Organisatie | 's-Hertogenbosch |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schulddienstverlening gemeente ‘s-Hertogenbosch |
Citeertitel | Beleidsregels schulddienstverlening gemeente 's-Hertogenbosch |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 22-10-2019 | Nieuwe regeling | 08-07-2014 Gemeenteblad, 18-07-2014 | 3865758 |
Het college van burgemeester en wethouders van ‘s-Hertogenbosch,
gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (32.291, Staatsblad 2012, nr. 78) en gelet op raadsbesluit armoede en schulden (vastgesteld door de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch d.d. 22 april 2014),
vast te stellen de hieronder beschreven Beleidsregels schulddienstverlening gemeente ’s-Hertogenbosch.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
In afwijking van lid 1 kunnen ex-zelfstandig ondernemers een beroep doen op schulddienstverlening mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Zelfstandigen met een nog functionerende onderneming kunnen een beroep doen op een voorliggende voorziening in de vorm van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).
In afwijking van lid 1 kunnen bepaalde inwoners zich rechtstreeks wenden tot instanties die door de gemeente zijn aangewezen. Hierbij gaat het specifiek om Multi problematiek zoals psychosociale, verslavings- en jongerenproblematiek in combinatie met schulden. Deze instanties (vermeld in bijlage 1) bieden in opdracht van de gemeente stabilisatietrajecten aan.
Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening
Het college biedt aan verzoeker schulddienstverlening, indien het college dit noodzakelijk acht. Indien die noodzaak niet aanwezig wordt geacht kan een aanvraag worden geweigerd. De noodzaak en de toegang wordt in een beschikking vastgelegd. In een plan van aanpak wordt het aanbod uitgewerkt in concrete stappen.
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:
de belanghebbende niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in in artikel 6 en 7 van de Wgs, artikel 4 van deze beleidsregels en de beschikking, de schuldregelingsovereenkomst of plan van aanpak niet of in onvoldoende mate nakomt. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat belanghebbende een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet;
Artikel 6. Weigering - hersteltermijn - hernieuwde aanvraag
De toegang tot schulddienstverlening kan door het college worden geweigerd indien:
sprake is van een openstaande fraudevordering bij een bestuursorgaan die is geconstateerd binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek om schulddienstverlening. Bij het bepalen van deze termijn, tellen openstaande fraudevorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels mee;
Artikel 7. Berekening Vrij Te Laten Bedrag
Voor de berekening van het Vrij Te Laten Bedrag (VLTB) wordt volgens de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK gehandeld.
Aldus op 8 juli 2014 (met terugwerkende kracht) vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
de secretaris, de burgemeester,
mr.drs. I.A.M. Woestenberg, mr.dr. A.G.J.M. Rombouts
Bijlage 1 Aanbod financiële (schuld)dienstverlening (niet limitatief)
Als niet elke maand alle rekeningen kunnen worden betaald is het soms het beste om rust te brengen in de situatie. We stabiliseren de financiën door orde aan te brengen in de inkomsten en uitgaven. Daarbij kijken we naar de persoonlijke omstandigheden; psychosociale beperkingen, belemmering in werk of gezinsleven etc. Als er financiële rust is kan belanghebbende eventueel met hulp van een gespecialiseerde instantie aan de persoonlijke omstandigheden werken. Vervolgens daarna kan worden gewerkt aan een verbetering van de financiële situatie, het oplossen van schulden of omgaan met geld.
Stabilisatie bijzondere groepen:
Specifiek voor Multi problematiek in combinatie met schulden wordt stabilisatie geboden door de instanties Novadic-Kentron (vanwege verslavingsproblematiek), Juvans Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (vanwege psychosociale problematiek) en Stichting Maatschappelijke Opvang (vanwege psychosociale problematiek bij jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar). Zij helpen bij het structureren van de dag, de zelfverzorging en de dag(budget)besteding. De gemeente doet het budgetbeheer. Resultaat daarvan is dat de financiële situatie structureel stabiel blijft en beperkingen in de persoonlijke omstandigheden worden aangepakt en opgelost.
We ondersteunen bij het betalen van vaste lasten zoals huur, hypotheek, energie, water en zorgverzekering en (uitgebreid) ook naar andere lasten. Bij een tekort kijken we waarop kan worden bezuinigd om achterstanden en/of schulden te voorkomen. Het doel is grip krijgen op financiën. We leren belanghebbende om de administratie en financiën te ordenen. Bij voorkeur in een groep of anders individueel. Na afloop van de budgetbegeleiding is er grip op de financiën en kunnen rekeningen weer door belanghebbende op tijd worden betaald en dat er geen nieuwe schulden ontstaan.
We leren inwoners om de administratie en financiën te ordenen. Bij voorkeur in een groep of anders individueel. Na afloop van deze cursus is er grip op de financiën en kunnen rekeningen weer zelf op tijd worden betaald. Ook kijken we naar het beschikbare budget, dat rekeningen op tijd betaald worden en dat er geen nieuwe schulden ontstaan.
Het lukt niet om vaste lasten op tijd betalen, daarom wordt deze zorg maximaal één jaar uit handen genomen. Wij betalen tijdelijk de huur, energie, water en zorgverzekering van de beschikbare eigen inkomsten. In die tijd bieden we budgetbegeleiding of een budgetcursus. Na maximaal een jaar kan de klant het weer zelf.
Als de lasten structureel niet zelf tijdig betaald kunnen worden verwijzen we inwoners door naar de rechtbank om beschermingsbewind aan te vragen. Een bewindvoerder neemt de zorg voor het betalen van de vaste lasten structureel over. De bewindvoerder zorgt ervoor dat er rust en stabiliteit komt in de persoonlijke financiën. Als er na bewindvoering nog schulden zijn, kan er een aanvraag schulddienstverlening worden gedaan om de schulden aan te pakken.
Verzoekschrift Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
Het is niet gelukt om schulden (minnelijk) te regelen. Via een aanvraag kan de inwoner een beroep doen op de Wsnp via de rechtbank in Den Bosch. Samen met de inwoner zorgen wij voor die aanvraag.
De rechter beslist over de toelating tot de Wsnp. Na toelating tot de Wsnp krijgt de inwoner een bewindvoerder die de schulden beheert. De klant moet dan de financiën zelf regelen. Als dit niet lukt kan de gemeente ondersteunen.
Bijlage 2 Criteria voor toelating tot een traject schuldregeling
Het doorlopen van een schuldregeling is een hele opgave. Zowel bij minnelijke(gemeentelijke) schuldregelingen als bij wettelijke schuldsaneringen haalt een derde van degroep die aan een schuldregeling begint de eindstreep niet.
Het schulddienstverleningsaanbod zal geen schuldregeling bevatten als vooraf duidelijk is dat één of meerdere schulden van de aanvrager niet door bemiddeling van het college op te lossen zijn. Voor het product Schuldregeling conformeert het college zich aan de richtlijnen en voorwaarden van de NVVK.
Om een zo groot mogelijke kans te creëren dat een schuldenaar die aan een schuldregeling begint ook daadwerkelijk de eindstreep haalt, stelt ‘s-Hertogenbosch vijf voorwaarden in de sfeer van gedrag en financiële regelbaarheid, om toegelaten te kunnen worden voor een traject schuldregeling.
1 De schuldenaar komt zijn afspraken na
2 De schuldenaar geeft invulling aan een actieve informatieplicht
Alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het traject worden door de schuldenaartijdig worden gemeld. Hierbij valt te denken aan:
3 De schuldenaar is gemotiveerd en weet wat hem te wachten staat
4 De belanghebbende moet financieel ‘regelbaar’ zijn (enkele voorbeelden)
Jongeren met een stabiel inkomen (inkomen uit arbeid boven bijstandsniveau) kunnen aansprak maken op schuldregeling. Jongeren tot 27 zonder inkomen (DUO, WWB, WW of andere uitkeringen met inkomensperspectief) met uitzondering van jongeren tot 27 met een WAJONG-uitkering worden uitgesloten voor schuldregeling. Andere producten binnen schulddienstverlening (stabilisatie, etc.) kunnen wel worden aangeboden.
5 De klant maakt vanaf het moment van aanmelding geen nieuwe schulden (enkele voorbeelden)
Op 22 april 2014 heeft de Gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch de raadsnotie over armoede en schulden en daarmee de visie op het terrein van schulddienstverlening vastgelegd. De beleidsregels zijn hierop gebaseerd en op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De Wgs valt onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is daarom van belang om regels over de toelating tot de schulddienstverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in beleidsregels vast te stellen zodat het voor de burger helder is wat de spelregels zijn.
Bij de toelating tot schulddienstverlening worden de criteria gehanteerd die in deze beleidsregels zijn opgenomen. Naast algemene criteria kan voor specifieke groepen of situaties een op maat gesneden aanpak nodig zijn. Denk hierbij aan jongeren, mensen met zware psychosociale problemen en dreigende situatie volgens artikel 4 lid 2 van de Wgs, zoals huisontruiming en afsluiting van gas, water en elektriciteit.
De hulpvraag als bedoeld in artikel 4 van de Wgs vindt plaats binnen vier weken na het eerste contact met de gemeente. Bij crisissituaties (bijvoorbeeld dreigende uithuiszetting) wordt de hulpvraag binnen drie werkdagen na het eerste contact vastgesteld.
Bij de aanpak werkt de gemeente nauw samen met partners. De schuldenaar is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om de aanpak te laten slagen.
Het gebruik van de schulddienstverlening is een tijdelijke voorziening. De inspanningen zijn er op gericht om mensen financieel zelfstandig te maken. De schulddienstverlening is in principe gelimiteerd tot eens in de drie jaar.
De criteria in de beleidsregels geven invulling aan de juridische voorwaarden voor de toepassing van de Awb. Daarmee is de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd. Deze heeft immers de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen.
Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en bepalingen uit andere wetten zoals de WWB en het besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.
Artikel 2. Doelgroep schulddienstverlening
Schulddienstverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van ‘s-Hertogenbosch van 18 jaar en ouder die duurzaam in Nederland verblijven. Net zoals in de WWB worden hiermee gelijkgesteld de hier te lande verblijvende vreemdelingen. Artikel 5 van de Wgs stelt dat vreemdelingen die ingezetenen zijn in aanmerking kunnen komen voor schuldhulpverlening als ze rechtmatig in Nederland verblijf houden. Dit in de zin van artikel 8 onder a tot en met e en l van de vreemdelingenwet 2000. Het is echter niet de bedoeling om mensen te helpen die hier kortstondig zijn, bijvoorbeeld om te werken, te helpen. Het gaat er om dat er hier een persoonlijke band van duurzame aard bestaat. Factoren die bij de beoordeling hiervan een rol spelen zijn een permanente woning hier, een woning buiten Nederland waar gezinsleden wonen of het doel van verblijf hier, naar zijn aard al dan niet tijdelijk is. Voor EU-onderdanen (Unieburgers) geldt dat er in principe een permanent verblijfsrecht is als deze langer dan vijf jaar rechtmatig in Nederland heeft verbleven. Zij kunnen dan gebruik maken van de Sociale zekerheid zoals bijstand. Het is logisch om dat ook voor de schulddienstverlening te laten gelden.
Voor de zelfstandige met bedrijfsschulden staat de schulddienstverlening niet open. Hiervoor zijn er de instrumenten in het kader van de bijstandsverlening voor zelfstandigen (Bbz 2004). Voorkomen moet worden dat oneerlijke concurrentie ontstaat of dat niet-levensvatbare bedrijven langs de lijn van schulddienstverlening overeind gehouden worden. Alleen als de onderneming is beëindigd middels uitschrijving Kamer van Koophandel kan de ex-zelfstandige zich melden voor schulddienstverlening.
Daarbij wordt wel opgemerkt dat privé- en zakelijke schulden door elkaar kunnen lopen, waardoor het moeilijk is de privéschulden te isoleren van de zakelijke. Ex-zelfstandigen moeten hun boekhouding op orde hebben en alle aangiften inkomstenbelasting bij de belastingdienst gedaan hebben. De belastingdienst werkt anders niet mee aan een schuldsaneringstraject.
Indien er sprake is van schuldregeling, kunnen ex-zelfstandigen een offerte van een boekhouder indienen om de boekhouding af te wikkelen en aangifte inkomstenbelasting te doen. De ex-zelfstandige kan zelf de keuze maken welk administratie- of boekhoudkantoor (gevestigd in ’s-Hertogenbosch) hij kiest op www.rb.nl. De kosten, mits redelijk, worden betaald door de gemeente.
Specifiek bij Multi problematiek in combinatie met schulden kunnen inwoners rechtstreeks bij instanties terecht die door de gemeente zijn aangewezen. Deze instanties bieden stabilisatietrajecten. Zij helpen bij het structureren van de dag, de zelfverzorging en de dag(budget)besteding. Ze zorgen dat er geen nieuwe schulden ontstaan. De gemeente doet het budgetbeheer. Zie verder bijlage 1 aanbod “stabilisatie bijzondere groepen”.
Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college dit noodzakelijk acht. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (problematische) schulden zelf aan te pakken en te regelen, kan schulddienstverlening achterwege blijven.
Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schulddienstverlening gericht ingezet dient te worden.
Lid 2 laat factoren zien die nodig zijn om een aanbod schulddienstverlening te kunnen vaststellen. Als tijdens de intake blijkt dat er in het schuldenpakket van de aanvrager schulden zitten, die niet door schuldregeling op te lossen zijn, is dit reden om geen aanbod tot schuldregeling te doen (lid 3).
Er zijn meer criteria. In bijlage 2 staan de criteria om voor schuldregeling in aanmerking te komen. Als schuldregeling niet mogelijk is zal indien mogelijk een ander schulddienst worden aangeboden (lid 4).
Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Lid 2 noemt een aantal verplichtingen, dit is geen limitatieve opsomming. In lid 3 staan bepalingen die er op gericht zijn dat de schuldenaar, en indien van toepassing zijn gezin, een zo groot mogelijke financiële ruimte dient te verkrijgen. Dit past in de uitgangspunten van een gemotiveerde schuldenaar die zoveel mogelijk probeert zelfredzaam te zijn.
In de beschikking en/of het plan van aanpak worden verplichtingen en voorwaarden opgenomen. De wijze van schulddienstverlening wordt in een plan van aanpak weergegeven. Belanghebbende kan worden verplicht mee te werken aan bijvoorbeeld budgetbeheer en aan begeleiding door flankerende hulpverlening bij de aanpak van de oorzaak van de schulden. Om schulddienstverlening te doen slagen is de medewerking en de inzet van de belanghebbende nodig.
Bij een schuldregeling worden de verplichtingen van de schuldenaar en de schuldregelende instelling vastgelegd in een schuldregelingsovereenkomst. Voor de schuldregelende instelling heeft deze overeenkomst het karakter van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting. De schuldregelende instelling is immers afhankelijk van de medewerking van de schuldeisers en kan derhalve geen resultaat (medewerking van de schuldeisers aan een schuldregeling) garanderen.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening kan worden beëindigd. Omdat de Gemeente ‘s-Hertogenbosch een selectieve en gerichte toepassing van schulddienstverlening wil, kan dat betekenen dat schulddienstverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. In dat verband is er een duidelijke link met de bepalingen in artikel 3 en 4 waarbij het gaat om eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en motivatie. De beoordeling van de persoonlijke omstandigheden vergt maatwerk. Het spreekt voor zich dat bij beëindiging van de schulddienstverlening de motivatie hiervan en de gronden waarop dit plaatsvindt duidelijk vermeld staan in de beschikking.
Zie ook het schema in het volgende artikel.
Artikel 6. Weigering – hersteltermijn – hernieuwde aanvraag
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen.
Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien. Altijd zal een beoordeling moeten plaatsvinden naar de feiten en of omstandigheden. Alleen als een schuldenaar (of betrokken ketenpartner) gemotiveerd kunnen aantonen dat de situatie is veranderd, wordt een hernieuwde aanmelding in behandeling genomen.
Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, de verzoeker een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt deze hersteltermijn voldoende geacht. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt de hersteltermijn niet.
Iemand die fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft gehad en als die persoon daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd kan worden uitgesloten van schulddienstverlening. De bevoegdheid om hulp te weigeren aan diegenen met fraudeschulden, wordt als mogelijkheid geboden door artikel 3 Wgs.
Een uitsluiting geldt in deze beleidsregels als er sprake is van een openstaande fraudevordering bij een bestuursorgaan die is geconstateerd binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek om schulddienstverlening. Bij het bepalen van deze termijn, tellen openstaande fraudevorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels mee.
Ligt de ontdekkingsdatum van de fraude vóór vijf jaar terug, dan wordt het verzoek tot
schulddienstverlening in principe toegekend, mits er geen andere gronden tot afwijzing
aanwezig zijn. Er is nadrukkelijk voor de vijf-jaar termijn gekozen om aan te sluiten bij de termijn zoals die geldt bij de toegang tot de WSNP (het wettelijk traject). Indien de ontdekkingsdatum niet vast te stellen is, wordt de datum van de veroordeling of het opleggen van de sanctie gehanteerd.
In uitzondering en afhankelijk van de persoonlijke situatie hierop kunnen andere producten zoals vermeld in artikel 6 lid 3 en 4 worden aangeboden.
Op grond van artikel 8 kan het college in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in artikel 6 onder 1b, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid. Bijvoorbeeld als er duidelijk sprake is van een schrijnende (gezins)situatie en aantoonbare negatieve effecten als schulddienstverlening niet wordt geboden. Bijvoorbeeld als het gaat om kleine bedragen of een klein deel van de totale schuldenlast aan fraudeschuld. Deze beoordeling wordt overgelaten aan de schulddienstverlener.
Schema Toegang (artikel 5 en artikel 6)
** AANBOD ZOALS VERMELD IN ARTIKEL 6 LID 3 EN 4
*** UITZONDERINGEN IN ARTIKEL 288 LID 2 DFAILLISSEMENTSWET
Artikel 7. Berekening vrij te laten bedrag
Onderdeel van het traject schulddienstverlening kan een schuldregeling zijn. Daarbij dient vastgesteld te worden wat de aflossingsmogelijkheden zijn en wat voor de schuldenaar overblijft als z.g. vrij te laten bedrag. Hiervoor zijn er landelijke richtlijnen, die ook binnen de WSNP gehanteerd worden en waar ook de NVVK zich aan heeft geconformeerd. De gemeente ’s-Hertogenbosch is lid van de NVVK en past derhalve deze richtlijnen toe.
Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) en/of onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze beleidsregels.
Artikel 9. Inwerkingtreding + citeertitel