Het uitvoeringsbesluit artikel 4.2.3.4, derde lid, Apv betreffende het stellen van regels omtrent plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden

Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in huisvuilzakken en in door of vanwege de gemeente verstrekte minicontainers en citybins moet ordelijk geschieden door de plaatsing daarvan:

• a.

  langs de vastgestelde route van de inzameldienst op het voetpad voor de woning, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de rijweg. Als door of namens de gemeente daartoe gemarkeerde plaatsen, herkenbaar aan een symbool op de verharding, zijn aangewezen mag de minicontainer uitsluitend op die plaatsen worden aangeboden. Het college kan in individuele gevallen bepalen dat de minicontainer op een andere plaats dan hiervoor genoemd moet worden geplaatst;

• b.

  op een wijze, waardoor het voetgangers- en overig verkeer niet wordt gehinderd of belemmerd en overigens geen gevaar voor de omgeving ontstaat;

• c.

  op een wijze, waardoor het gebruik van een inrit niet wordt gehinderd of belemmerd.

Bij het ter inzameling aanbieden:

• a.

  moet het inzamelmiddel goed gesloten zijn;

• b.

  moet de inhoud van een huisvuilzak zonder uitsteeksels in de zak zijn gepakt, zodanig dat zulks geen aanleiding kan geven tot verwondingen of het scheuren van de zak.

Dit besluit vervangt het bestaande Uitvoeringsbesluit artikel 4.2.3.4, lid 3 onder e, en 4.2.3.6, lid 3 onder c en treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

de secretaris, de burgemeester,