Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Impuls Buurthuis van de ToekomstDen Haag 2015 |
Citeertitel | Subsidieregeling Impuls Buurthuis van de Toekomst Den Haag 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015 en vervalt op 1 januari 2019. De Subsidieregeling Impuls Buurthuis van de Toekomst wordt ingetrokken.
Artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 24-06-2014 Plaatsing in het Gemeenteblad binnen een week na het besluit tot vaststelling ervan. | BSD/2014.531 en RIS 273753 |
In aanvulling/ afwijking van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager bij zijn aanvraag een uitvoeringsprogramma en een begrotingover.
Een aanvraag om subsidie moet, in afwijking van artikel 9, derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 voor 1 oktober van enig jaardoor het college zijn ontvangen.
Artikel 5:3 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 zal subsidieverlening worden geweigerd voor activiteiten:
a.door aanvragers uit de sectoren Sport of Scouting aan wie op grond van deze regeling reeds eerder subsidie is verleend.
indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is.
Indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren..