Organisatie | 's-Hertogenbosch |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels toegang en eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 's-Hertogenbosch |
Citeertitel | Beleidsregels toegang maatschappelijke opvang en vrouwenopvang |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 's-Hertogenbosch
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | Nieuwe regeling | 24-06-2014 Gemeenteblad, 11-07-2014 | 3735369 |
In deze beleidsregels wordt onder de eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang verstaan de eigen bijdrage zoals bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 15, eerste lid onder b), het Besluit maatschappelijke ondersteuning (artikel 4.7) en de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente ’s-Hertogenbosch 2014.
2. Werkwijze aanmeldingsprocedure
De instelling beoordeelt, zo spoedig mogelijk na het ontvangen van de aanvraag, binnen de kaders van de toelatingscriteria en weigeringsgronden, zoals opgenomen in deze beleidsregels, of de belanghebbende toegelaten kan worden tot de opvangvoorziening, zoals is bedoeld in de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang ’s-Hertogenbosch 2014;
Indien de belanghebbende op basis van de toelatingscriteria en weigeringsgronden kan worden toegelaten tot de opvangvoorziening, maar er geen beschikbare plaatsen binnen de instelling beschikbaar zijn, zal de belanghebbende op de wachtlijst voor de opvangvoorziening worden geplaatst. Indien de instelling van mening is dat de wachttijd leidt tot onwenselijke situaties, heeft zij de inspanningsverplichting om andere passende opvang te zoeken en te zorgen voor een warme overdracht.
3. Algemene toelatingscriteria en weigeringsgronden
Voor de toelating tot de opvangvoorziening worden de volgende toelatingscriteria gehanteerd:
De belanghebbende is niet in staat, zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van de algemene voorzieningen zich te handhaven in de samenleving. Indien de instelling inschat dat de wachttijd tot onwenselijke situaties leidt, heeft de instelling de inspanningsverplichting om een andere passende opvang te zoeken en te zorgen voor een warme overdracht.
5. Vaststelling en innen eigen bijdrage en registratie
De eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd, conform de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente ’s-Hertogenbosch 2014.
De instelling geeft toelatings- of afwijzingsbeschikkingen af aan de belanghebbende. De afgegeven beschikkingen worden door de instelling geregistreerd en zijn opvraagbaar voor de gemeente. De instelling registreert het aantal aanvragen, het aantal afgegeven toelatingsbeschikkingen en het aantal afwijzingsbeschikkingen alsmede de motivatie voor afwijzingen.
6. Meest kansrijke regio voor maatschappelijke opvang
Toelichting: Deze eis wordt gesteld omdat de kans op een succesvol traject voor de belanghebbende het grootst is in een regio, waar belanghebbende binding heeft. In verband met de eis van landelijke toegankelijkheid uit artikel 20, zesde lid, Wmo, is wel de volgende kanttekening te maken. Wanneer een persoon géén (vaststelbare) regiobinding heeft ergens in Nederland, wordt nagegaan in welke gemeente de cliënt het meest kansrijk is in de opvangvoorziening. In dat geval kan dit criterium niet zonder meer gebruikt worden om betrokkene toegang tot de opvang in ‘s-Hertogenbosch te weigeren.
Er is sprake van een kansrijk traject in de regio Den Bosch indien belanghebbende voldoet aan tenminste één van de volgende criteria:
de cliënt heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar zijn of haar hoofdverblijf in de centrumgemeente of regio gehad. Dit moet blijken uit inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie of het bekend en geregistreerd zijn bij zorginstellingen;
Als uit het onderzoek volgt dat de maatschappelijke opvang het beste in een andere regio kan plaatsvinden, neemt de instelling contact op met de centrumgemeente betreffende centrumgemeente voor het organiseren van een (warme) overdracht van de cliënt. De warme overdracht bestaat uit het maken van afspraken over de datum van overdracht, de instelling die de cliënt opneemt, de wijze van vervoer en eventuele reisbegeleiding en de overdracht van de persoonlijke gegevens.