Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Algemeen reglement voor het waterschap Veluwe (met overgangsrecht) |
Citeertitel | Algemeen reglement voor het waterschap Veluwe (met overgangsrecht) |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Besluit van Provinciale Staten van Overijssel d.d. 14 april 2004, besluitnr. PS/2004/227-E en besluit van Provinciale Staten van Gelderland d.d. 28 april 2004, nummer PS2004-159
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 14-4-2004
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2004-40
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-06-2004 | 31-03-2008 | artikel 2 | 14-04-2004 Provinciaal Blad nr. 2004-40 | WB/2004/505 |
Hoofdstuk 1 Gebied en taak waterschap
de zuivering van stedelijk afvalwater, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is van uit het beheersgebied van een aangrenzende waterkwaliteitsbeheerder en dat krachtens artikel 15a, eerste lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.
Hoofdstuk 2 Samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur
Paragraaf 2 Het algemeen bestuur
Behalve een presentiegeld en een schouwgeld als bedoeld in het eerste en tweede lid genieten de leden van het algemeen bestuur ten laste van het waterschap geen andere inkomsten of voordelen dan die ter vergoeding van werkelijk gemaakte kosten. Deze vergoeding kan door het algemeen bestuur op een bedrag per jaar worden bepaald.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter, spoedeisende gevallen uitgezonderd, dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 37, tweede lid, van de Waterschapswet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproeping op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Hij kan het algemeen bestuur voorstellen een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste zes maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Paragraaf 3 Het dagelijks bestuur
De benoeming van de leden van het dagelijks bestuur na de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling.
In het geval van artikel 23 gaat de benoeming van degene die zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur heeft aangenomen, in op het tijdstip waarop ten minste de helft van het aantal leden van het dagelijks bestuur zijn benoeming heeft aangenomen, of indien de aanneming van de benoeming op een later tijdstip plaatsvindt, op dat tijdstip.
De benoeming van een lid van het dagelijks bestuur ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, geschiedt zo spoedig mogelijk, doch tenzij het algemeen bestuur in een bijzonder geval anders beslist, eerst nadat de opengevallen plaatsen in het algemeen bestuur zijn vervuld.
Vanaf het tijdstip van aftreden van de leden van het dagelijks bestuur tot het tijdstip waarop, na de verkiezing van het nieuwe algemeen bestuur, ten minste de helft van het aantal leden van het dagelijks bestuur de benoeming hebben aangenomen, treedt de voorzitter op in de plaats van het dagelijks bestuur.
Schorsing in en tussentijds verlies van het lidmaatschap van het algemeen bestuur brengen terstond schorsing in, onderscheidenlijk verlies van het ambt van lid van het dagelijks bestuur mede.
Over een voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de Waterschapswet wordt niet beraadslaagd of besloten, dan nadat het algemeen bestuur ten minste twee weken en ten hoogste drie maanden tevoren heeft verklaard dat het betrokken lid van het dagelijks bestuur het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.
De oproeping tot de vergadering, waarin over dat voorstel wordt beraadslaagd of besloten, wordt ten minste achtenveertig uur voor de aanvang of zoveel eerder als het algemeen bestuur heeft bepaald, bij de leden van het algemeen bestuur bezorgd. Zij vermeldt het voorstel tot het verlenen van ontslag als bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de Waterschapswet.
Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast dat aan het algemeen bestuur wordt toegezonden.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
De artikelen 16, eerste tot en met derde lid, 17 en 18 zijn ten aanzien van de vergaderingen van het dagelijks bestuur van overeenkomstige toepassing.
De aanbeveling voor de benoeming van de voorzitter, bedoeld in artikel 46 van de Waterschapswet, wordt aan Gedeputeerde Staten van Gelderland gezonden.
De aflegging van de eed (verklaring en belofte), bedoeld in artikel 50 van de Waterschapswet, vindt plaats in handen van de Commissaris van de Koningin in de provincie Gelderland.
De resterende kosten van het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer worden toegedeeld aan de categorieën gebouwd en ongebouwd, in verhouding van de bij benadering te bepalen kosten van het waterstaatkundige vereiste voorzieningenniveau van het geheel van de gebouwde en ongebouwde onroerende zaken in de bij die taak belanghebbende gebieden.
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 153, eerste lid, onder a en b, van de Waterschapswet is al naar gelang het beroep betrekking heeft op het grondgebied van de provincie Gelderland dan wel de provincie Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland onderscheidenlijk, Gedeputeerde Staten van Overijssel afzonderlijk het bevoegd orgaan.
Indien in dit reglement wordt gesproken van Gedeputeerde Staten, wordt Gedeputeerde Staten van Gelderland bedoeld, tenzij anders is bepaald.
Toepassing van artikel 107, vijfde lid, van de Waterschapswet vindt plaats door de Commissaris van de Koningin in Gelderland.
Overgangsrecht waterschap Veluwe
OVERGANGSRECHT VOOR HET WATERSCHAP VELUWE
(is reeds gedeeltelijk in werking getreden)
Gezamenlijk besluit van Provinciale Staten van Gelderland en Overijssel van 11 oktober 1995, nr. F - 393, respectievelijk 11 oktober 1995, nr. 41.
Goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 januari 1996, nrs. RH/RA 210200, RH/RA 210205 en RH/RA 210197.
Provinciaal Blad nr. 128 van 22 februari 1996 (Gelderland).
De artikelen 5, zevende en achtste lid, 6, tweede en derde lid, 7, 13, 16, 18, 19, 21 en 24 van het overgangsrecht, in werking getreden op 22 februari 1996.
Hoofdstuk 2 Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden
De op de dag, voorafgaande aan de datum van samenvoeging, voor overgaand en toegevoegd gebied geldende provinciale voorschriften betreffende de taken of de bestuursorganen van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen blijven van kracht zolang het bevoegd bestuursorgaan niet anders beslist.
Met ingang van de datum van samenvoeging en zolang de in artikel 2 bedoelde voorschriften blijven gelden, oefenen de in het waterschap bevoegde bestuursorganen en ambtenaren de bevoegdheden uit die bij die voorschriften aan overeenkomstige bestuursorganen en ambtenaren van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen zijn toegekend.
Hoofdstuk 3 Overgangs rechten en verplichtingen
Ten aanzien van de in het tweede lid begrepen registergoederen zal verandering in de tenaamstelling in de openbare registers, bedoeld in artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek plaatshebben. De voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur van het waterschap doen daartoe de nodige opgaven aan de bewaarder van de registers.
Ter bepaling van de rechten en verplichtingen, bedoeld in het zesde lid, die betrekking hebben op de zuiveringsschappen West-Overijssel en Oostelijk Gelderland of diens rechtsopvolgers wint de voorbereidingscommissie tezamen met het betreffende dagelijks bestuur van deze zuiveringschappen of diens rechtsopvolgers zo nodig advies in van een door hen aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Beheer en onderhoud van werken in overgaand en toegevoegd gebied die in beheer en onderhoud zijn bij de te splitsen waterschappen respectievelijk de zuiveringsschappen West-Overijssel en Oostelijk Gelderland of diens rechtsopvolgers gaan met ingang van de datum van samenvoeging over naar het waterschap.
Ter bepaling van de waarde van de in het eerste lid bedoelde werken, die in beheer en onderhoud zijn bij de zuiveringsschappen West-Overijssel en Oostelijk Gelderland of diens rechtsopvolgers wordt zo nodig advies ingewonnen van een door de voorbereidingscommissie en het betreffende dagelijks bestuur van deze zuiveringschappen of diens rechtsopvolgers aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Ten behoeve van de verdeling van de activa en passiva van de te splitsen waterschappen, die met ingang van de datum van samenvoeging overgaan naar het waterschap, bepaalt de voorbereidingscommissie tezamen met de voorbereidingscommissie voor het waterschap Vallei en Eem op welke wijze de verdeling plaatsvindt. Zij winnen hiertoe zo nodig advies in van een door hen aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
De rekeningen van het laatste dienstjaar van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen worden vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap. De saldi worden verantwoord in de rekening van het waterschap.
Voor het tijdvak waarin voor het waterschap nog geen begroting is vastgesteld, is het dagelijks bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven tot ten hoogste 4/12 gedeelten van het totaal van de bedragen die op de overeenkomstige posten van de voor het dienstjaar voorafgaand aan de datum van samenvoeging vastgestelde begrotingen van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen zijn geraamd.
Met ingang van de datum van samenvoeging gaat de zorg voor de archieven van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen en van hun rechtsvoorgangers over op het waterschap, met uitzondering van de archieven oorspronkelijk vallende onder de zorg van het voormalig polderdistrict Arkemheen. Deze laatste archieven gaan over naar het waterschap Vallei en Eem.
Het waterschap heeft recht op gebruik van de archiefbescheiden van het voormalig polderdistrict Arkemheen, in het geval dat zij van belang zijn voor de taakuitoefening van het waterschap. Indien naar het oordeel van het dagelijks bestuur raadpleging van deze archiefbescheiden alleen hiertoe niet voldoende is, worden fotocopieën van de originele stukken aan het waterschap verstrekt. De kosten hiervan komen voor rekening van het waterschap. In gevallen waarin het waterschap ten behoeve van de uitoefening van zijn taak over de originele stukken dient te beschikken, worden deze archiefbescheiden aan het waterschap in bewaring geven overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 11 en 13 van het Archiefbesluit 1962. In andere gevallen kan op dezelfde wijze inbewaringgeving plaatsvinden.
Er is een overgangsbestuur dat bestaat uit een voorlopig algemeen bestuur, een voorlopig dagelijks bestuur en een waarnemend voorzitter. Het overgangsbestuur treedt op met ingang van de datum van samenvoeging.
Tot aan het tijdstip waarop de benoeming van de voorzitter, bedoeld in artikel 46 van de Waterschapswet, heeft plaatsgevonden, treedt een waarnemend voorzitter op. Deze waarnemend voorzitter wordt door Gedeputeerde Staten benoemd, nadat zij de dagelijks besturen van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen hebben gehoord.
Hoofdstuk 4a De voorbereidingscommissie
De voorbereidingscommissie draagt zorg voor de noodzakelijk te verrichten handelingen met betrekking tot de voorbereiding van de belastingverordening, kostentoedelingsverordening en indien nodig, de omslagklassenverordening, bedoeld in onderscheidenlijk de artikelen 110, 119 en 120, vijfde lid, van de Waterschapswet, de heffingsverordening, bedoeld in artikel 17 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het opstellen van de begroting, bedoeld in artikel 99 van de Waterschapswet.
Met ingang van de datum van samenvoeging treedt voor de toepassing van dit hoofdstuk het dagelijks bestuur in de plaats van de voorbereidingscommissie. Bij de toepassing van artikel 5, zevende lid, artikel 6, tweede lid en artikel 7 geschiedt de aanwijzing van een onafhankelijke deskundige dan mede door het dagelijks bestuur van het waterschap Vallei en Eem.
Hoofdstuk 5 Rechtspositieregeling van de ambtenaren en het overig personeel
Voorafgaand aan de datum van samenvoeging stellen de dagelijks besturen van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen in overleg met vertegenwoordigers van de ambtenarenorganisaties een gelijkluidend sociaal statuut vast.
Met ingang van de datum van samenvoeging worden de diensthoofden van het op te heffen waterschap en de te splitsen waterschappen eervol uit hun functie ontslagen. Het bepaalde in artikel 23 is op hen van toepassing.
Voor zover daarin niet of in onvoldoende mate is voorzien in het sociaal statuut gaan de ambtenaren, in vaste dienst van het op te heffen waterschap, op de datum van samenvoeging over in dienst van het waterschap in dezelfde schaal, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als op de dag, voorafgaande aan die datum voor hen golden.
Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede begrepen degene die is aangesteld als ambtenaar in tijdelijke dienst voor onbepaalde tijd dan wel voor de vervulling bij wijze van proef van een functie, vooruitlopende op een aanstelling in vaste dienst of tijdelijke dienst voor onbepaalde tijd, onverminderd de voor die aanstelling geldende voorwaarden en degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is afgesloten voor onbepaalde tijd.
Tot aan het tijdstip waarop de benoeming van de secretaris, bedoeld in artikel 53 van de Waterschapswet heeft plaatsgevonden, treedt één van de ambtenaren, bedoeld in de artikelen 22 en 23, als waarnemend secretaris op. De waarnemend secretaris wordt door Gedeputeerde Staten benoemd, nadat zij de dagelijks besturen van het op te heffen waterschap en van de te splitsen waterschappen hebben gehoord.
Op procedures aangevangen voor 1 januari 1997, blijft het op dat tijdstip geldende recht van toepassing.
Dit overgangsrecht treedt in werking met ingang van 1 januari 1997 met uitzondering van de artikelen 5, zevende en achtste lid, 6, tweede en derde lid, 7, 13, 16, 18, 19, 21 en 24. Deze artikelen treden in werking met ingang van de dag van de datum van uitgifte van het laatst uitgegeven Provinciaal Blad waarin dit overgangsrecht is geplaatst. Al hetgeen voordien reeds in overeenstemming met dit overgangsrecht is verricht, wordt geacht krachtens dit overgangsrecht te zijn verricht.