Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2014 |
Citeertitel | Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2011.
artikel 81oa van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2014 | nieuwe regeling | 16-06-2014 Stadsnieuws 2014, 29 | RB14.0045 |
Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie
Artikel 2.2 Samenstelling en benoeming rekenkamercommissie
De leden worden door de raad van buiten de kring van zijn leden benoemd voor een periode van drie jaar; de leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van drie jaar. De benoeming van de externe leden geschiedt op voordracht van een door de raad benoemde sollicitatiecommissie bestaande uit twee raadsleden. De voorzitter van de rekenkamercommissie fungeert als adviseur en de secretaris als ondersteuning van de commissie.
Artikel 2.5 Vergoeding voor de werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie.
De voorzitter ontvangt een onkostenvergoeding van € 375,00 per maand (prijspeil 1 januari 2014), exclusief reiskosten. De overige leden ontvangen een onkostenvergoeding van € 275,00 per maand (prijspeil 1 januari 2014), exclusief reiskosten. De onkostenvergoedingen worden per 1 januari van elk jaar herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie
Artikel 3.1 Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde redelijke termijn te verstrekken;
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren en eventueel andere betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken en maximaal één maand bedraagt, hun zienswijze op de weergave en interpretatie van de feiten in het conceptrapport van bevindingen aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Naar aanleiding van de ontvangen reacties kan de rekenkamercommissie besluiten het rapport van bevindingen aan te passen. Vervolgens zal zij de nota met conclusies en aanbevelingen formuleren.
De rekenkamercommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken en maximaal één maand bedraagt, zijn zienswijze op het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Na ontvangst van de reactie van het college formuleert de rekenkamercommissie haar nawoord.
Na de aanbieding van het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen stelt het presidium een raadsvoorstel op, waarbij de reactie van het college is gevoegd. De raad bespreekt het voorstel door tussenkomst van de aan het onderwerp gerelateerde raadscommissie binnen 6 weken na aanbieden van het rapport van bevindingen. De leden van de rekenkamercommissie nemen geen deel aan de beraadslaging. Wel kunnen zij door de raad worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de behandeling in de vorm van een toelichting.
Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie
Artikel 4.2 Onderzoekmedewerk(st)ers
Onderzoekmedewerk(st)ers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.3 toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.