Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Verordening Ouderenparticipatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Ouderenparticipatie
CiteertitelVerordening Ouderenparticipatie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-10-2004Onbekend

15-07-2004

Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 27 augustus 2004

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Instelling seniorenraad door vaststelling Verordening Ouderenparticipatie

 

De raad van de gemeente Terneuzen;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 25 mei 2004

gezien de brief d.d. 30 september 2003 van de Werkgroep Seniorenraad

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening Ouderenparticipatie

Artikel 1 Doel

  • 1.

    Het doel van ouderenparticipatie is dat ouderen invloed kunnen uitoefenen op het lokale beleid ten aanzien van die beleidsonderwerpen, die van invloed zijn op de positie van ouderen in de gemeente. Onder het begrip ouderen wordt in dit verband in principe verstaan het deel van de bevolking van 55 jaar en ouder.

  • 2.

    Ten behoeve van het in lid 1 genoemde doel wordt de Seniorenraad Terneuzen ingesteld, in het vervolg van deze verordening te noemen “seniorenraad”.

Artikel 2 Taak

  • 1.

    De seniorenraad kan aan het College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over beleidsonderwerpen die van invloed zijn op de positie van ouderen in de gemeente en die behoren tot de autonomie van de gemeente.

  • 2.

    De seniorenraad is niet bevoegd zich bezig te houden met de belangenbehartiging van individuele ouderen.

Artikel 3 Werkwijze

  • 1.

    Verzoeken om advies kunnen door burgemeester en wethouders zowel schriftelijk als mondeling tijdens het overleg met de seniorenraad worden voorgelegd.

  • 2.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het advies een wezenlijke invloed kan hebben op de beleidsontwikkeling c.q. het te nemen besluit.

  • 3.

    In het geval van een gevraagd advies wordt door het aanvragende orgaan bij de adviesaanvraag aangegeven binnen welke termijn het advies van de seniorenraad tegemoet wordt gezien. Als de seniorenraad kan aantonen dat een advies niet binnen de desbetreffende periode kan worden uitgebracht, zal door het aanvragende orgaan worden bezien in hoeverre het mogelijk is de adviestermijn te verruimen.

  • 4.

    Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de adviesaanvraag mondeling overleg plaats met de gemeente.

  • 5.

    In het desbetreffende besluit van burgemeester en wethouders wordt het advies van de seniorenraad meegewogen. Bij de vaststelling van het besluit zal worden aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met het advies. In het geval besluitvorming een bevoegdheid is van de gemeenteraad, wordt tegelijk met het indienen van het collegevoorstel het advies van de seniorenraad ter kennis gebracht van de gemeenteraad.

  • 6.

    Van een door de gemeenteraad aan de seniorenraad gevraagd advies wordt een afschrift gezonden aan het College van Burgemeester en Wethouders. Alvorens de gemeenteraad een besluit neemt naar aanleiding van een aan de raad gericht (gevraagd of ongevraagd) advies van de seniorenraad, wordt het college in de gelegenheid gesteld het gevoelen ten aanzien van dat advies kenbaar te maken aan de gemeenteraad.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders rapporteren binnen vier weken na de besluitvorming schriftelijk aan de seniorenraad over de wijze waarop het advies van die seniorenraad is verwerkt in de gemeentelijke besluitvorming.

  • 8.

    Het bepaalde in de leden 5 en 7 geldt ook voor ongevraagde adviezen van de seniorenraad.

  • 9.

    Besluiten worden door de seniorenraad genomen met gewone meerderheid van stemmen.

  • 10.

    De vergaderingen van de seniorenraad zijn in principe openbaar.

  • 11.

    De seniorenraad kan een huishoudelijk reglement opstellen voor zaken de werkwijze betreffende, die niet in deze verordening zijn geregeld.

  • 12.

    Tussen de portefeuillehouder ouderenbeleid en de seniorenraad vindt bij voorkeur twee maal per jaar overleg plaats.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De seniorenraad bestaat uit maximaal twaalf leden, die op persoonlijke titel worden benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders voor een periode van vier jaar; zij kunnen voor een zelfde periode een maal opnieuw benoemd worden.

  • 2.

    Zes leden worden benoemd op voordracht van de ouderenbonden, werkzaam binnen de gemeente Terneuzen.

  • 3.

    Zes leden worden benoemd na werving via een open sollicitatieprocedure.

  • 4.

    Het voorzitterschap van de seniorenraad zal worden vervult door een door het College van Burgemeester en Wethouders te benoemen onafhankelijk technisch voorzitter.

  • 5.

    De seniorenraad kiest zo nodig een secretaris en een penningmeester uit zijn midden.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de seniorenraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad dan wel het college.

Artikel 5 Secretariaat

  • 1.

    Een ambtenaar van de gemeente Terneuzen voorziet in het secretariaat voor zover het betrekking heeft op het periodieke overleg met de wethouder. Het gaat dan om het in overleg met de seniorenraad opstellen van de agenda voor dat overleg, de verzending van de uitnodiging en de verslaglegging.

  • 2.

    In de overige secretariaatswerkzaamheden voorziet de seniorenraad zelf.

Artikel 6 Informatievoorziening

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat aan de seniorenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het kunnen functioneren van de seniorenraad.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1.

    Aan de seniorenraad wordt jaarlijks een in de gemeentebegroting op te nemen budget beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Het budget is bestemd voor deskundigheidsbevorderingskosten, uitvoeringskosten en presentiegeld en onkostenvergoeding voor de leden van de seniorenraad.

  • 3.

    De gemeente stelt vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de seniorenraad.

Artikel 8 Vergoedingen aan de leden

Het college kan nadere regels stellen aangaande (onkosten)vergoedingen voor de leden van de seniorenraad.

Artikel 9 Verslaglegging

Jaarlijks voor 1 april brengt de seniorenraad aan burgemeester en wethouders verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. De wijze waarop het budget is besteed maakt onderdeel uit van dat verslag.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Ouderenparticipatie”.

  • 4.

    Deze verordening treedt zes weken na de datum van bekendmaking in werking.

     

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 15 juli 2004.

griffier, mr. A.W. de Feijter

voorzitter, J.A.H. Lonink