterketen in Fryslân of aan de groei van Friese watertechnologiebedrijven. Onder verbetering wordt hier verstaan: goedkoper, duurzamer in termen van gebruik van energie en grondstoffen, en bijdragen aan vergroting van de maatschappelijke bewustzijn.
In dit hoofdstuk is een paragraaf opgenomen die te maken heeft met de cofinanciering van projecten, waarvan een subsidieaanvraag in het kader van het Waddenfonds is gehonoreerd.
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die passen binnen het Uitvoeringsplan Waddenfonds van de Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds. Projecten, waarvan voor het uitvoeren van dezelfde activiteiten door het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds een subsidieaanvraag is gehonoreerd, kunnen voor een cofinancieringbijdrage in aanmerking komen.
Hoofdstuk 7 Economische structuurversterking en bedrijvigheidIn dit hoofdstuk zijn subsidieregelingen opgenomen die bijdragen aan de versterking van de economische structuur en de bedrijvigheid in Fryslân.
Paragraaf 7.1 herstructurering bedrijventerreinen Gemeenten kunnen subsidie vragen voor het revitaliseren en herprofileren van bedrijventer-reinen. De aanvraag moet passen binnen de kaders van het herstructureringsprogramma 2010-2013 en binnen het door de samenwerkende regio opgestelde bedrijventerreinenplan. Het voor subsidie in aanmerking komende bedrag moet ten minste € 200.000,= bedragen, anders wordt deze geweigerd. Het gaat dus om substantiële projecten, waarbij het betreffende bedrijventerrein grondig wordt aangepakt.
Paragraaf 7.2 Activiteiten gebiedsontwikkeling N381 Deze regeling geldt alleen binnen het plangebied gebiedsontwikkeling N381. Binnen dit gebied kan subsidie worden gevraagd voor het aanbrengen van erfbeplanting, het doen van onderzoek naar de geschiktheid van de bodem voor cranberry teelt, het verkrijgen en geschikt maken van grond voor het oprichten van dorpstuinen, het opstellen van een advies over de mogelijkheden van mestraffinage en het opstellen van een businessplan voor het opzetten van greenpoints. Deze maatregelen moeten de structuur binnen het plangebied N381 versterken.