Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Waterleidingverordening voor Overijssel |
Citeertitel | Waterleidingverordening voor Overijssel |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1994 | de artikelen 1, 3 lid 1 en 2, en de artikelen 6 en 7 | 22-12-1993 Provinciaal blad 1993, nr. 94 | - |
Op een aanvrage om vergunning wordt door gedeputeerde staten niet beschikt, dan nadat daaromtrent de zienswijze is gevraagd van de besturen van de gemeenten voor welker gebied die vergunning is gevraagd en, indien binnen dat gebied anderen reeds een waterleidingbedrijf uitoefenen, worden ook zij in de gelegenheid gesteld hun zienswijze omtrent de aanvrage aan gedeputeerde staten kenbaar te maken.
De plannen met toelichting worden, na voorafgaande kennisgeving in een of meer door gedeputeerde staten aan te wijzen bladen, gedurende twee weken op door genoemd college te bepalen plaatsen ter inzage gelegd. Gedurende die tijd en twee weken daarna kunnen belanghebbenden hun zienswijze over de plannen schriftelijk bij gedeputeerde staten naar voren brengen. Gedeputeerde staten zenden daarvan een afschrift aan de aanvrager.
Indien naar het oordeel van gedeputeerde staten, tijdens de duur van de vergunning, in het algemeen belang verandering behoort te worden gebracht in de voorwaarden onder welke de vergunning is verleend, gaan zij daartoe niet over dan na daarvan mededeling te hebben gedaan aan de houder van de vergunning en deze in de gelegenheid te hebben gesteld daaromtrent zijn zienswijze bij hen naar voren te brengen.
Behalve zij, die bij het Wetboek van Strafvordering belast zijn met de opsporing van strafbare feiten, zijn met de opsporing van de strafbare feiten, bedoeld in artikel 6 van deze verordening, belast de daartoe door gedeputeerde staten aangewezen ambtenaren.
Deze verordening is niet van toepassing op bedrijven als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, welke op 1 juli 1927 reeds uitgeoefend werden of waarvoor op die datum reeds concessie was verleend.
Uitbreiding van waterlevering door een waterleidingbedrijf buiten de gemeenten, in welke op dat tijdstip het bedrijf werd uitgeoefend of buiten de gebieden, waarvoor op dat tijdstip concessie was verleend, mag niet dan met inachtneming van de voorschriften van deze verordening geschieden.