Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2014 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2014 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | monumenten, rijksmonumenten, gebouwen,orgels, restauratie |
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-07-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 24-06-2014 Provinciaal blad, 2014, 65. | 358309-358313 |
In deze regeling wordt onder rijksmonument verstaan: een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Monumentenwet 1988.
Een rijksmonument of gebouw als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is publiekstoegankelijk indien het voor het publiek voor tenminste twee keer en tenminste zestien uur per maand toegankelijk is, of indien het rijksmonument een molen is voor tenminste vier keer per jaar en tenminste 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk is.
Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van de restauratie van rijksmonumenten als bedoeld in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013.
Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met het laagste percentage van de gevraagde subsidie ten opzichte van de subsidiabele kosten als eerste gehonoreerd.
Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.
Haarlem, 24 juni 2014
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Op basis van de Cultuurnota 2013-2016, het Collegeakkoord 2011-2015 en de decentralisatie afspraken tussen rijk en provincies van 5 maart 2012 over restauraties van rijksmonumenten, gaat Provincie Noord-Holland in 2014 verder met investeren in haar rijksmonumenten.
Behoud van rijksmonumenten wordt door de provincie gezien in relatie tot overdracht aan volgende generaties, in relatie tot bevordering van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid, de economie en het toerisme. Daarnaast zijn het bevorderen van de werkgelegenheid en het vakmanschap in de bouw- en restauratiemarkt belangrijke factoren. Met deze uitvoeringsregeling wil de provincie eigenaren - al dan niet in de vorm van professionele organisaties voor monumentenbehoud (POM) – en beheerders stimuleren om te blijven investeren in het behoud van hun rijksmonumenten.
Subsidie wordt verstrekt voor restauraties van rijksmonumenten die publiek toegankelijk zijn en voor de restauratie van rijksmonumentale orgels die in een publiekstoegankelijk gebouw staan. Het rijksmonument dan wel het gebouw waarin zich een rijksmonumentaal orgel bevindt dient minimaal 16 uur per maand voor het publiek toegankelijk te zijn. Dit mag 2 dagen van 8 uur zijn, maar ook 4 dagen voor 4 uur, of alles er tussen in. Voor molens geldt dat deze minimaal 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk moeten zijn. Dat kan zijn 4 dagen van 8 uur of 8 dagen van 4 uur of alles er tussen in. Woonhuizen die in het monumentenregister zijn aangemerkt als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50% van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt zijn uitgesloten.
Er wordt geen subsidie verstrekt voor de restauratie van rijksmonumenten die in het monumentenregister (monumentenregister.cultureelerfgoed.nl) staan ingeschreven als woonhuis en waarvan 50 procent van het vloeroppervlak van het rijksmonument na restauratie voor bewoning gebruikt wordt.
De subsidieaanvraag moet worden ingediend tussen 13 augustus en 17 september 2014. Aanvragen die na 17 september 2014 worden ontvangen worden niet in behandeling genomen. De restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd mogen nog niet afgerond te zijn.
De provincie hanteert de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 om de subsidiabele restauratiekosten te bepalen. Deze leidraad is een bijlage bij artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2012 nr 20420, 9 oktober 2012. Zelfwerkzaamheid is alleen subsidiabel wanneer de aanvrager een erkend aannemer is.
Een subsidieontvanger wordt aangemerkt als een onderneming als de subsidieontvanger goederen of diensten aanbiedt. De rechtsvorm (stichting, BV of NV) en de vraag of de subsidieontvanger een winstoogmerk heeft zijn niet van belang.
In de uitvoeringsovereenkomst wordt de terugbetaling geregeld van de exploitatiewinst die voortkomen uit de restauratie gedurende de afschrijvingsperiode. De afschrijvingsperiode van de restauratie waarvoor subsidie is verleend, kan verschillen. De exploitatiewinst bestaat uit de inkomsten van een onderneming na aftrek van (bedrijfs)kosten, afschrijvingen en belastingen. De (bedrijfs)kosten kunnen onder andere bestaan uit de kosten van de geleverde goederen of diensten en uit de kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering zoals huisvesting (waaronder onderhoud) en administratie.
De hoogte van de terug te betalen exploitatiewinst kunnen berekend worden op basis van het verschil tussen de hoogte van exploitatiewinst voor de restauratie en de hoogte van de exploitatiewinst na de restauratie.
Organisaties als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten zijn organisaties die professioneel en met kwaliteit hun monumenten beheren en door de minister zijn aangewezen als Professionele organisaties voor monumentenbehoud (POMs).
Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die aan de criteria voldoen te honoreren worden de aanvragen gerangschikt op een prioriteitenlijst door het aantal punten dat wordt behaald. Aanvragen van POMs behalen 8 punten en aanvragen van niet-POMs 1 punt. Voorts zijn er punten te behalen afhankelijk de percentuele hoogte van de gevraagde subsidie in relatie tot de subsidiabele kosten. Hoe lager de percentage, hoe meer punten men kan scoren.
Als moment waarop gestart wordt met de restauratie wordt verstaan: de aanvang van de restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen, hetzij een andere toezegging die de restauratie onomkeerbaar maakt, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt, onder uitsluiting van voorbereidende werkzaamheden. De aankoop van gronden en voorbereidende werkzaamheden zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van voorbereidende haalbaarheidsstudies worden niet als aanvang van de werkzaamheden beschouwd.
Bij subsidieverleningen voor restauratie van molens en orgels geldt de verplichting dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Met betrekking tot de overige categorieën rijksmonumenten zullen gedeputeerde staten tijdens de beoordeling van de aanvraag in overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bepalen of bij de subsidieverlening de verplichting wordt opgenomen dat de restauratie dient te worden begeleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dit is afhankelijk van de complexiteit van de restauratie. Daarnaast wordt verplicht dat bij subsidie van meer dan € 250.000 er bij de uitvoering van de restauratie minimaal één leerwerkplek wordt gecreëerd. Indien men niet aan deze verplichting voldoet kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie tot maximaal 20% lager vaststellen.