Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Overijssel

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Gedeputeerde Staten van Overijssel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Overijssel
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Gedeputeerde Staten van Overijssel
CiteertitelReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Gedeputeerde Staten van Overijssel
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij besluit van 12 november 2014 hebben GS van Overijssel artikel 5 van het reglement gewijzigd, met terugwerkende kracht tot 21 april 2011, toen deze versie van het Reglement in werking trad. De wijziging is gepubliceerd in Provinciaal blad 2014/0310296.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 21-4-2011

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Provinciewet, art. 152

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-201112-06-2015wijziging artikel(en)

21-04-2011

-

2011/0068380
21-04-201120-05-2015wijziging artikel(en)

21-04-2011

-

2011/0068380
08-05-200321-04-2011artikel 1 lid 3

07-05-2003

Geen

-

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1. Voorbereiding van de vergadering

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de verdeling van taken over de leden van gedeputeerde staten worden de onderwerpen waarmee het college bemoeienis heeft verdeeld over portefeuilles.

  • 2. Ieder lid van gedeputeerde staten treedt in de hoedanigheid van portefeuillehouder op als beheerder van een bepaalde portefeuille, en een ander lid in de hoedanigheid van mede-portefeuillehouder op als medebeheerder van die portefeuille.

  • 3. Er zijn zes portefeuilles, te weten:

    • A..

      Economie, Energie en Innovatie;

    • B.

      Milieu en Wonen;

    • C.

      Ruimte, Water en Jeugdzorg;

    • D.

      Landelijk Gebied en Culturele Infrastructuur;

    • E.

      Bereikbaarheid, Openbaar Vervoer en Financiën;

    • V.

      Kwaliteit Openbaar Bestuur.

  • 4. De tot elk der in het derde lid genoemde portefeuilles behorende onderwerpen worden door gedeputeerde staten bij afzonderlijk besluit globaal omschreven.

Artikel 2

  • 1. Alle stukken die aan de beslissing van gedeputeerde staten onderworpen moeten worden, worden via de secretaris bij het college aangebracht.

  • 2. De secretaris draagt er daarbij in ieder geval zorg voor, dat de voorgelegde stukken voldoende gecoördineerd zijn tot stand gekomen, en dat over de inhoud daarvan vooraf overleg is gepleegd met de portefeuillehouder.

  • 3. De secretaris plaatst alle aangebrachte stukken op de agenda voor de vergadering van gedeputeerde staten (GS-agenda), die tezamen met de aangebrachte stukken tijdig voor de betreffende vergadering onder de leden wordt verspreid.

  • 4. Onverlet het bepaalde in de voorgaande leden is ieder lid van gedeputeerde staten bevoegd onderwerpen voor een vergadering van gedeputeerde staten te doen agenderen.

Artikel 3

  • 1. Gedeputeerde staten vergaderen als regel wekelijks op een vast tijdstip.

  • 2. Gedeputeerde staten vergaderen voorts zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of twee leden van gedeputeerde staten dit met opgave van redenen verzoeken.

  • 3. De voorzitter bepaalt de dag van de in het tweede lid bedoelde vergadering en het uur van de opening. Hij brengt de dag van de vergadering en het uur van de opening zo mogelijk ten minste vierentwintig uur tevoren ter kennis van de leden.

Hoofdstuk 2. De gang van zaken tijdens de vergadering

Artikel 4

  • 1. Ieder lid tekent ter vergadering de presentielijst.

  • 2. Bij het sluiten van de vergadering wordt de presentielijst gesloten en door voorzitter en secretaris getekend.

Artikel 5

  • 1. De voorzitter opent de vergadering zodra voldaan is aan het quorumvereiste op grond van art. 56 van de Provinciewet, echter niet voor het vastgestelde uur.

  • 2. Hij schorst of sluit de vergadering zodra niet meer wordt voldaan aan het in het eerste lid bedoelde quorumvereiste.

Artikel 6

  • 1. De voorzitter schorst de vergadering wanneer hij dit nodig oordeelt.

  • 2. De vergadering wordt na de schorsing hervat op het door de voorzitter bepaalde tijdstip.

Artikel 7

  • 1. De voorzitter leidt de vergaderingen aan de hand van de agenda.

  • 2. Hij verleent het woord in de volgorde waarin het gevraagd is.

  • 3. Tijdens iedere vergadering wordt een rondvraag gehouden.

Hoofdstuk 3. De stemming

Artikel 8

De voorzitter bepaalt de volgorde waarin over concept-besluiten of over onderdelen daarvan wordt gestemd.

Artikel 9

  • 1. Bij schriftelijke stemming wordt de inhoud van elk stembriefje door de voorzitter duidelijk verstaanbaar voorgelezen en door de secretaris aangetekend.

  • 2. Indien de voorzitter de inhoud van een stembriefje als onduidelijk beoordeelt en deze stem van invloed kan zijn op de uitslag van de stemming, wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 3. De uitkomst van de stemming wordt door de secretaris medegedeeld.

Artikel 10

De stemming is ongeldig, wanneer er verschil is tussen het aantal ingeleverde stembriefjes en het aantal aanwezige leden voor zover deze zich niet van medestemmen moeten onthouden en de voorzitter beslist, dat dit verschil van invloed kan zijn op de uitslag van de stemming.

Artikel 11

  • 1. Wanneer bij de eerste schriftelijke stemming omtrent personen geen meerderheid is verkregen, wordt een tweede vrije stemming gehouden.

  • 2. Is ook bij deze stemming geen volstrekte meerderheid verkregen, dan wordt gestemd tussen de personen die bij de tweede stemming stemmen hebben gekregen, met uitzondering van de persoon die het geringste aantal stemmen verkreeg.

  • 3. Het tweede lid vindt overeenkomstige toepassing totdat één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen.

  • 4. Wanneer op enkele personen een gelijk aantal geldige stemmen is uitgebracht en dientengevolge het bepaalde in het tweede lid geen toepassing kan vinden, wordt een herstemming tussen dezen gehouden.

  • 5. Wordt bij de toepassing van het vierde lid wederom op dezelfde personen een gelijk aantal geldige stemmen uitgebracht, tengevolge waarvan het bepaalde in het tweede lid geen toepassing kan vinden, dan bepaalt het lot welke persoon afvalt.

Artikel 12

  • 1. Mondelinge stemmingen vinden plaats in volgorde van anciënniteit, van de jongst benoemde af.

  • 2. Bij gelijke anciënniteit stemt de jongere in leeftijd voor de oudere.

  • 3. De voorzitter brengt het laatst zijn stem uit.

Artikel 13

Indien geen stemming wordt verlangd, kan ieder lid aantekeningen in de notulen vragen, dat hij geacht wil worden te hebben tegengestemd.

Hoofdstuk 4. De afwerking

Artikel 14

  • 1. De secretaris draagt zorg dat van de vergaderingen van gedeputeerde staten een besluitenlijst wordt opgesteld.

  • 2. De besluitenlijst wordt vastgesteld door gedeputeerde staten in hun eerstvolgende vergadering.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijst wordt door voorzitter en secretaris ondertekend.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 15

Bij twijfel omtrent de uitleg van dit reglement en in de gevallen waarin het niet voorziet, beslissen gedeputeerde staten.

Artikel 16

  • 1. Het Reglement van orde voor de vergaderingen van gedeputeerde staten van Overijssel, vastgesteld op 10 november 1987 en nadien gewijzigd, wordt ingetrokken.

  • 2. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 september 1999.