Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Algemeen reglement voor het waterschap Rijn en IJssel (met overgangsreglement) |
Citeertitel | Algemeen reglement voor het waterschap Rijn en IJssel (met overgangsreglement) |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Tevens besluit van Provinciale Staten van Gelderland d.d. 28 april 2004, nummer PS2004-160.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 14-4-2004
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2004-41
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-06-2004 | 31-03-2008 | artikel 3 | 14-04-2004 Provinciaal Blad nr. 2004-41 | - | |
01-01-1997 | nieuwe regeling | - |
Hoofdstuk I Gebied en taak waterschap
de zuivering van stedelijk afvalwater, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterkwaliteitsbeheerder en dat krachtens artikel 15a, eerste lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.
Met inachtneming van het bij of krachtens de artikelen 3 en 4 van de Wet op de waterkering bepaalde, strekt de zorg van het waterschap voor de waterkering zich aan de oostkant van de Rijn en de IJssel uit tot de aaneengesloten hoge-gronden-lijn welke is aangegeven op de als bijlage I bij de Wet op de waterkering behorende kaartbijlage.
Provinciale Staten van Gelderland besluiten tot vaststelling van een wijziging van de reglementering voor het waterschap, indien een daartoe strekkend besluit niet op grond van artikel 5, tweede lid van de Waterschapswet door de minister van Verkeer en Waterstaat dient te worden goedgekeurd.
Hoofdstuk 2 Het waterschapsbestuur
Paragraaf 1 Het algemeen bestuur
Behalve een presentiegeld en een schouwgeld als bedoeld in het eerste en tweede lid genieten de leden van het algemeen bestuur ten laste van het waterschap geen andere inkomsten of voordelen dan die ter vergoeding van werkelijk gemaakte kosten. Deze vergoeding kan door het algemeen bestuur op een bedrag per jaar worden bepaald.
Paragraaf 2 Het dagelijks bestuur
De benoeming van de leden van het dagelijks bestuur na de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in de nieuwe samenstelling.
In het geval van artikel 13 gaat de benoeming van degene die zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur heeft aangenomen, in op het tijdstip waarop ten minste de helft van het aantal leden van het dagelijks bestuur zijn benoeming heeft aangenomen, of indien de aanneming van de benoeming op een later tijdstip plaatsvindt, op dat tijdstip.
De benoeming van een lid van het dagelijks bestuur ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, geschiedt zo spoedig mogelijk, doch eerst nadat de opengevallen plaatsen in het algemeen bestuur zijn vervuld, tenzij het algemeen bestuur in een bijzonder geval anders beslist.
Vanaf het tijdstip van aftreden van de leden van het dagelijks bestuur tot het tijdstip waarop, na de verkiezing van het nieuwe algemeen bestuur, ten minste de helft van het aantal leden van het dagelijks bestuur de benoeming heeft aangenomen, treedt de voorzitter op in de plaats van het dagelijks bestuur.
Schorsing in en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het algemeen bestuur brengen terstond schorsing in, onderscheidenlijk verlies van het ambt van lid van het dagelijks bestuur mee.
Over een voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in artikel 41, vijfde lid van de wet wordt niet beraadslaagd of besloten, dan nadat het algemeen bestuur ten minste twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard dat het betrokken lid van het dagelijks bestuur het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.
De oproeping tot de vergadering, waarin over dat voorstel wordt beraadslaagd of besloten, wordt ten minste 48 uur voor de aanvang of zoveel eerder als het algemeen bestuur heeft bepaald, bij de leden van het algemeen bestuur bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot het verlenen van ontslag, bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de wet.
Ten aanzien van de bezoldiging en het pensioen van de leden van het dagelijks bestuur zijn van toepassing de desbetreffende Gelderse verordeningen als bedoeld in artikel 44 van de Waterschapswet. Deze worden niet vastgesteld, gewijzigd of ingetrokken dan nadat Gedeputeerde Staten van Overijssel zijn gehoord.
Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Het zendt dit reglement aan het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur kan overeenkomstig een daartoe strekkend voorstel van het dagelijks bestuur, aan een afdelingsbestuur bevoegdheden van het dagelijks bestuur toekennen.
De aanbeveling voor de benoeming van de voorzitter, bedoeld in artikel 46 van de Waterschapswet, wordt door het algemeen bestuur gezonden aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, die de aanbeveling, Gedeputeerde Staten van Overijssel gehoord, doorzenden aan de minister van Verkeer en Waterstaat.
De aflegging van de eed (verklaring en belofte), bedoeld in artikel 50 van de wet, vindt plaats in handen van de Commissaris van de Koningin in de provincie Gelderland.
Paragraaf 2 Het afdelingsbestuur
Het afdelingsbestuur bestaat uit de leden van het algemeen bestuur en hun plaatsvervangers die in de betreffende kieskring zijn verkozen.
Schorsing in en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het algemeen bestuur brengen terstond schorsing in, onderscheidenlijk verlies van het lidmaatschap van het afdelingsbestuur mee.
De leden van het afdelingsbestuur die geen lid zijn van het dagelijks bestuur genieten voor iedere bijgewoonde vergadering van het afdelingsbestuur en van een door het algemeen bestuur ingestelde commissie een presentiegeld, waarvan de hoogte gelijk is aan het bedrag van het presentiegeld, bedoeld in artikel 9, eerste lid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur.
Het afdelingsbestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Het zendt dit reglement aan het algemeen bestuur.
Het afdelingsbestuur is, met inachtneming van de beleidsregels, bedoeld in artikel 44, belast met de zorg voor:
het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning, uitgezonderd vergunningen op basis van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor industriële lozingen, voor lozingen van effluenten van rioolwaterzuiveringsinstallaties en voor lozingen vanuit gemeentelijke rioolstelsels, alsmede vergunningen voor aansluitingen of lozingen op zuiveringstechnische werken van het waterschap;
Indien het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur een besluit neemt dat afwijkt van een ingevolge artikel 42, derde lid, door het afdelingsbestuur uitgebracht advies wordt de afwijking gemotiveerd.
Het algemeen bestuur stelt, het dagelijks bestuur onderscheidenlijk het afdelingsbestuur gehoord, beleidsregels vast voor de uitoefening door deze bestuursorganen van de hun bij of krachtens de artikelen 11, 23, 42 en 51 toegekende bevoegdheden. Het algemeen bestuur kan, de onderscheiden bestuursorganen gehoord, deze beleidsregels wijzigen.
Paragraaf 3 De afdelingsvoorzitter
De afdelingsvoorzitter kan bij besluit van het algemeen bestuur worden geschorst en ontslagen. Artikel 20 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.
De afdelingsvoorzitter geeft het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, voor zover het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang.
De resterende kosten van het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer worden toegedeeld aan de categorieën gebouwd en ongebouwd, in verhouding van de bij benadering te bepalen kosten van het vereiste waterstaatkundige voorzieningenniveau van het geheel van de gebouwde en ongebouwde onroerende zaken in het waterschapsgebied.
Voor de goedkeuring van de in artikel 54 bedoelde besluiten en van een besluit tot vaststelling van een beheersplan als bedoeld in artikel 9 van de Wet op de waterhuishouding zijn al naar gelang een besluit betrekking heeft op het grondgebied van de provincie Gelderland of van de provincie Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland onderscheidenlijk Gedeputeerde Staten van Overijssel afzonderlijk het bevoegd bestuursorgaan. Indien een besluit betrekking heeft op het grondgebied van beide provincies, oefenen Gedeputeerde Staten van Gelderland en van Overijssel het toezicht gezamenlijk uit.
Voor de toepassing van artikel 153, eerste lid, onder a en b, van de wet zijn al naar gelang het beroep betrekking heeft op het grondgebied van de provincie Gelderland of van de provincie Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland onderscheidenlijk Gedeputeerde Staten van Overijssel afzonderlijk het bevoegd bestuursorgaan.
Overgangsrecht waterschap Rijn en IJssel 1996
Overgangsrecht voor het waterschap Rijn en IJssel
(dat reeds gedeeltelijk in werking is getreden)
Besluit van Provinciale Staten van Gelderland en Overijssel van 22 mei 1996, nr. F - 396, respectievelijk 26 juni 1996, nr. 20-I.
Goedgekeurd bij ministerieel besluit van 9 september 1996, nr. HW/RH 224820.
Provinciaal Blad 1996, nummer 114.
In werking getreden per 1 januari 1997.
De artikelen 5, zesde en zevende lid, 6, tweede en derde lid, 12, 15, 18, 19, 20 en 23 van het Overgangsrecht zijn in werking getreden op 15 oktober 1996.
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
toegevoegd gebied: het gebied dat van de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe, voor wat betreft de taak oppervlaktewaterkwaliteitsbeheer, en het gebied dat van het waterschap Oost-Veluwe en van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Rheden, Rozendaal en Bergh voor wat betreft de taak oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer, overgaat naar het waterschap;
Hoofdstuk 2 Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden
De op de dag, voorafgaande aan de datum van samenvoeging, voor overgaand en toegevoegd gebied geldende waterschapsbesluiten blijven van kracht zolang het bevoegd bestuursorgaan van het waterschap niet anders beslist. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op de besluiten van de betreffende gemeenten, voor zover die besluiten zijn genomen op grond van de Verordening waterhuishouding Gelderland.
Voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur van het waterschap gelden de reglementen van orde van het op te heffen zuiveringsschap Oostelijk Gelderland totdat deze door andere zijn vervangen. Voor de vergaderingen van de afdelingsbesturen van het waterschap geldt het reglement van orde voor de algemene vergadering van het op te heffen zuiveringsschap Oostelijk Gelderland.
Met ingang van de datum van samenvoeging en zolang de in artikel 2 bedoelde voorschriften blijven gelden, oefenen de in het waterschap en in de afdelingen ingevolge het algemeen reglement bevoegde bestuursorganen en ambtenaren de bevoegdheden uit die bij de voorschriften aan overeenkomstige bestuursorganen en ambtenaren van de op te heffen waterschappen zijn toegekend.
Hoofdstuk 3 Overgang rechten en verplichtingen
Ten aanzien van de in het tweede lid begrepen registergoederen zal verandering in de tenaamstelling in de openbare registers, bedoeld in artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek plaatshebben. De voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur van het waterschap doen daartoe de nodige opgaven aan de bewaarder van de registers.
Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de overgang van rechten en verplichtingen van de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, voor zover die rechten en verplichtingen betrekking hebben op dan wel verband houden met toegevoegd gebied.
Ter bepaling van de rechten en verplichtingen, bedoeld in het vijfde lid, die betrekking hebben op de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, wint de voorbereidingscommissie tezamen met het dagelijks bestuur van deze zuiveringschappen en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, zo nodig advies in van een door hen aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Voorzover van toepassing treft de voorbereidingscommissie met de besturen van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Rheden, Rozendaal en Bergh een regeling voor de overname, met ingang van de datum van samenvoeging, van de publiekrechtelijke rechten en verplichtingen met betrekking tot het toegevoegd gebied voor wat betreft de taak oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer.
Beheer en onderhoud van werken in overgaand en toegevoegd gebied die in beheer en onderhoud zijn bij de op te heffen waterschappen, de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers gaan met ingang van de datum van samenvoeging over naar het waterschap.
Ter bepaling van de waarde van de in het eerste lid bedoelde werken, die in beheer en onderhoud zijn bij de zuiveringsschappen West-Overijssel en Veluwe en het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers, wordt zo nodig advies ingewonnen van een door de voorbereidingscommissie en het betreffende dagelijks bestuur van deze zuiveringschappen dan wel het dagelijks bestuur van het waterschap Oost-Veluwe of hun rechtsopvolgers aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Voorzover van toepassing treft de voorbereidingscommissie met de besturen van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Rheden, Rozendaal en Bergh een regeling voor de overname, met ingang van de datum van samenvoeging, van het beheer en onderhoud van kunstwerken en waterbeheersingswerken met betrekking tot het toegevoegd gebied.
De rekeningen van het laatste dienstjaar van de op te heffen waterschappen worden vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap. De saldi worden verantwoord in de rekening van het waterschap.
Voor het tijdvak waarin voor het waterschap nog geen begroting is vastgesteld, is het dagelijks bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven tot ten hoogste 4/12 gedeelten van het totaal van de bedragen die op de overeenkomstige posten van de voor het dienstjaar voorafgaand aan de datum van samenvoeging vastgestelde begrotingen van de op te heffen waterschappen zijn geraamd.
Er is een overgangsbestuur dat bestaat uit een voorlopig algemeen bestuur, een voorlopig dagelijks bestuur en een waarnemend voorzitter. Ten aanzien van iedere afdeling is er een overgangsbestuur, bestaande uit een voorlopig afdelingsbestuur en een waarnemend afdelingsvoorzitter. De overgangsbesturen treden op met ingang van de datum van samenvoeging.
Voor elk lid van het voorlopig algemeen bestuur wordt tevens een plaatsvervangend lid aangewezen. Aanwijzing van de plaatsvervangend leden vindt gelijktijdig plaats. Het bepaalde in het derde tot en met vijfde lid is van toepassing met dien verstande dat binnen iedere kieskring de betrokken algemeen besturen bevoegd zijn om met inachtneming van het aantal plaatsvervangende zetels per categorie, te besluiten tot een andere verdeling van die zetels over de besturen die tot aanwijzing bevoegd zijn, indien alle algemeen besturen binnen de kieskring daarmee instemmen.
Gedeputeerde Staten van Gelderland benoemen, de voorbereidingscommissie en Gedeputeerde Staten van Overijssel gehoord, uit de leden van het voorlopig algemeen bestuur, die leden van het voorlopig dagelijks bestuur die tevens fungeren als afdelingsvoorzitter. Het voorlopig algemeen bestuur wijst uit zijn midden de overige leden van het voorlopig dagelijks bestuur aan in de vergadering, bedoeld in artikel 13, derde lid.
Tot aan het tijdstip waarop de benoeming van de voorzitter, bedoeld in artikel 46 van de wet, heeft plaatsgevonden, treedt een waarnemend voorzitter op. Deze waarnemend voorzitter wordt door Gedeputeerde Staten van Gelderland benoemd, nadat zij de voorbereidingscommissie en Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben gehoord.
Ter voorbereiding van de samenvoeging stellen Gedeputeerde Staten van Gelderland, Gedeputeerde Staten van Overijssel gehoord, een voorbereidingscommissie in. Deze wordt ten minste gevormd door de voorzitter en de leden van de door de besturen van de op te heffen waterschappen ingestelde commissie van voorbereiding.
De voorbereidingscommissie draagt zorg voor de noodzakelijk te verrichten handelingen met betrekking tot de voorbereiding van de belastingverordening, kostentoedelingsverordening en indien nodig, de omslagklassenverordening, bedoeld in onderscheidenlijk de artikelen 110, 119 en 120, vijfde lid van de wet, de heffingsverordening, bedoeld in artikel 17 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het opstellen van de begroting, bedoeld in artikel 99 van de wet.
Hoofdstuk 6 Rechtspositieregeling van de ambtenaren en het overig personeel
Voorafgaand aan de datum van samenvoeging stellen de dagelijks besturen van de op te heffen waterschappen in overleg met vertegenwoordigers van de ambtenarenorganisaties een gelijkluidend sociaal statuut vast.
Met ingang van de datum van samenvoeging worden de diensthoofden van de op te heffen waterschappen eervol uit hun functie ontslagen. Artikel 22 is op hen van toepassing.
Voorzover daarin niet of in onvoldoende mate is voorzien in het sociaal statuut gaan de ambtenaren, in vaste dienst van de op te heffen waterschappen, op de datum van samenvoeging over in dienst van het waterschap in dezelfde schaal, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als op de dag, voorafgaande aan die datum voor hen golden.
Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede begrepen degene die is aangesteld als ambtenaar in tijdelijke dienst dan wel voor de vervulling bij wijze van proef van een functie, vooruitlopende op een aanstelling in vaste dienst of tijdelijke dienst, onverminderd de voor de aanstelling geldende voorwaarden, en degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is afgesloten.