Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening subsidie gemeentelijke monumenten Nunspeet 2014-6 |
Citeertitel | Deelverordening subsidie gemeentelijke monumenten Nunspeet 2014-6 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | subsidie gemeentelijke monumenten |
wijziging artikel 7, 10 en 17. Zie collegebesluiten 5 december en 21 december 2017
artikel 2, lid 2 Algemene subsidieverordening gemeente Nunspeet 2014
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2018 | 19-02-2021 | wijziging | 05-12-2017 | 030225926 | |
09-06-2017 | 01-03-2018 | wijziging | 18-05-2017 | 030225926 | |
15-12-2015 | 09-06-2017 | wijziging | 03-12-2015 | A.0014142 | |
01-01-2015 | 15-12-2015 | wijziging | 11-12-2015 | A.0012447 | |
05-09-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 25-08-2014 | R.0003505 | |
01-07-2014 | 19-02-2021 | nieuwe regeling | 03-06-2014 | A.0011645 |
Burgemeester en wethouders van Nunspeet;
- dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behoud van gemeentelijke monumenten;
- de Deelverordening subsidie gemeentelijke monumenten Nunspeet niet voorziet in een subsidiemogelijkheid voor instandhouding van historische molens;
- dat het gewenst is een dergelijke subsidiemogelijkheid in de verordening op te nemen teneinde de eigenaar van een molen in de gelegenheid te stellen tevens gebruik te maken van een instandhoudingssubsidie van de provincie Gelderland.
Gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Nunspeet 2014;
Besluiten vast te stellen de volgende Deelverordening subsidie gemeentelijke monumenten Nunspeet 2014-5.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Nunspeet 2011
b. gemeentelijke monumenten: (on)roerende goederen, objecten of terreinen, die vanwege hun bijzondere (cultuur)historische, architectonische, landschappelijke, volkskundige, wetenschappelijke en/of esthetische betekenis op grond van de op dat moment geldende Monumentenverordening 1994 of de Erfgoedverordening gemeente Nunspeet 2010 bij besluit van burgemeester en wethouders zijn aangewezen als beschermd gemeentelijk monument;
c. rijksmonumenten: monumenten die zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988;
d. eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument staat ingeschreven;
e. Monumentencommissie: de door de raad ingestelde commissie zoals bedoeld in de Erfgoedverordening gemeente Nunspeet 2010, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedverordening gemeente Nunspeet 2010 en (de uitvoering van) het monumentenbeleid in ruime zin;
f. Het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;
g. bouwhistorisch onderzoek: in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en bouwhistorische waarden van een gemeentelijk monument, bedoeld als onderbouwing voor de aanwijzing van een object als beschermd gemeentelijk monument of als toetsingskader voor de werkzaamheden met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument;
h. instandhoudingswerkzaamheden: restauratie werkzaamheden en/of onderhoudswerkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor het herstel of de instandhouding van (de monumentale waarden van) een gemeentelijk monument of beeldbepalend object;
i. subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel en de instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument, zoals beschreven in de ‘Lijst van subsidiabele kosten en werkzaamheden ten behoeve van de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten’ zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland en zoals deze geldt op de datum van aanvraag. Kosten die uitsluitend of overwegend worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort of anderszins niet noodzakelijk zijn voor het herstel en de instandhouding van de monumentale waarden, vallen buiten deze regeling.
j. Provinciale subsidie: de subsidie die het college bevoegd is te verlenen ten laste van de doeluitkering instandhouding gemeentelijke monumenten die door de provincie Gelderland beschikbaar is gesteld.
k. Zelfwerkzaamheid: werkzaamheden die niet door een bedrijf worden uitgevoerd dat bij de Kamer van Koophandel voor de desbetreffende werkzaamheden is ingeschreven.
l. Historische molen: een door wind, water of ros aangedreven krachtwerktuig inclusief het bouwwerk, geschikt of bedoeld voor een historisch maal- productieactiviteitbedrijf;
m. Draaipremie: subsidie verstrekt voor het jaar 2012 op grond van artikel 7 van de Verordening Cultuurhistorie Gelderland.
Artikel 2 Relatie met de Algemene subsidieverordening
In deze deelverordening zijn met name afwijkende bepalingen opgenomen voor de artikelen 5, 6, 17, tweede lid en 18, tweede lid van de Algemene subsidieverordening. Voor zover andere bepalingen in deze subsidieregeling afwijken van de Algemene subsidieverordening, zijn de bepalingen in deze deelverordening van toepassing.
Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Deze verordening is van toepassing op:
a. subsidieaanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten, niet zijnde eigendom van de gemeente Nunspeet. Instandhoudingswerkzaamheden aan rijksmonumenten komen niet voor subsidie op basis van deze verordening in aanmerking, met uitzondering van historische molens. Instandhoudingswerkzaamheden uitgevoerd in zelfwerkzaamheid komen eveneens niet voor subsidie op basis van deze verordening in aanmerking.
b. Subsidieaanvragen voor het uitvoeren van haalbaarheids- en bouwhistorische onderzoeken in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten ter hoogte van 30% van de onderzoekskosten tot een maximum van € 5.000,---.
c. Subsidieaanvragen voor instandhoudingswerkzaamheden aan historische molens.
In afwijking van de Algemene subsidieverordening geldt geen uiterlijke aanvraagtermijn in relatie tot de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden zoals bedoeld in artkel 3 onder a, maar stelt het college een datum vast waarop deze werkzaamheden gereed gemeld moeten zijn. Deze termijn kan op verzoek maximaal eenmaal verlengd worden. Het college kan bij overschrijding van deze termijn het subsidiebesluit geheel of gedeeltelijk intrekken.
De aanvraag moet ten minste de volgende gegevens bevatten:
a. een bestek dan wel, als het college dit toereikend vindt, een werkomschrijving;
b. een begroting die is gespecificeerd naar activiteit, uren en materialen;
c. een recent bouwkundig inspectierapport volgens de methodiek van de Monumentenwacht, opgesteld door een door het college aanvaardbaar geachte onafhankelijke deskundige of instantie, als de subsidiabele kosten meer bedragen dan € 50.000,--.
d. ten minste twee offertes indien de subsidiabele kosten meer bedragen dan € 5.000,-- per offrerend bedrijf.
Het college kan behalve de in het tweede lid bedoelde gegevens ook de verstrekking van de volgende gegevens verplicht stellen:
a. een recent bouwkundig inspectierapport, volgens de methodiek van de Monumentenwacht, opgesteld door een, door het college aanvaardbaar geachte, onafhankelijke deskundige of instantie als de subsidiabele kosten maximaal € 50.000,-- bedragen;
b. tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand:
de plattegrond van iedere verdieping van het monument (schaal 1:100);
lengte- en dwarsdoorsneden (schaal 1:100);
alle gevelaanzichten (schaal 1:100);
relevante details die verband houden met het uiterlijk van het monument (schaal 1:10);
foto’s van de huidige toestand;
c. een situatietekening (schaal 1:1000) gebaseerd op een door of namens het college aan-gegeven kaartmateriaal, die inzicht geeft in de situering van het monument op het te bebouwen terrein;
a. Een aanvraag zoals bedoeld in artikel 3 onder b. moet schriftelijk door de belanghebbende worden gedaan, waarbij ten minste de volgende gegevens moeten worden vermeld:
de zakelijke relatie tussen de aanvrager en de eigenaar van het desbetreffende monument;
een duidelijk omschreven doel dat met het onderzoek wordt nagestreefd;
een omschrijving van de te verrichten werkzaamheden.
b. De aanvraag zoals bedoeld in dit lid gaat ten minste vergezeld van een offerte van het beoogde onderzoeksbureau, die niet ouder is dan drie maanden.
Artikel 6 Aanvullende gegevens
Als de aanvraag niet volledig is, of niet voorzien is van alle in artikel 5 genoemde bescheiden, dan wel wanneer de aangeleverde gegevens onvoldoende inzicht geven om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, doet het college daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager.
Onverminderd het bepaalde in de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd als:
a. met de werkzaamheden is begonnen voordat het college een besluit over de aangevraagde subsidie heeft genomen, tenzij van gemeentewege is geconstateerd dat de werkzaamheden in het belang van de instandhouding van de monumentale waarden geen uitstel kunnen leiden en de subsidiabele kosten maximaal € 5.000,-- bedragen;
b. door honorering van de aanvraag het subsidieplafond, met inbegrip van reserveringen zoals bedoeld in artikel 9 van deze verordening, overschreden zou worden;
c. er minder dan drie jaren zijn verstreken sinds voor hetzelfde monument een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze verordening is ingediend, welke aanvraag is gehonoreerd, tenzij het gaat om combinatie van een haalbaarheidsonderzoek zoals bedoeld in artikel 3 onder b en instandhoudingswerkzaamheden zoals bedoeld in artikel 3 onder a;
d. de subsidiabele kosten minder dan € 3.000,-- bedragen;
e. de opdracht voor een onderzoek als bedoeld in artikel 3 onder b is verstrekt voordat het college over het verlenen van een subsidie hiervoor besloten heeft;
f. de vergunning, zoals bedoeld in artikel 11 e.v. van de Monumentenwet 1988 dan wel artikel 10 van de Erfgoedverordening gemeente Nunspeet 2010, niet is verleend;
g. de kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt;
h. het gemeentelijke monument of beeldbepalend object waarop de aanvraag betrekking heeft niet is verzekerd onder een zogenoemde uitgebreide opstalverzekering, gebaseerd op ten minste de actuele herbouwwaarde van het monument;
i. de aanvrager een andere natuurlijk of rechtspersoon is dan de eigenaar, tenzij deze schriftelijk aantoont de aanvraag te doen namens de eigenaar.
Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar van het in de aanvraag begrepen monument.
Aanvragen om subsidie worden in behandeling genomen op volgorde van indiening. Als sprake is van een ontvankelijke aanvraag wordt, indien en voor zover het subsidieplafond nog niet is bereikt, subsidiebudget voor de aanvraag gereserveerd totdat op de aanvraag is beslist.
Artikel 10 Berekening van de subsidie
a. De subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 30.000,--. Als conform artikel 5 lid 2 sprake is van meer dan één verplichte offerte, wordt de subsidie berekend over het bedrag van de laagste offerte.
b. Als conform artikel 5 lid 2 sprake is van meer dan één verplichte offerte, wordt de subsidie berekend over het bedrag van de laagste offerte.
c. In afwijking van sub a. bedraagt de subsidie voor historische molens maximaal € 2.100,--.
Restauratie van een gemeentelijk monument dat in het kader van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) uit meerdere adressen bestaat, wordt voor de berekening van de subsidie zoals bedoeld in het eerste lid als één restauratie beschouwd, tenzij het afzonderlijke, niet onderling toegankelijke objecten betreft.
Artikel 10a Provinciale subsidie
Voor zover de gemeente Nunspeet van de provincie Gelderland een doeluitkering ontvangt ten behoeve van instandhouding van monumenten, zijn burgemeester en wethouder bevoegd om ten laste van dat budget:
a. aan een ontvanger van subsidie zoals bedoeld in artikel 10 van deze verordening een aanvullende subsidie te verstrekken overeenkomstig de verhouding tussen het toegekende provinciale budget en het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde gemeentelijke budget inclusief de toegestane benutting van de reserve.
b. een subsidie te verstrekken voor het uitvoeren van haalbaarheids- en bouwhistorische onderzoeken in het belang van de instandhouding van gemeentelijke monumenten ter hoogte van 50% van de onderzoekskosten tot een maximum van € 5.000,--
Artikel 12 Voorlopige en definitieve toekenning
Het college kent op basis van de aanvraag een voorlopig subsidiebedrag toe. Definitieve toekenning vindt plaats na afloop van de instandhoudingswerkzaamheden, op basis van de originele, door de eigenaar overgelegde bewijsstukken en voor zover de gesubsidieerde werkzaamheden naar het oordeel van het college op een juiste manier zijn uitgevoerd.
Het college is bevoegd voor subsidietoekenningen van meer dan € 5.000,-- de subsidie voor de door aanvrager betaalde termijn(en) uit te betalen tot maximaal 75% van de toegezegde subsidie. Het college maakt uitsluitend van deze bevoegdheid gebruik als de aanvrager de bewijsstukken van de betaalde termijn(en) heeft overgelegd.
De eigenaar is verplicht om aan personen van de gemeente die door het college zijn aangewezen toegang tot de werkplaats(en) en het werk te verlenen, alsook inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.
De eigenaar is vanaf het moment van indiening van een ontvankelijke aanvraag verplicht het gemeentelijke monument te verzekeren onder een zogenoemde uitgebreide opstalverzekering, zodanig dat de kosten van herstel of herbouw steeds door de verzekering voldoende gedekt zijn.
Na voltooiing van de gesubsidieerde werkzaamheden is de eigenaar verplicht het gemeentelijke monument te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden is gebracht.
Artikel 17 Bijzondere Bepalingen voor historische molens
Voor historische molens geldt in afwijking van het vorenstaande:
a. Het is moleneigenaren toegestaan om subsidie aan te vragen na afloop van de uitvoering van instandhoudingswerkzaamheden. De aanvraag moet worden ingediend in het jaar waarin de instandhoudingswerkzaamheden zijn uitgevoerd.
b. De maximale subsidie bedraagt € 2.100,-- per jaar. Als in een jaar het maximumbedrag niet wordt toegekend, wordt de maximale bijdrage van het opvolgend jaar verhoogd met het niet toegekende deel. Dit kan zich nog eenmaal herhalen. De bijdrage kan niet hoger zijn dan € 6.300,-- gerekend over drie opvolgende jaren.
Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt jaarlijks verslag gedaan aan de gemeenteraad en de Monumentencommissie.
Burgemeester en wethouders van Nunspeet,
de secretaris, de burgemeester,
J.J. Kerkhof ir. D.H.A. van Hemmen
Toelichting 1 Nieuwe Toelichting
Artikel 3 lid a: de rijksoverheid heeft eigen faciliteiten voor monumenteneigenaren die niet op gemeentelijke monumenten van toepassing zijn. Dit artikel is de tegenhanger daarvan. Een uitzondering wordt gemaakt voor historische molens. Tevens worden monumenten in eigendom van de gemeente van subsidie uitgesloten.
Artikel 3 lid b: de eveneens van toepassing zijnde provinciale subsidie bedraagt 50% tot een maximum van € 5.000,--.
Artikel 3 lid c: de historische molens in de gemeente Nunspeet zijn alle rijksmonumenten en vallen derhalve niet onder lid a. Teneinde deze ook voor de provinciale instandhoudingssubsidie in aanmerking te laten komen, zijn deze molens als afzonderlijke categorie aan deze verordening toegevoegd.
Artikel 4: In de systematiek van subsidieverlening is deze werkwijze een voortzetting van de manier waarop onder de voorgaande subsidieregeling met termijnen werd omgegaan. Het stellen van een aanvraagtermijn is niet adequaat, maar een gereedmeldingstermijn is noodzakelijk om enerzijds de aanvrager te motiveren de werkzaamheden binnen een reëel tijdsbestek uit te laten voeren en anderzijds het budget niet nodeloos lang te belasten met subsidietoezeggingen die niet tot resultaat leiden. In bijzondere gevallen kan het college de termijn verlengen.
Artikel 7 lid 3: het gaat om het grotendeels of geheel tenietgaan van het monument. Als een monument grotendeels of geheel teniet is gegaan, zijn met het monument de feitelijke monumentale waarden verdwenen en dient herbouw hooguit een welstands- maar geen monumentaal doel. Het verstrekken van subsidie voor nieuwbouw past niet in het monumentenbeleid. Aan het college komt beleidsvrijheid toe bij de beoordeling of het tenietgaan al dan niet als ‘grotendeels’ moet worden aangemerkt. Het ligt in de rede dat in een dergelijk geval deskundig advies wordt gevraagd ter vaststelling van de resterende monumentale waarden.
Artikel 8: het gaat hier om de eigenaar die als zodanig in het kadaster vermeld staat.