Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Putten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Putten 2014
CiteertitelVerordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Putten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOpenbare orde, bevolking

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Basisregistratie personen art. 3.8 eerste lid en 3.9 eerste en tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Reglement gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Putten 2014

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-201406-01-2014nieuwe verordening

02-07-2014

Gemeenteblad d.d. 16-7-2014 nr. 39898

355150

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING GEGEVENSVERSTREKKING BASISREGISTRATIE PERSONEN GEMEENTE PUTTEN 2014

vastgesteld bij besluit van de raad van 2 juli 2014 nr. 355158

 

 

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juni 2014, nr. 355150;

gelet op het bepaalde in artikel 3.8, eerste lid, en 3.9, eerste en tweede lid, van de Wet basisregistratie personen;

overwegende dat de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt ingetrokken op 6 januari 2014 door de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen, waardoor de Verordening GBA van rechtswege vervalt;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Putten.

 

Artikel 1 Verstrekkingen aan organen van de gemeente

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan een overheidsorgaan, dat een orgaan van de gemeente is, gegevens uit de basisregistratie, voor zover dit is bepaald bij nadere regeling van het college.

  • 2.

    De verstrekking van gegevens betreft de volgende wijzen van verstrekking:

    • a.

      Verbanden met andere gemeentelijke registraties.

    • b.

      Rechtstreekse toegang tot de basisregistratie.

    • c.

      Periodieke verstrekkingen.

    • d.

      Telefonische verstrekking.

Artikel 2 Verstrekkingen aan derden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan overeenkomstig artikel 3.9 van de Wet basisregistratie personen, op verzoek van een derde aan hem gegevens verstrekken uit de basisregistratie personen als:

    • a.

      de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt, of;

    • b.

      de verstrekking in overeenstemming is met het bepaalde krachtens het derde lid.

  • 2.

    Verstrekking overeenkomstig het eerste lid vindt enkel plaats voor zover deze noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst aan:

    • a.

      de werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt; en

    • b.

      de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 6 januari 2014.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen gemeente Putten.

toelichting

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (hierna:Wbrp). Met de invoering van die wet is de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: Wgba) ingetrokken. Daardoor is bovendien de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van 1 oktober 2009 vervallen. De mogelijkheid die de Wgba kende om regels te stellen over de verstrekking van gegevens over ingezetenen van de eigen gemeente is in de Wbrp echter overgenomen. Deze verordening geeft daar invulling aan.

 

Het gaat in deze verordening om verstrekking door het college van burgemeester en wethouders van gegevens uit de basisregistratie, over inwoners van de eigen gemeente aan:

  • 1.

    Organen van de eigen gemeente (op grond van artikel 3.8 van de Wbrp, zie artikel 1 van deze verordening); en

  • 2.

    Derden (op grond van artikel 3.9 van de Wbrp, zie artikel 2 van deze verordening).

 

Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit de Wbrp werken door in deze verordening. Daarmee wordt in deze verordening verstaan onder:

  • 1.

    Basisregistratie: de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wbrp;

  • 2.

    Derde: elke natuurlijke persoon niet zijnde een overheidsorgaan of een ingeschrevene en elke rechtspersoon die niet krachtens publiekrecht is ingesteld, noch met enig openbaar gezag is bekleed;

  • 3.

    Ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst in de basisregistratie is opgenomen;

  • 4.

    Overheidsorgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed;

  • 5.

    Persoonslijst: het geheel van gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, en 2.69, eerste lid, van de Wbrp over één persoon in de basisregistratie.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Verstrekkingen aan organen van de gemeente

Met dit artikel wordt het college de bevoegdheid gegeven om gegevens uit de basisregistratie te verstrekken aan gemeentelijke organen. Het wordt aan het college overgelaten om te bepalen welke gegevens uit de basisregistratie, over welke personen en voor welke taken, de verschillende gemeentelijke organen verstrekt krijgen. Het college verstrekt de gegevens vervolgens zelf, al dan niet systematisch, met dien verstande dat slechts gegevens worden verstrekt die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de taak van de betreffende organen (zie artikel 3.8, tweede lid, van de Wbrp).

 

 

Artikel 2. Verstrekkingen aan derden

Dit artikel maakt het mogelijk dat op verzoek van een derde aan hem door het college gegevens worden verstrekt over inwoners van de gemeente. De verstrekking kan echter uitsluitend plaatsvinden in twee gevallen, namelijk:

  • 1.

    Als de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt (artikel 3.9 eerste lid, aanhef en onder a. van de Wbpr) of

  • 2.

    Ten behoeve van door een derde verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid van de Wbrp).

Er worden echter geen gegevens verstrekt als op de persoonslijst een aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden is vermeld, als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid van de Wbrp. Bovendien vindt verstrekking alleen plaats voor zover dat noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan.

 

De werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt, en de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie, worden door het college aangewezen

 

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

Aan de verordening wordt terugwerkende kracht toegekend tot en met 6 januari 2014, te weten de datum waarop de Wbrp in werking trad en de Wgba en de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens vervielen.

Hiermee wordt aan de verstrekkingen gedaan in de periode tussen 6 januari en de inwerkingtreding van deze verordening alsnog een adequate grondslag geboden. Terugwerkende kracht ligt hier voor de hand, omdat enkel daarmee de voortdurende goede uitvoering van bepaalde gemeentelijke taken gewaarborgd is. Bovendien gaat het om een korte periode en zijn de verstrekkingen een voortzetting van de bestaande praktijk, zoals deze voorheen onder de Wgba plaatsvond.