§ 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer,
taxi, treintaxi, taxibus of bustaxi;
- b.
afstand: afstand tussen de woning en de school, gemeten langs
de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige
weg;
- c.
begeleider: ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet
om de leerling tijdens het vervoer te begeleiden;
- d.
commissie van onderzoek: commissie als bedoeld in artikel 41,
tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;
- e.
commissie voor de begeleiding: commissie als bedoeld in artikel
40b van de Wet op de expertisecentra;
- f.
eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig of fiets;
- g.
leerling: leerling van een school als bedoeld in dit
artikel;
- h.
ondersteuningsplan:
- 1.
voor het primair onderwijs: ondersteuningsplan als
bedoeld in artikel 18a, zevende tot en met tiende lid,
van de Wet op het primair onderwijs; of
- 2.
voor het voortgezet onderwijs: ondersteuningsplan als
bedoeld in artikel 17a, zevende tot en met tiende lid,
van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- i.
opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in
artikel 17a, lid 10a, van de Wet op het voortgezet
onderwijs;
- j.
openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per
bus, trein, metro, tram, veerdienst of auto;
- k.
opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de
leerling gebruik kan maken van het vervoer;
- l.
ouders: ouders, voogden of verzorgers van de leerling;
- m.
regionale verwijzingscommissie: commissie als bedoeld in artikel
10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- n.
reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de
woning dan wel de opstapplaats en de aanvang van de schooldag
volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor
zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein
gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de
totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag
volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning dan wel de
opstappplaats, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar
vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast
vervoer;
- o.
samenwerkingsverband:
- 1.
voor het primair onderwijs: samenwerkingsverband als
bedoeld in artikel 18a, tweede en vijftiende lid, van de
Wet op het primair onderwijs; of
- 2.
voor het voortgezet onderwijs: samenwerkingsverband als
bedoeld in artikel 17a, tweede en zestiende lid, van de
Wet op het voortgezet onderwijs;
- p
school:
- 1.
basisschool of speciale school voor basisonderwijs als
bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;
- 2.
school voor speciaal onderwijs of speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal
onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;
of
- 3.
school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet
op het voortgezet onderwijs;
- q.
stage: praktische leertijd bij de beroepsopleiding;
- r.
toegankelijke school: school waarop de leerling is aangewezen
van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting
dan wel de openbare school;
- s.
s. vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer
tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat
plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de
schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap
van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk
maakt;
- t.
vervoersvoorziening:
- 1.
bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van
openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens
begeleider;
- 2.
aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente
verzorgt of doet verzorgen; of
- 3.
gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het
college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de
leerling en zo nodig diens begeleider;
- u.
woning: plaats waar de leerling structureel en feitelijk
verblijft.
- v.
deskundige: een door het college aangewezen (externe)
adviseur.
Artikel 2 de door het college noodzakelijk te achten
vervoersvoorziening
- 1.
Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders
van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een
vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in
deze verordening.
- 2.
De bepalingen in deze verordening laten onverlet de
verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun
kinderen.
- 3.
Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt
de vervoersvoorziening op aanvraag verstrekt aan de
leerling.
- 4.
Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de aard en
de organisatie van het vervoer met het doel een kostenreductie
van het vervoer te bewerkstelligen.
Artikel 3 vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke
school
- 1.
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen
de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de
leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder
weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee
zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school
schriftelijk instemmen.
- 2.
Indien ouders een vervoersvoorziening aanvragen voor het
bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is
gelegen dan een andere school van dezelfde onderwijssoort
ontstaat slechts aanspraak op een vervoersvoorziening naar
eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt
verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het
openbaar onderwijs, danwel tegen de richting van het onderwijs
van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is
aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
- 3.
Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag van een
vervoersvoorziening het ondersteuningsplan, zoals dat is
vastgesteld door het samenwerkingsverband na overleg met het
college.
Artikel 4 toekenning vervoersvoorziening
Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de
wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling,
alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
Artikel 5 aanvraagprocedure
- 1.
Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan door
indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de
ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier
vermelde gegevens.
- 2.
Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag
noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende
gegevens te verstrekken.
- 3.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na
ontvangst van alle benodigde gegevens.
- 4.
Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten
hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan
schriftelijk in kennis.
- 5.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend geldt deze:
- a.
wanneer het een bekostiging betreft, met ingang van de
door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat
de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de
aanvraag;
- b.
wanneer het een aanbieding van aangepast vervoer
betreft, met ingang van een datum die zo mogelijk
aansluit bij de door de ouders verzochte datum.
Artikel 6 doorgeven van wijzigingen
- 1.
De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen
zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van
de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen
aan het college.
- 2.
Indien sprake is van een wijziging, die van invloed is op de
toegekende vervoersvoorziening, vervalt de aanspraak daarop en
kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening
toe.
- 3.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste
lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid
vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een
vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de
vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet
opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn
besluit schriftelijk mee aan de ouders.
- 4.
4Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden
teruggevorderd dan wel worden verrekend bij een eventueel nieuw
verstrekte vervoersvoorziening.
Artikel 7 peildatum leeftijd leerling
Voor het toekennen van een vervoersvoorziening op basis van artikel 11
is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar
waarop de voorziening betrekking heeft.
Artikel 8 andere vergoedingen
De aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende
leerling betrekking heeft op de reiskosten, wordt op een bekostiging in
mindering gebracht, dan wel als eigen bijdrage in rekening gebracht.
§ 2: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR
PRIMAIR ONDERWIJS
Artikel 9 algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van
scholen voor primair
onderwijs
- 1.
In deze paragraaf wordt verstaan onder school:
- a.
een basisschool of speciale school voor basisonderwijs
als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs; of
- b.
een school voor speciaal onderwijs of een school voor
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in
de Wet op de expertisecentra.
- 2.
Deze paragraaf is niet van toepassing op leerlingen van scholen
voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die voortgezet
onderwijs volgen.
- 3.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt een
vervoersvoorziening verstrekt over de afstand van de woning dan
wel de opstapplaats en:
- a.
de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke
speciale school voor basisonderwijs in het
samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de
leerling afkomstig is, of
- b.
een andere speciale school voor basisonderwijs in het
onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het
vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten
met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de
speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.
- 4.
Het college kan bij verstrekking van een vervoersvoorziening na
de ouders te hebben gehoord bepalen dat de leerling, indien
mogelijk, deelneemt aan leerprojecten voor het gebruik van een
andere vervoersvoorziening dan is toegekend.
- 5.
Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor
leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen
die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Artikel 10 bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per
fiets
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een
school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, bekostiging op
basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand
van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke
school meer dan zes kilometer bedraagt.
- 2.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het
eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al
dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer
per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis
van de kosten van het vervoer per fiets, afgeleid van de
Reisregeling binnenland.
Artikel 11 bekostiging van de kosten van openbaar vervoer of vervoer per
fiets ten behoeve van een begeleider
- 1.
Het college verstekt aan de ouders van de leerling die een
school zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, bekostiging op
basis van de kosten van het openbaar vervoer of vervoer per
fiets van de leerling en een begeleider indien:
- a.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in
artikel 10 en de leerling jonger dan negen jaar is en
door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam
wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is
zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik
te maken, of
- b.
de leerling door een structurele lichamelijke,
verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig
van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
- 2.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één
begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 12 vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
- 1.
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school
zoals bedoeld onder artikel 9 bezoekt, indien:
- a.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de
artikelen 10 of 11 en de leerling met gebruikmaking van
openbaar vervoer naar school of terug, meer dan
anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast
vervoer met tenminste 50% van de reistijd per openbaar
vervoer kan worden teruggebracht;
- b.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in de
artikelen 10 of 11 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij
de leerling naar het oordeel van het college al dan niet
onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per
fiets.
- c.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in
artikel 11 en door de ouders ten behoeve van het college
genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de
leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel
tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een
andere oplossing niet mogelijk is; of
- d.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op
zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of
zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder
begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te
maken.
- 2.
Indien begeleiding in het aangepast vervoer vereist is,
vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten
welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het
aangepast vervoer.
Artikel 13 bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
- 1.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het
college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen
zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling
zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de een kilometervergoeding voor
de kortste route van de auto, afgeleid van de
Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op
bekostiging op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid, met
een maximum voor de kosten voor het openbaar vervoer;
of
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
kortste route van de auto, afgeleid van de Reisregeling
binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een
voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens
het bepaalde in het vierde lid, met een maximum van de
kosten voor het aangepast vervoer.
- 3.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een
bedrag opbasis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid
van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het
vierde lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door
andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of
meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de
Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging
verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het
college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de
leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt
het college aan de ouders een bedrag op basis van een
kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling
binnenland.
§ 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR
VOORTGEZET ONDERWIJS
Artikel 14 algemene bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van
scholen voor voortgezet onderwijs
- 1.
In deze paragraaf wordt verstaan onder school:
- a.
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de
Wet op het voortgezet onderwijs; of
- b.
een school voor speciaal en voortgezet speciaal
onderwijs of een school voor voortgezet speciaal
onderwijs als bedoeld in de Wet op de
expertisecentra.
- 2.
Het college kan bij verstrekking van een vervoersvoorziening na
de ouders te hebben gehoord bepalen dat de leerling, indien
mogelijk, deelneemt aan leerprojecten voor het gebruik van een
andere vervoersvoorziening dan is toegekend.
- 3.
Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor
leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen
die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Artikel 15 bekostiging van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en
vervoer per fiets
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een
school zoals bedoeld onder artikel 14 bezoekt, bekostiging op
basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling en
een begeleider, indien de leerling door een structurele
lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet
zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan
maken.
- 2.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één
begeleider voor bekostiging in aanmerking.
- 3.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders
bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets,
indien de leerling naar het oordeel van het college, onder
begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 16 vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
- 1.
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school
zoals bedoeld in artikel 14 bezoekt, indien:
- a.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15
en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar
school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de
reistijd met aangepast vervoer met tenminste 50% van de reistijd
per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
- b.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15
en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het
oordeel van het college, onder begeleiding, gebruik kan maken
van het vervoer per fiets;
- c.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15
en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt
aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of
anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het
gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is;
of
- d.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn
structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke
handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding - van
openbaar vervoer gebruik te maken.
- 2.
Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is,
vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten
welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het
aangepaste vervor.
Artikel 17 bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
- 1.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het
college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen
zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling
zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
kortste route van de auto, afgeleid van de Reisregeling
binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis
van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde
in het vijfde lid, met een maximum van de kosten voor het
openbaar vervoer; of
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
kortste route van de auto, afgeleid van de Reisregeling
binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een voorziening in
de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het
vierde lid, met een maximum van de kosten voor het aangepast
vervoer.
- 3.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een
bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto,
afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde
in het vierde lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door
andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of
meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de
Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging
verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening en het
college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de
leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt
het college aan de ouders een bedrag op basis van een
kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling
binnenland.
§ 4 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER
Artikel 18 toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie
aan in de gemeente wonende ouders
Met inachtneming van artikel 3 kent het college desgewenst een
vervoersvoorziening voor het weekeinde- en vakantievervoer toe aan de
in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het
volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een
internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze
paragraaf.
Artikel 19 vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
- 1.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorziening toe voor
het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per
weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin
waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en
terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het
tweede lid bedoelde schoolvakanties.
- 2.
Het college kent aan de ouders een vervoersvoorzienig toe voor
het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per
schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het
internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de
woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt
in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
- 3.
Paragraaf 2 en 3 van deze verordening zijn van overeenkomstige
toepassing, met uitzondering van artikel 12, eerste lid, aanhef
en onder a, en artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a.
§ 5 SLOTBEPALINGEN
Artikel 20 beslissing college in gevallen waarin de regeling niet
voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin
deze verordening niet voorziet, beslist het college
Artikel 21 afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs
aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze
verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.
Artikel 22 intrekking van de oude regeling
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Bladel 2008, vastgesteld op 29
januari 2009, wordt ingetrokken.
Artikel 23 overgangsregeling
Aanvragen t.b.v. leerlingen aan wie in het schooljaar 2013-2014 een
vervoersvoorziening werd verstrekt wegens een meerjarige beschikking én
aanvragen voor het schooljaar 2014-2015 worden getoetst aan de
Verordening leerlingenvervoer gemeente Bladel 2008.
Artikel 24 inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2014.
Artikel 25 citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer
gemeente Bladel 2014.