Organisatie | Schouwen-Duiveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland |
Citeertitel | Handhavingsverordening werk en inkomen gemeente Schouwen-Duiveland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-05-2010 Ons Eiland, 24-06-2010 | 27-05-2010/11 |
De raad van de Gemeente Schouwen-Duiveland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 april 2010;
gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8 van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht
overwegende dat het noodzakelijk is om door de invoering van de Wet investeren in jongeren bij verordening opnieuw regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
1.In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet Inkomensondervoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werkneners, de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht;
Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 27 mei 2010.
De griffier, De voorzitter,
De Wet investeren in jongeren en handhaving in relatie tot de WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004.
Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regelier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd.
Het werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.
De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.
Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhavingsverordening is één van die verordeningen.
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de opdracht om in de verschillende in artikel 1 van deze verordening genoemde wetten regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB was reeds in een gemeentelijke verordening vastgelegd. Dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om te komen tot één Handhavingsverordening Werk en Inkomen.