Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Starterslening 2014 |
Citeertitel | verordening Starterslening 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening Starterslening gemeente Zeist 2017.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 19-05-2017 | Nieuwe regeling | 28-01-2014 Gemeenteblad, 2014, nr. 38093 (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/gemeenteblad) | Nr. 793 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Starterslening uit Fonds A: een lening verstrekt door SVn aan een starter waarbij de hoofdsom van de lening voor minimaal 25% afkomstig is uit de Gemeenterekening Starterslening, terwijl het resterende deel van de Starterslening verstrekt wordt door SVn (50% door BZK en, indien budget beschikbaar, 25% Provincie Utrecht);
Starterslening uit Fonds B: een lening verstrekt door SVn aan een starter waarbij de hoofdsom van de lening voor 50% wordt gefinancierd door ministerie van BZK en voor de rest uit het Startersfonds van de provincie Utrecht. De lening wordt verstrekt onder de Voorwaarden Startersfonds Provincie Utrecht, genoemd in artikel 27 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 1998 inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van startersleningen en in de Notitie Startersfonds provincie Utrecht 2009 (PS2009WMC01);
Huishouden: de aanvrager dan wel de aanvrager en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner die een gezamenlijke huishouding zal dan wel zullen gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen; er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.
Maatschappelijke binding aan de provincie Utrecht: de binding van een persoon aan de provincie Utrecht, daarin gelegen dat die persoon een redelijk met de plaatselijke samenleving verband houdend belang heeft zich in dit gebied te vestigen, met dien verstande dat een maatschappelijke binding in elk geval wordt aangenomen ten aanzien van:
1e. personen die ten minste drie jaar onafgebroken ingezetenen zijn in een of meer van de gemeenten in de provincie Utrecht dan wel gedurende de voorgaande tien jaren ten minste zes jaar onafgebroken ingezetenen zijn geweest van een of meer van de gemeenten in de provincie Utrecht, of
2e. personen die een dagopleiding volgen gedurende ten minste negentien uur per week aan een, in de provincie Utrecht, gevestigde en erkende instelling voor dagonderwijs.
Hoofdstuk 2 – Algemene bepalingen
Op deze verordening is de deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Zeist en de SVn van toepassing.
Hoofdstuk 3 – Toepassingsbereik
1.Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen van ingezetenen in de gemeente Zeist, voor het verwerven van nieuwe en bestaande koopwoningen in de gemeente Zeist waarvan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning niet hoger zijn dan het maximum volgens de meest actuele normen van de Nationale Hypotheek Garantie, die
1º voor zover het betreft een lening uit Fonds A: op het moment van de aanvraag minimaal één jaar zelfstandig een huurwoning bewonen of minimaal één jaar inwonend zijn, óf gedurende de voorgaande tien jaren ten minste zes jaren ingezetenen zijn geweest van de gemeente Zeist en een huurwoning hebben bewoond of inwonend zijn geweest, en
2º voor zover het betreft een lening uit Fonds B: een maatschappelijke binding met de provincie Utrecht hebben. Om dit aan te tonen overlegt de aanvrager een uittrekstel uit de Gemeentelijke Basis Administratie van de gemeente van vertrek
Voor verbeterkosten aan een bestaande woning, mag voor de bepaling van de hoogte van de Starterslening, maximaal 5% van de koopsom worden inbegrepen tenzij een bouwkundig rapport aantoont dat extra aanpassingen noodzakelijk zijn. Voor de kosten van meerwerk (nieuwbouw) mag, voor de bepaling van de hoogte van de Starterslening, maximaal 5% van de koop-/aannemingssom worden meegenomen.
Hoofdstuk 5 – Intrekken van de Starterslening