Marktreglement 2014 gemeente 's-Hertogenbosch

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt, naast de omschrijvingen die zijn vermeld in artikel 1 van de Marktverordening 2014 gemeente ’s-Hertogenbosch, verstaan onder:

• a.

  anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats met daarin de datum van de uitgave van de vergunning;

• b.

  marktcommissie: de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie met als taak burgemeester en wethouders te adviseren over marktaangelegenheden;

• c.

  meeloper: marktkoopman/ -vrouw die geen vaste standplaats op de markt heeft en een dagplaats inneemt;

• d.

  mobiele verkooptoonbank: vanuit de standplaats worden consumptieartikelen verkocht. De mobiele verkooptoonbank blijft binnen de afmetingen van de kraam;

• e.

  plaatsverbeteringslijst: de lijst van gegadigden (vaste standplaatshouders) per markt die in aanmerking willen komen voor een andere standplaats op de markt in ´s-Hertogenbosch;

• f.

  uitstallingen: goederen buiten het toegewezen aantal vierkante meters kraamruimte tentoonstellen c.q. plaatsen voor en of ten behoeve van de verkoop, bijvoorbeeld een overkapping waaraan of waaronder goederen worden uitgesteld;

• g.

  voertuig: elk object dat ten doel heeft om over enige afstand één of meer personen of goederen te vervoeren.

Artikel 2: Toetsingscriteria verkrijgen vaste standplaats

• 1.

  Burgemeester en wethouders wijzen na overleg met een afvaardiging van de marktcommissie (de zogenoemde sollicitatiecommissie), degene aan die in aanmerking komt voor een opengevallen vaste plaats op de markt.

• 2.

  Om te bepalen of een persoon voor een vaste standplaatsvergunning in aanmerking komt, wordt door burgemeester en wethouders en de sollicitatiecommissie in ieder geval rekening gehouden met de volgende toetsingcriteria:

  • a.

    De kwaliteit van het verkoopmateriaal en het assortiment. Dit moet er verzorgd uitzien en passen in de omgeving;

  • b.

    De branchelijst. Van de branchelijst kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken indien de betreffende branche nog niet op de markt is vertegenwoordigd of indien dit in het belang is van het functioneren van de markt;

  • c.

    De wijze van uitstallen en de uitstraling van het verkoopmateriaal en omgeving ervan. Zowel de kraam als de directe omgeving dienen er verzorgd uit te zien.

• 3.

  De sollicitatiecommissie bestaat de marktmeester en maximaal drie marktcommissieleden;

• 4.

  Indien een lid van de sollicitatiecommissie werkzaam is in de branche waarvoor een nieuwe kandidaat wordt gezocht of indien er sprake is van familie of zakelijke relaties met een kandidaat, wordt zijn plaats ingenomen door een plaatsvervangend commissielid.

• 5.

  Het college kan bepalen dat van de voordracht van de sollicitatiecommissie wordt afgeweken.

• 6.

  Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de sollicitatiecommissie.

Artikel 3: Inhoud vaste standplaatsvergunning

Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

• b.

  een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

• c.

  de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

• d.

  de soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

• e.

  de datum waarop aan de vergunninghouder vergunning is verleend.

Artikel 4: Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 5: Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats, die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de plaatsverbeteringslijst.

Artikel 6: Doorhaling van inschrijving anciënniteitlijst

Indien de vergunning van een vergunninghouder van een vaste standplaats wordt ingetrokken, vindt doorhaling van de inschrijving op de anciënniteitlijst plaats.

Artikel 7: Tijdstip bezetten vaste standplaats

Degene aan wie een vaste standplaats is toegewezen, is verplicht deze plaats niet eerder op te bouwen, uiterlijk bezet, voertuig verwijderd en geheel verlaten te hebben op de tijdstippen zoals die zijn vermeld in bijlage 1van het marktreglementbedoelde besluit van burgemeester en wethouders. Wanneer niet aan het gestelde in a. wordt voldaan, kan de betreffende plaats als dagplaats worden aangemerkt.

Het bepaalde onder a. en b. is niet van toepassing, indien de rechthebbende de marktmeester vóór dit tijdstip onder opgave van een ter beoordeling aan de marktmeester geldige reden, die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Burgemeester en wethouders kunnen in een bijzonder geval ontheffing verlenen van de verplichting opgenomen in het bepaalde onder a.

Artikel 8: Verhindering en waarneming

• 1.

  De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen stelt burgemeester en wethouders daarvan minimaal 48 uur voor de betreffende marktdag schriftelijk in kennis. Bij afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden geeft de vergunninghouder de duur van zijn afwezigheid aan.

• 2.

  Bij plotselinge verhindering wordt de marktmeester mondeling of telefonisch ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding aan burgemeester en wethouders.

• 3.

  In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting in artikel 7 van de verordening (innemen standplaats).

• 4.

  Bij langdurige afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste plaats wegens ziekte kunnen burgemeester en wethouders ten bewijze van deze reden van verhindering verlangen, dat iedere twee maanden een geneeskundige verklaring van een erkend specialist of huisarts wordt overgelegd.

• 5.

  Het verzoek tot ontheffing om de vaste standplaats te laten waarnemen door een waarnemer ingevolge artikel 9 van de verordening vermeldt dan wel bevat:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de waarnemer;

  • b.

    de markt waar de waarnemer mag waarnemen voor de vergunninghouder;

  • c.

    de datum van de ingang van de waarneming;

  • d.

    de datum van het einde van de waarneming;

  • e.

    een goed gelijkende pasfoto van de waarnemer.

Artikel 9: Wijziging vaste standplaatsvergunning

• a.

  Een verzoek tot wijziging van de toegewezen vaste standplaatsvergunning van kraam naar mobiele kraam of verkoopwagen dient schriftelijk plaats te vinden;

• b.

  Voor een dergelijke wijziging dient toestemming te worden verkregen, waarbij door burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen worden gesteld.

Artikel 10: Toewijzing dagplaats

• 1.

  Op grond van artikel 6 lid 6 van de verordening kan een standplaatsvergunning voor één dag worden verleend.

• 2.

  Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden verleend als de gegadigde zich persoonlijk en uiterlijk voor aanvang van de markt bij de marktmeester heeft gemeld.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen een dagplaats toewijzen, indien de gegadigde heeft aangetoond te voldoen aan alle in artikel 5 en 8 van de verordening gestelde eisen én het een artikelengroep betreft, waarvan naar het oordeel van burgemeester en wethouders verkoop van die artikelengroep met het oog op vergroting van de diversiteit wenselijk is.

• 4.

  Een dagplaats wordt niet toegewezen aan een gegadigde voor een dagplaats, indien door deze een gelijke branche wordt gevoerd als die van de vaste standplaatshouder.

Artikel 11: Verkrijgen standwerkersplaats

• 1.

  Het is uitsluitend op daartoe door burgemeester en wethouders vastgestelde standplaatsen toegestaan om als standwerker op te treden.

• 2.

  De verdeling van de standwerkerplaatsen geschiedt door middel van loting.

• 3.

  Personen welke een vaste plaats hebben op de markt en of meeloper zijn, zijn van loting uitgesloten. Tot de loting voor het verkrijgen van een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten standwerkers, die aan de marktmeester hebben aangetoond een standwerker te zijn en te voldoen aan de in artikel 5 van de verordening genoemde eisen.

• 4.

  Personen die in aanmerking willen komen voor een standwerkersplaats, dienen zich persoonlijk de bewuste marktdag uiterlijk voor aanvang van de markt te melden bij de marktmeester.

• 5.

  De marktmeester verricht de loting op een nader aangewezen plaats.

• 6.

  De marktmeester verleent na de loting mondeling toestemming (aan de ingelote gegadigde) voor het innemen van een standwerkersplaats.

• 7.

  Een standwerkersplaats wordt voor maximaal één dag toegewezen.

• 8.

  Degene aan wie een standwerkersplaats is toegewezen, mag uitsluitend één artikel (niet maatgebonden) voeren dat door hem bij de loting is opgegeven. Of er sprake is van één artikel is ter beoordeling aan de marktmeester.

• 9.

  Per artikel wordt slechts één standwerker toegelaten.

• 10.

  Geen lotingplaatsen worden uitgegeven voor de verkoop van verse consumptieartikelen.

Artikel 12: Overige bepalingen standwerkers

• 1.

  Op de zaterdagmarkt (centrum) kunnen maximaal 10 lotingplaatsen worden toegewezen. Op de woensdagmarkt (centrum) kunnen maximaal 7 lotingplaatsen worden toegewezen. Op de wijkmarkt Rosmalen (donderdag) zijn maximaal 2 lotingplaatsen beschikbaar.

• 2.

  Degene aan wie een standwerkersplaats is toegewezen, is verplicht de hem toegewezen plaats een half uur na het einde van de loting in te nemen en deze gedurende de markt persoonlijk te bezetten. Hij mag deze niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

• 3.

  Samenloten door standwerkers is mogelijk met een maximum van twee standwerkers en alleen indien dit vóór de loting aan de marktmeester is medegedeeld. Slechts de eerste ingelote standwerker van het samenwerkende koppel kan een standplaats verkrijgen. Beiden dienen de gehele marktdag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn.

• 4.

  De standwerker dan wel het samenwerkende standwerkerskoppel dient c.q. dienen daadwerkelijk op te treden als standwerker(s) en niet als zogenaamde stille kramer(s).

• 5.

  Het gebruik van prijskaarten, meet- en weegtoestellen, aanduidingborden, audiovisuele middelen en of geluidsversterkende apparatuur is niet toegestaan.

• 6.

  De frontbreedte van een standwerkersplaats is maximaal 3.50 meter met een diepte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat buiten het front van 3.50 meter geen artikelen aan eventuele kapconstructies dan wel aan een parasol mogen worden opgehangen.

• 7.

  Standwerkers dienen een half uur voor de sluitingstijd van de markt het marktterrein te hebben verlaten.

Artikel 13: Beoordeling standwerken

De werkwijze van de standwerker dient er op gericht te zijn publiek rond zich te verzamelenen het verzamelde publiek aan te zetten tot aankoop.

• 1.

  Beoordeling van het standwerken geschiedt door de marktmeester(s).

• 2.

  Het standwerken wordt beoordeeld op de volgende criteria:

  • a.

    Verkoopkunde van de standwerker (hiermee wordt niet bedoeld de behaalde omzet);

  • b.

    Presentatie;

  • c.

    Werklust;

  • d.

    Welsprekendheid;

  • e.

    Humor tot vermaak van het publiek.

• 3.

  Het standwerken kan gedurende een marktdag drie keer worden beoordeeld. Beoordeling standwerkers zal worden gedaan door de marktmeester. Hij krijgt daarbij advies van een marktkoopman/-vrouw. De marktmeester bepaalt in afstemming met een lid van de marktcommissie wie dat zal zijn.

• 4.

  Voor elk onderdeel als bedoeld in lid 2, wordt aangegeven of de standwerker hiervoor voldoende of onvoldoende scoort. Indien drie of meer van de onderdelen als bedoeld in lid 2, als voldoende worden beoordeeld, wordt de beoordeling als voldoende bestempeld. Is dit niet het geval dan wordt de beoordeling als onvoldoende aangemerkt.

• 5.

  Een standwerker die tweemaal binnen één jaar een negatieve beoordeling heeft gekregen, wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt voor de periode van zes maanden uitgesloten van deelname aan de loting voor een standwerkersplaats.

• 6.

  Indien bij een gezamenlijk optreden van twee standwerkers op één van beiden het hiervoor bepaald in lid 5 van toepassing is, worden beide standwerkers voor een periode van zes maanden uitgesloten van deelname aan de loting voor een standwerkersplaats.

Artikel 14: Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

• 1.

  De standplaatshouder is verplicht tot een half uur voor sluitingstijd van de markt zijn standplaats in te blijven nemen.

• 2.

  Het is verboden voor sluitingstijd een begin te maken met het inpakken van de verkoopartikelen, behoudens hetgeen is bepaald in artikel 12 lid 7 van het reglement (standwerkers).

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 15: Aanvoeren, verkopen, afleveren en afvoeren van goederen

• 1.

  De standplaatshouders dienen op het (in bijlage 1 van het marktreglement bedoelde besluit van burgemeester en wethouders) genoemde tijdstip de markt te hebben ontruimd.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen voor het aanvangstijdstip voor het oprijden van de weekmarkt ontheffing verlenen.

Artikel 16: Voertuigen en koelwagens

• 1.

  De standplaatshouder is het verboden om gedurende de tijden waarop de markt wordt gehouden, alsmede de door burgemeester en wethouders bepaalde tijden vóór aanvang van de markt, een voertuig, transportmiddel en of koelwagen op het marktterrein aanwezig te hebben, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd.

• 2.

  Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van de standplaatshouders voor het aan- en afvoeren van goederen of waren op de markt ten behoeve van de warenmarkt, noch voor invalidenwagens en kinderwagens.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod als in het eerste lid ontheffing verlenen onder door hen gestelde voorwaarden.

Artikel 17: Verzorging standplaats

• 1.

  De vergunninghouder dient;

  • a.

    er voor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    tijdens en na de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en na afloop van de markt af te voeren;

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat, de ondergrond en de onmiddellijke omgeving van zijn standplaats veegschoon achter te laten en zulks ter goedkeuring aan de marktmeester voor te leggen.

• 2.

  De vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raken, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen.

Artikel 18: Elektriciteit

• 1.

  Het is niet toegestaan zelf in elektriciteit te voorzien door middel van generatoren of van de daarvoor bestemde gemeentelijke voorzieningen te betrekken zonder schriftelijke toestemming van marktmeester.

• 2.

  De vergoeding voor het gebruik van elektriciteit worden op basis van de werkelijke kosten doorberekend aan de gebruiker.

Artikel 19: Geluidsapparatuur

Het op de standplaats gebruik maken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de marktmeester.

Artikel 20: Koken, bakken en verwarmen

• 1.

  Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties tegebruiken met uitzondering van verwarmingstoestellen die tot (primair) doel hebben de marktkooplieden te verwarmen/ de menselijke gevoelstemperatuur te verhogen dan wel de koopwaar te beschermen tegen vorst.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffingverlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

• 3.

  De marktmeester kan aan een standwerker mondeling een dagontheffing verlenen voor het gebruik van inductieplaten ten behoeve van de verkoop van een artikel op de markt.

Artikel 21: Uitstallingen

• 1.

  Uitstallingen zijn alleen toegestaan na verleende toestemming daarvoor van de marktmeester. Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, moeten onmiddellijk worden verwijderd.

• 2.

  Als een uitstalling na aanzegging niet onmiddellijk wordt verwijderd, dan wordt deze door of in opdracht van de marktmeester verwijderd.

Artikel 22: Venten

• 1.

  Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren tenverkoop rond te lopen of te rijden.

• 2.

  Van het bepaalde in het lid 1 kan door burgemeester en wethouders ontheffing wordenverleend, voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de standplaatshouders

Artikel 23: Gedrukte stukken/propaganda

• 1.

  Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.

• 2.

  Onder het voeren van propaganda als in lid 1 bedoeld, wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

Artikel 24: Mobiele wagens

• 1.

  Mobiele wagens zijn mobiele verkooptoonbanken, mobiele kramen (markavan) enverkoopwagens.

• 2.

  Het opstellen van mobiele wagens geschiedt conform de door burgemeester en wethouders vastgestelde opstelling. De beschikbare plaatsen voor mobiele wagens staan aangeduid op de bijgevoegde tekeningen bij het marktreglement (bijlage 2).

• 3.

  Mobiele kramen en mobiele verkooptoonbanken dienen een transparant karakter hebben, zodat de achterliggende ondernemingen zichtbaar blijven. Of een mobiele kraam mobiele of verkooptoonbank inpasbaar is wordt beoordeeld door de marktmeester. De voor- en achterzijde luifel moet te allen tijde in te klappen zijn in verband met het op- en afrijden van overige gebruikers van de markt. De dissel moet opklapbaar of wegdraaibaar zijn.

• 4.

  Mobiele kramen dienen inpasbaar te zijn met dien verstande dat de toegestane hoogte van een mobiele kraam (markavan) minimaal 2.10 meter (doorloophoogte/ klephoogte) dient te zijn en maximaal 3.00 meter.

• 5.

  Aan een verkoopwagen worden dezelfde eisen gesteld als aan een mobiele kraam, met als uitzondering dat een verkoopwagen aan de achterzijde gesloten dient te zijn en de maximale hoogte niet meer dan 3 meter mag zijn.

Artikel 25: Opstelling, plaatsing en uiterlijk marktkramen

• 1.

  Het opstellen van de (markt)kramen geschiedt conform de door burgemeester enwethouders besloten opstelling. De beschikbare plaatsen voor (markt)kramen staan aangeduid op de bijgevoegde tekeningen (bijlage 2) bij het marktreglement.

• 2.

  Het is (in de binnenstad) alleen toegestaan om gebruik te maken van de door burgemeester en wethouders aangewezen (huur-)kramen. Een uitzondering kan gemaakt worden voor de verkoop van (kamer-) planten en snijbloemen.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen eisen stellen met betrekking tot de kwaliteit van eigen en of overig materieel. Als er verloedering optreedt kunnen burgemeester en wethouders ingrijpen.

• 4.

  De kramen of andere verkoopinrichtingen als de boven- en achterzeilen die op de markt worden gebruikt of geplaatst, moeten voldoen aan de door burgemeester en wethouders gestelde eisen. Zo dienen bovenzeilen wit te zijn, met uitzondering van bedrijfszeilen en dienen de achterzeilen (ook van bedrijfszeilen) transparant te zijn en dient er gebruikt te worden gemaakt van een frontzeil.

• 5.

  De standplaatshouder is verplicht ervoor zorg te dragen dat de kramen verankerd en de zeilen goed gespannen zijn, zodat deze geen gevaar opleveren.

• 6.

  Het is verboden om in het marktterrein pinnen, haringen en dergelijke aan te brengen.

• 7.

  Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te blokkeren. Wel mag er aan de voorzijde van de kraam een overspanning van maximaal 50 centimeter worden aangebracht.

Artikel 26: Bijzondere maatregelen

In onvoorziene omstandigheden zijn burgemeester en wethouders, onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen, bevoegd al die maatregelen te treffen die voor een goede gang van zaken op de markt noodzakelijk zijn.

Artikel 27: Hardheidsclausule

Van het bepaalde in dit reglement kunnen burgemeester en wethouders afwijken indien toepassing van dit reglement tot onbillijkheid van overwegende aard leidt.

Artikel 28: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 29: Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement 2014 gemeente ’s-Hertogenbosch.