Organisatie | Hellendoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenverordening 2014 |
Citeertitel | Klachtenverordening 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-07-2014 | Nieuwe regeling | 01-07-2014 | 14INT01128 |
De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden, die door de gemeenteraad worden benoemd, geschorst en ontslagen op voorstel van het college. Uit de twee andere leden wordt een plaatsvervangend voorzitter benoemd. De leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.
Artikel 4 Secretariaat commissie
Onverminderd het bepaalde in artikel 103 van de Gemeentewet kan door de gemeentesecretaris een gemeenteambtenaar worden aangewezen voor de vervulling van de functie van secretaris van de commissie. De gemeentesecretaris kan eveneens een waarnemend secretaris aanwijzen.
De commissie stelt de klager, het bestuursorgaan en - waar het een gedraging van een ambtenaar betreft - de betrokken ambtenaar in de gelegenheid hun standpunt mondeling - hetzij in persoon, hetzij bij gemachtigde - toe te lichten. De voor de hoorzitting uitgenodigde ambtenaren zijn verplicht aldaar te verschijnen en - behoudens het bepaalde in artikel 8, tweede lid - de gevraagde inlichtingen te verstrekken.
Indien meer dan één persoon wordt gehoord, gebeurt dat in elkaars aanwezigheid. De commissie kan evenwel besluiten de betrokkenen - al dan niet op hun verzoek - afzonderlijk te horen, indien aannemelijk is, dat het gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling van de klacht kan belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Artikel 7:6, leden 3 en 4 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 Overleggen stukken en verstrekken inlichtingen
Betrokkenen kunnen zich van het verstrekken van inlichtingen verschonen wegens ambts- of beroepsgeheim, doch alleen voor zover het betreft datgene waarvan de wetenschap hen als zodanig is toevertrouwd. Ambtenaren kunnen zich slechts met verwijzing naar de hen bij of krachtens de Ambtenarenwet opgelegde geheimhoudingsplicht verschonen voor zover het verstrekken van de verlangde inlichtingen in strijd is met enige andere wettelijke bepaling tot geheimhouding of met het belang van de Staat.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Deze verordening is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld in zijn vergadering van 20 mei 2014 onder nr. 14INT01459.
Burgemeester en Wethouders van Hellendoorn,
de secretaris, de burgemeester,
Deze verordening is door de burgemeester vastgesteld op 20 mei 2014 onder nr. 14INT01019.
De burgemeester voornoemd,
Titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht regelt de klachtbehandeling door bestuursorganen. Volgens artikel 9:1 heeft een ieder het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.
Afdeling 9.1.3 bevat aanvullende bepalingen voor een klachtadviesprocedure. Deze afdeling is van toepassing indien dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald. Door de vaststelling van de Klachtverordening wordt hierin voorzien. De Klachtenverordening moet worden vastgesteld door ieder bestuursorgaan, dus raad, college en burgemeester, nu bij ieder van deze bestuursorganen een klacht kan worden ingediend.
bestuursorgaan: wie bestuursorgaan is wordt, nu het intern klachtrecht in de wet is opgenomen, bepaald door de wet. Deze verstaat in artikel 1:1, eerste lid onder bestuursorgaan:
Orgaan van de gemeente zijn in ieder geval de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester (vgl. artikel 6 Gemeentewet). Waarschijnlijk zijn individuele collegeleden (anders dan de burgemeester als zelfstandig (bestuurs)orgaan) niet als bestuursorgaan aan te merken. De eventueel door het college aan één of meer van zijn leden opgedragen bevoegdheden worden immers in naam en onder verantwoordelijkheid van het college (mandaat) uitgeoefend (artikel 168 lid 2 Gemeentewet).
De klachtenvoorziening strekt zich ook uit over mondelinge klachten (artikel 9:2 van de wet). Er dient daarom een centraal punt te zijn waar mondelinge klachten worden ingediend. Gekozen is voor de secretaris van de commissie. Indien de klager dit wenst, zet de secretaris de klacht op schrift.
Betrokkenen worden als hoofdregel in elkaars aanwezigheid gehoord. Voor uitzonderingen op deze regel is aansluiting gezocht bij de criteria van artikel 7:6, tweede lid, van de wet. Voor het geval betrokkenen niet in elkaars aanwezigheid worden gehoord, worden afzonderlijke verslagen opgesteld.
De situatie dat de stemmen staken zal zich, gelet op het bepaalde dat alle drie de leden aanwezig moeten zijn, alleen voordoen als één van de leden zich van stemming onthoudt. Voor het geval deze situatie zich voordoet, beslist de stem van de voorzitter.
Artikel 10 Rapport van bevindingen
Op grond van het bepaalde in artikel 9:11 van de wet dient het bestuursorgaan de klacht af te handelen binnen zes weken na ontvangst van het klaagschrift. Indien afdeling 9.1.3 van toepassing is, wordt de termijn verlengd tot tien weken. Het bestuursorgaan kan de afhandeling van de klacht voor ten hoogste vier weken verdagen. Met name indien de raad het bestuursorgaan is, zal aan de mogelijkheid tot verdaging behoefte bestaan. Van de verdaging dient schriftelijk mededeling te worden gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
In artikel 9:15, vierde lid, van de wet is geregeld dat het rapport van bevindingen vergezeld gaat van een advies en van eventuele aanbevelingen. Voorts bevat het rapport het verslag van het horen.
Artikel 9:12 van de wet bepaalt dat het bestuursorgaan de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis stelt van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt. Het wordt gewenst geacht om, indien over een gedraging van een ambtenaar wordt geklaagd, ook deze ambtenaar van deze bevindingen en conclusies in kennis te stellen.