De gemeenteraad van Rijswijk, bijeen in openbare vergadering van 27 april 2010,
gelezen het voorstel van het college, no. 10-012, besluit vast te
stellen:
Verordening inrichting Antidiscriminatievoorziening Rijswijk (1.752.5)
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatie voorzieningen;
- 2.
besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatie
voorzieningen;
- 3.
college: het college van burgemeester en wethouders;
- 4.
voorziening: de antidiscriminatie voorziening als bedoeld in artikel
1 van de wet, zijnde het Bureau Discriminatiezaken Hollands Midden
en Haaglanden, gevestigd te Den Haag;
- 5.
protocol: het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld
in artikel 6 van het besluit;
- 6.
Meldpunt: een aanspreekpunt in de gemeente Rijswijk, zijnde de
Stichting Welzijn Rijswijk;
- 7.
klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de
wet;
- 8.
klachtbehandelaar: persoon, werkzaam onder verantwoordelijkheid van
de voorziening als bedoeld in artikel 3, die onafhankelijke bijstand
verleent bij de afwikkeling van klachten;
- 9.
klager: persoon die een klacht wil indienen of heeft ingediend;
- 10.
ingezetene: hij die zijn werkelijke woonplaats in de gemeente
Rijswijk (zh) heeft.
Artikel 2 Zorgplicht college
Het college biedt de ingezetenen toegang tot de voorziening.
Artikel 3 Inrichting van de voorziening
Bij de inrichting van de voorziening worden in ieder geval de deskundigheid
van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening
gewaarborgd.
- 1.
De voorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen
aan de voor klachten behandeling vereiste deskundigheid en biedt de
klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden
en verder te ontwikkelen.
- 2.
De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te
melden:
Artikel 4 Protocol
De voorziening handelt de klachten af volgens het protocol.
Het protocol regelt in ieder geval:
- a.
De afdoeningtermijn van klachten;
- b.
De wijze van afdoening van klachten;
- c.
De registratie van klachten.
Artikel 5 Laagdrempeligheid melding
- 1.
Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht te melden bij
het Meldpunt.
- 2.
Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die
deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.
- 3.
Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de voorziening.
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de
bekendmaking.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting
Antidiscriminatievoorziening.