Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2014l |
Citeertitel | Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2014 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bezwaarschriften, klaagschritfen, HAC, hoor- en adviescommissie |
De Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008 wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2014 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 12-05-2014 Provinciaal blad, 2014, 75 | 351179-351200 |
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden in handen van de commissaris van de Koning de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid/voorzitter/plaatsvervangend voorzitter van de hoor- en adviescommissie Noord-Holland benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de hoor- en adviescommissie Noord-Holland naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” (“Dat verklaar en beloof ik!”).
Hoofdstuk 12 De behandeling van bezwaarschriften door de kamers
Indien zich met betrekking tot een bepaald bezwaarschrift ten aanzien van een lid van de commissie feiten of omstandigheden voordoen waardoor aan de onpartijdigheid of de onafhankelijkheid van dat lid getwijfeld zou kunnen worden of in geval een lid een persoonlijk belang heeft bij het besluit op bezwaar, neemt dit lid geen zitting in de kamer die dat bezwaarschrift behandelt.
Hoofdstuk 14 Overgangsbepalingen
De externe leden die voor bepaalde tijd benoemd zijn op grond van de Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008 worden geacht voor de resterende tijd van hun benoeming benoemd te zijn op grond van deze verordening.
Een advies betreffende een bezwaar- of klaagschrift waarover een hoorzitting is gehouden als bedoeld in de Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008, maar waarover nog geen advies is uitgebracht op de dag waarop deze verordening in werking treedt, wordt mede ondertekend door het lid van de commissie dat de hoorzitting heeft voorgezeten.
Haarlem, 12 mei 2014.
Provinciale Staten van Noord-Holland.
J.W. Remkes, voorzitter.
J.J.M. Vrijburg, griffier.
De belangrijkste wijziging in de nieuwe verordening betreft de verandering van de samenstelling van de commissie. De commissie was een gemengd samengestelde hoor- en adviescommissie bestaande uit (interne) statenleden en externe leden. Vooruitlopend op de landelijke wettelijke regeling ter zake heeft het Presidium uit provinciale staten besloten bezwaar- en klaagschriften te laten behandelen door een geheel extern samengestelde commissie. Daarin voorziet de nieuwe verordening. De externe leden doorlopen voordat zij benoemd worden een sollicitatieprocedure waarin zij op basis van ervaring en deskundigheid worden geselecteerd.
Artikel 2 Taak en bevoegdheid commissie
Het oude artikel 24 over ambtelijk horen - via een beslissing van de voorzitter - is vervallen. In artikel 2, eerste 1 en artikel 2, tweede, onder c, wordt geregeld dat de commissie met betrekking tot bezwaarschriften hoort en adviseert, echter niet in geval het bezwaarschrift valt in een categorie bezwaarschriften waarvan gedeputeerde staten hebben besloten dat door of namens gedeputeerde staten gehoord wordt. In de praktijk wordt tot nu toe niet bestuurlijk of ambtelijk gehoord. Artikel 2 maakt het mogelijk beleid over bestuurlijk of ambtelijk horen te ontwikkelen.
Artikel 4 Samenstelling van de commissie
Twee functies zijn vervallen: de functie van de externe onafhankelijke voorzitter en de functie van plaatsvervangend voorzitter. Deze functies waren nodig toen de commissie nog (deels) uit interne (staten)leden bestond. Nu de commissie geheel uit externe leden bestaat, is de onafhankelijkheid gewaarborgd zodat voortaan volstaan kan worden met een coördinerend voorzitter. De coördinerend voorzitter wordt benoemd door gedeputeerde staten. Voor werkzaamheden die de gehele commissie betreffen ( bijvoorbeeld voorbereiding van de jaarvergadering, voorbereiding jaarverslag e.d.) lopen de contacten van het secretariaat van de commissie via de coördinerend voorzitter.
Artikelen 5 , 7 en 8 Benoeming, beëdiging en einde lidmaatschap
Gedeputeerde staten benoemen alle leden. Voorheen had de commissaris van de Koning deze bevoegdheid o.a. in verband met het functioneren van statenleden als intern lid in de commissie. De commissaris van de Koning beëdigt de leden. Benoemingen gelden voor 4 jaar, dat was 6 jaar. Herbenoeming blijft mogelijk. In samenhang met dit artikel is ook artikel 8 opgenomen waarin duidelijker dan voorheen is geregeld hoe het lidmaatschap van de commissie eindigt.
Op basis van artikel 29 , eerste en derde lid, van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Noord-Holland 2010 stelt artikel 6 de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per dagdeel vast op een bedrag van 200% van het bedrag genoemd in artikel 13 van het (rijks)Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden. Jaarlijks wordt het basisbedrag van deze vergoeding door het rijk vastgesteld. Voor 2014 bedraagt de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen € 210,86 per dagdeel. Dat is 200% van het door het rijk vastgestelde bedrag van € 105,43.De vergoeding kan vastgesteld worden op ten hoogste 400% van het basisbedrag dat door het rijk wordt vastgesteld als een lidop grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken. In artikel 6 is 200% vastgelegd in navolging van andere provincies.
Met artikel 6 wordt de vaste praktijk over jaren ten aanzien van de hoogte van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen vastgelegd.
In de vergoeding voor reis- en verblijfkosten voorziet de bovengenoemde provinciale rechtspositieverordening uitputtend. Er hoeft dus over deze soort vergoedingen niets meer vastgelegd te worden.
Nieuw zijn de bepalingen over bemiddeling. In artikel 13 wordt de sinds 2007 bestaande praktijk van de informele aanpak vastgelegd waarbij per bezwaarschrift bekeken wordt welke aanpak het meest geschikt is. De bezwaarschriften die informeel door gedeputeerde staten (eventueel ondersteund door speciaal daartoe getrainde onafhankelijke gespreksleiders) worden opgelost, komen niet meer in de formele procedure bij de commissie.
Klaagschriften als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht (klachten over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de klager of een ander heeft gedragen) komen binnen bij het Centraal Meldpunt Klachten (CMK) dat door gedeputeerde staten is ingesteld in 2002. Ook ten aanzien van klaagschriften wordt bemiddeld conform een vastgesteld protocol. Als bemiddeling niet mogelijk is of in geval de klacht na bemiddeling niet naar tevredenheid van de klager is opgelost, wordt de klachtzaak voorgelegd aan de commissie. In artikel 13, dat in artikel 24 van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op klaagschriften, is de huidige praktijk vastgelegd voor wat betreft de behandeling van klachten.
De thans zittende leden van de commissie die voor een bepaalde tijd benoemd zijn, blijven lid van de commissie. De termijn waarvoor zij destijds benoemd zijn, is na de inwerkingtreding van de verordening niet gewijzigd.