De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Oud-Beijerland
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de
Gemeentewet;
besluiten
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening commissie bezwaarschriften
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- 2.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.
Artikel 2 Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn
ingediend tegen besluiten op grond van:
- a.
een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet
waardering onroerende zaken;
- b.
een wettelijk voorschrift inzake de Wet werk en bijstand (Wwb),
de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen (IOAZ) het Bijstandsbesluit Zelfstandigen
2004 (Bbz) en de Wet inburgering (Wi).
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit twee clusters. Het ene cluster behandelt de
bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten, het andere cluster
behandelt de overige bezwaarschriften.
- 2.
Elk cluster bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.
- 3.
De voorzitters en leden zijn onafhankelijk. Dit betekent dat zij geen
deel uitmaken en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het
verwerend orgaan.
- 4.
Eén van de leden van het cluster dat de bezwaarschriften tegen
rechtspositionele besluiten behandelt, wordt voorgedragen door de
werknemersvertegenwoordiging.
- 5.
De voorzitter(s) en (plaatsvervangend) leden worden door het college
benoemd, geschorst en ontslagen.
- 6.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitters.
Artikel 4 Secretaris
Het secretariaat van de commissie wordt uitgevoerd door een of meerdere door
het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 5 Zittingduur
- 1.
De voorzitters en de leden van de commissie worden benoemd voor een
periode van vier jaar. Zij kunnen maximaal één keer worden herbenoemd.
De maximale zittingsduur wordt daarom niet langer dan acht jaar,
- 2.
In afwijking van het voorgaande lid worden de eerst benoemde voorzitters
voor een periode van vier jaar benoemd, welke periode één keer verlengd
kan worden met zes jaar. Hiermee wordt voorkomen dat op enig moment de
voltallige commissie aftreedt en wordt zorggedragen voor een bepaalde
overlap. Na het aftreden van de eerstbenoemde voorzitters, worden
volgende voorzitters benoemd overeenkomstig het bepaalde in lid 1.
- 3.
De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag
nemen.
- 4.
De aftredende voorzitters en de aftredende leden van de commissie
blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig
mogelijk in handen van de commissie gesteld.
Artikel 7 Bemiddeling
De commissie onderzoekt of in der minne geschikt kan worden (op voorstel van
de secretaris).
Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de commissie:
- 1.
- 2.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- 3.
artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- 4.
- 5.
Artikel 9 Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te
winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie
bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig
uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan
kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college
vereist.
Artikel 10 Hoorzitting
- 1.
De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting
waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid
worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist op voorstel van de secretaris over de toepassing
van artikel 7:3 van de Awb.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van
het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
Artikel 11 Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het
tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week
voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend
orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of
afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste
tot en met het derde lid.
Artikel 12 Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal
leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger,
aanwezig is.
Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn.
Artikel 14 Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de
commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien
een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen
aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten,
vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van
de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is
gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond,
of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in
elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die
aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de
commissie.
Artikel 16 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld,
nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen
beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek
houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan
de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de
voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een
nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 17 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 3.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen
advies.
- 4.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 5.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien
die minderheid dat verlangt.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie
ondertekend.
Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in
artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en
nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het
bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn
van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb,
ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en
het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig
de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de belanghebbenden een
afschrift.
Artikel 18 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 17 februari 2014
Artikel 19 Intrekking oude regeling
De op 23 februari 2010 vastgestelde Verordening commissie Bezwaarschriften
wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt.
Artikel 20 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
bezwaarschriften.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 januari 2014,
De voorzitter, De griffier,
De burgemeester, De secretaris,