Toelichting: a. voorgeschiedenis Een speerpunt in het collegeprogramma 2011-2014 is onder
meer het vereenvoudigen van de procedures van welstand
en gemeentelijke monumenten Om dit streven te
verwezenlijken heeft het college de volgende doelen
gesteld: 1.vereenvoudiging van de welstandtoetsing; 2.verkleining of afschaffing van het vergunningstelsel
gemeentelijke monumenten; 3.efficiëntere advisering. De onderdelen vereenvoudiging van de welstandsadvisering
en efficiëntere advisering zijn voor een groot deel
afgerond. De welstandsnota is in concept herzien. Op een
aantal onderwerpen vindt vereenvoudiging plaats. De nota
is inmiddels intern besproken en ter advisering
voorgelegd aan de monumentencommissie en de
welstandscommissie. Deze adviezen zijn grotendeels
overgenomen. Enkele adviezen over tekstuele wijzigingen
en samenvoegingen zullen in de volgende herziening
worden meegenomen. Omdat deze wijzigingen voor dit
moment teveel tijd in beslag nemen. Wat de efficiëntere advisering betreft is al wel gekozen
voor het samenvoegen van de welstands- en
monumentencommissie. In de raadsvergadering van 14
januari 2014 is ingestemd met een samenvoeging van de
monumentencommissie en de welstandscommissie. De welstandsnota heeft op grond van het bepaalde in de
inspraakverordening met ingang van 2 december 2013
gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van ter inzage ligging zijn geen
inspraakreacties ontvangen. Voorgesteld wordt om in te
stemmen met de deze nota. b. waarom wordt het voorstel
voorgelegd/brondocument Het voorstel is een uitvloeisel van het collegeprogramma
2011-2014. De achterliggende gedachte is de regelgeving
rond de welstandstoetsing te versoepelen en te
vereenvoudigen om zo de lasten voor de burger en
ontwikkelaars te verminderen. c. relatie met eerdere
besluitvorming De basis van de welstandsnota is in 2004 vastgesteld in
samenwerking met de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen,
’s-Gravendeel, Korendijk en Strijen. De laatste
herziening van de welstandsnota was eind 2010, bij de
invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(Wabo). Dit heeft Oud-Beijerland toen, in verband met de
tijdsdruk, zelfstandig opgepakt. Met deze voorliggende
herziening is opnieuw aansluiting gezocht bij de
regionale nota. Daarnaast is er op punten ook afgeweken,
zoals de splitsing in 2 delen en de invoering van
welstandsvrije objecten. In de regio is vooraf wel
overleg geweest over de vraag de herziening gezamenlijk
op te pakken. Door verschillende planningen is dit
echter niet gelukt. De concept nota en onderliggende
stukken zullen wel naar de overige gemeenten worden
gestuurd. De partiële herziening van de Welstandsnota waarbij
onderdeel 2.7 (nu 1.7) is aangepast is op 1 oktober 2013
door de raad vastgesteld. Deze wijziging is integraal
overgenomen in de herziening van de welstandsnota. d. relatie met andere
beleidsvelden Door de wijziging van het Besluit Omgevingsrecht (Bor),
is de ‘kan’-bepaling ingevoerd waardoor ambtelijke
toetsing weer mogelijk wordt gemaakt. Dit is in de
herziening meegenomen. De samenvoeging van de welstands- en monumentencommissie
is in een apart raadsvoorstel op 14 januari 2014 aan de
raad aangeboden en vastgesteld. e. raad is bevoegd op basis van wet,
kaderstellende rol, etc. De raad is bevoegd op basis van Woningwet (Ww), artikel
12a tot het vaststellen van de welstandsnota. Op basis van art. 12 lid 4 en art. 12a lid 2 Ww betrekt
de raad de ingezetenen van de gemeente en
belanghebbenden bij de voorbereiding van de herziening
van de welstandsnota. Dit zal gebeuren door middel van
inspraak. |