Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Handhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland
CiteertitelHandhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet Werk en bijstand, art. 8
  3. Wet investeren in jongeren, art. 12, lid 1, onderdeel c
  4. Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  5. Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  6. Besluit Bijstandsverlening zelfstandigen 2004
  7. Algemene Wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201001-01-2015nieuwe regeling

27-05-2010

Ons Eiland, 24-06-2010

27-05-2010/11

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland

De raad van de Gemeente Schouwen-Duiveland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 april 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8 van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht

overwegende dat het noodzakelijk is om door de invoering van de Wet investeren in jongeren bij verordening opnieuw regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet Inkomensondervoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werkneners, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    wet SUWI: de Wet structuur uitvoeringsorganisaties werk en inkomen;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland;

  • d.

    belanghebbende: degene, waaronder ook wordt verstaan diens gezin, wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

  • e.

    fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders als waar men op grond van de juiste en/of volledige informatie recht op zou hebben;

  • f.

    inlichtingenverplichting: de in de wet genoemde verplichting;

  • g.

    benadelingsbedrag: de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand, uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod of de kosten van bijstand als gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, waardoor de belanghebbende eerder of langer een beroep op bijstand doet;

  • h.

    grens aangiftebedrag Openbaar Ministerie: het bruto uitkeringsbedrag waarvoor de gemeente is benadeeld door een belanghebbende en waarboven het college aangifte doet bij het Openbaar Ministerie;

  • i.

    recidive: het binnen een bepaalde termijn opnieuw plegen van een verwijtbare handeling uit dezelfde of hogere categorie;

  • j.

    onverwijld uit eigen beweging: het via een daartoe beschikbaar gesteld formulier - het Rechtsmatigheids Onderzoek Formulier (ROF) of ander mutatieformulier - op de daarop opgenomen wijze en/of tijdstip mededeling doen van alle van belang zijnde feiten en omstandigheden;

  • k.

    langdurigheidstoeslag: de in artikel 36 van de WWB bedoelde toeslag;

  • l.

    norm: de som van de norm, eventuele toeslagen en/of verlagingen en periodieke bijzondere bijstand voor de algemene kosten van het bestaan, inclusief vakantiegeld.

  • m.

    Voor zover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken, zijn de gehanteerde begrippen gelijk aan die in de wet.

HOOFDSTUK 2 FRAUDEBESTRIJDING

Artikel 2 Aangifte

Bij vastgesteld misbruik of oneigenlijk gebruik doet het college in overeenstemming met de door het Openbaar ministerie vastgestelde richtlijnen, aangifte bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 3 Terugvordering

  • 1.

    Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid tot terugvordering zoals bedoeld in de wet.

  • 2.

    De verdere wijze van terug- en invordering is vastgelegd in de beleidsregels inzake terugvordering.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 4 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    Van terugvordering kan worden afgezien in geval sprake is van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college. Een en ander is nader uitgewerkt in de beleidsregels inzake terugvordering.

  • 3.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

Artikel 6 Intrekking verordening

De verordening “Regels voor de bestrijding van misbruik van bijstand gemeente Schouwen-Duiveland” wordt met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Handhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland”.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 27 mei 2010.

De griffier, De voorzitter,

Nota-toelichting

De Wet investeren in jongeren en handhaving in relatie tot de WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004.

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regelier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd.

Het werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.

Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhavingsverordening is één van die verordeningen.

Fraudeverordening

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de opdracht om in de verschillende in artikel 1 van deze verordening genoemde wetten regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB was reeds in een gemeentelijke verordening vastgelegd. Dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om te komen tot één Handhavingsverordening Werk en Inkomen.