HOOFDSTUK II GRONDSLAG, DOEL, TAAK EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 2 Grondslag
Het onderwijs op de openbare scholen wordt verzorgd op openbare
grondslag conform de ter zake geldende wettelijke bepalingen.
Artikel 3 Doel, taak en bevoegdheden
- 1.
Bij deze verordening wordt de openbare rechtspersoon Openbaar
Onderwijs Zwolle en Regio ingesteld.
- a.
De openbare rechtspersoon heeft ten doel het oprichten en
instandhouden en het behartigen van de belangen van de
openbare scholen in de gemeente Zwolle en Regio en het geven
van onderwijs aan de scholen die onder haar gezag
vallen.
- b.
De openbare rechtspersoon oefent alle taken en bevoegdheden
uit van het bevoegd gezag met uitzondering van de
besluitvorming over de opheffing van een openbare
school.
- 3.
Het bestuur heeft tot taak:
- 3.
het besturen van de onder zijn verantwoordelijkheid vallende
openbare scholen;
- 4.
het doen vervullen van alle taken die samenhangen met de verzorging
van het onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen;
- 5.
het samenwerken met andere organisaties en instanties, die een
soortgelijk doel nastreven;
- 6.
het samenwerken met andere organisaties en instanties ten dienste
van en in het belang van het openbaar onderwijs.
- 7.
Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen met
inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 106 WPO, artikel 76q
WVO en artikel 104 WEC.
HOOFDSTUK III BESTUUR
Artikel 4 Samenstelling bestuur
- 1.
Het bestuur bestaat uit maximaal zeven leden en minimaal vijf leden.
Het bestuur bepaalt - met inachtneming van de eerste volzin van dit
lid - uit hoeveel leden het bestuur bestaat.
- 2.
Het bestuur stelt een profielschets op waaraan aspirant
bestuursleden dienen te voldoen.
- 3.
De leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraden,
waarbij tenminste eenderde gedeelte, doch geen meerderheid van die
leden wordt benoemd op bindende voordracht van de oudergeleding van
de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
- 4.
Op de leden van het bestuur is artikel 15 van de Gemeentewet omtrent
verboden handelingen van overeenkomstige toepassing.
- 5.
Indien in het bestuur, om welke reden dan ook, één of meer
bestuursleden ontbreken, vormen de overblijvende bestuursleden
niettemin een wettig bestuur.
Artikel 5 Zittingsperiode, (her)benoeming, wie niet voor de benoeming in
aanmerking komen en einde bestuurslidmaatschap
- 1.
De leden van het bestuur worden door de raden (her)benoemd voor een
zittingsperiode van drie jaren.
- 2.
De aftredende leden kunnen voor één keer worden herbenoemd.
- 3.
Iedere voordracht tot (her)benoeming van één of meer bestuursleden
aan de raden wordt vergezeld van een rooster van aftreden.
- 4.
Voor een benoeming in het bestuur komen niet in aanmerking:
minderjarigen; personen in dienst van de openbare rechtspersoon;
raadsleden van de gemeenten Dalfsen, Hattem, Ommen en Zwolle; leden
van het College van de gemeenten Dalfsen, Hattem, Ommen en
Zwolle.
- 5.
Het bestuurslidmaatschap eindigt door:
- a.
- b.
op verzoek van betrokkene;
- c.
het verstrijken van de zittingsperiode waarvoor de
betrokkene is benoemd, behoudens indien betrokkene voor een
aansluitende zittingsperiode is herbenoemd;
- d.
ontslag door de raden op een daartoe strekkend verzoek van
het bestuur;
- e.
ontslag door de raden op een andere grond;
- f.
- g.
indiensttreding bij de openbare rechtspersoon;
- h.
het verrichten van een verboden handeling zoals omschreven
in artikel 15 van de Gemeentewet.
- 6.
Het bestuur kan een bestuurslid dat naar zijn oordeel in ernstige
mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van
het bestuur, voor maximaal vier maanden schorsen mits daartoe wordt
besloten met een tweederde meerderheid van stemmen.
- 7.
Alvorens aan de raden een voorstel te doen over te gaan tot ontslag
op grond van het vijfde lid, onder e, winnen de colleges van
burgemeester en wethouders de zienswijze in van het bestuur alsmede
het orgaan of de geleding op wiens, onderscheidenlijk wier,
voordracht het bestuurslid is benoemd.
Artikel 6 Functieverdeling
- 1.
Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een
plaatsvervangende voorzitter, een secretaris en een
penningmeester.
- 2.
Het bestuur kan besluiten uit zijn midden tevens een
plaatsvervangend secretaris en een plaatsvervangend penningmeester
te kiezen, beide functies kunnen in één persoon verenigd zijn.
Artikel 7 Vertegenwoordiging
- 1.
Het bestuur vertegenwoordigt de openbare rechtspersoon in en buiten
rechte. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan
de voorzitter, tezamen met de secretaris van wel met de
penningmeester of bij ontstentenis van een hunner met hun
plaatsvervangers.
- 2.
Het bestuur kan anderen die werkzaam zijn bij de openbare
rechtspersoon de bevoegdheid geven namens hen de openbare
rechtspersoon in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
HOOFDSTUK IV WERKWIJZE BESTUUR
Artikel 8 Frequentie vergaderingen
- 1.
Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht,
doch tenminste viermaal per jaar volgens een jaarlijks door het
bestuur vast te stellen rooster, zomede in het geval, waarin
tenminste twee leden dit schriftelijk, onder opgaaf van redenen,
verzoeken. In het laatste geval wordt een vergadering gehouden
binnen twee weken nadat het daartoe strekkende verzoek bij de
voorzitter is ingediend.
- 2.
De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepen, spoedeisende
gevallen uitgezonderd, tenminste vijf dagen voor de vergadering aan
de leden worden toegezonden.
- 3.
Elk bestuurslid is bevoegd om in een naar zijn oordeel spoedeisende
geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda
toe te voegen, Het bestuur beslist, of en zo ja, in hoeverre aan een
dergelijk voorstel gevolg wordt gegeven.
- 4.
Het bestuur kan zich in zijn vergaderingen door deskundigen met een
adviserende stem laten bijstaan.
- 5.
Het bestuur kan aan de leden van het bestuur voor het bijwonen van
een vergadering een vergoeding toekennen alsmede een vergoeding voor
reis- en verblijfkosten.
Artikel 9 Openbaarheid van vergaderingen
- 1.
Het bestuur vergadert in het openbaar.
- 2.
De voorzitter beslist over het spreekrecht van de toehoorders.
- 3.
Wanneer de voorzitter of tenminste twee bestuursleden dit verzoeken
kan het bestuur besluiten met gesloten deuren te vergaderen. Wordt
een dergelijk verzoek gedaan, dan worden de deuren gesloten, waarna
vervolgens het bestuur een besluit neemt omtrent het al dan niet
besloten vergaderen. Voor een dergelijk besluit is tenminste
tweederde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen vereist. Het
bestuur besluit welke andere personen dan bestuursleden in de
besloten vergadering aanwezig kunnen zijn. Over de punten in een
besloten vergadering behandelt, kan ook in die vergadering een
besluit worden genomen.
- 4.
Indien er gesproken wordt over personen kan de voorzitter of
tenminste twee leden, verzoeken met gesloten deuren te vergaderen.
Het vergaderen achter gesloten deuren kan uitsluitend geschieden
indien het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen:
- a.
het belang van de eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer;
- b.
de economische of financiële belangen van de openbare
rechtspersoon;
- c.
het belang van voorkoming van onevenredige bevoordeling of
benadeling van de bij de aangelegenheden betrokken
natuurlijke personen dan wel derden.
Artikel 10 Geheimhouding van stukken
- 1.
Het bestuur kan omtrent het in een besloten vergadering behandelende
en omtrent de inhoud van de stukken die aan de leden worden
voorgelegd, geheimhouding opleggen.
- 2.
De geheimhouding, bedoeld in het eerste lid, wordt door hen die bij
de behandeling aanwezig waren en allen die van het bepaalde of de
stukken kennis dragen geheimhouding in acht genomen totdat het
bestuur deze opheft.
Artikel 11 Quorum
- 1.
In de vergadering waarin niet de meerderheid der zitting hebbende
bestuursleden tegenwoordig is, kunnen geen besluiten worden genomen,
tenzij het onderwerpen betreft waarover reeds in een vorige
vergadering om deze reden niet kon worden beslist.
- 2.
Ingeval een vergadering op grond van het bepaalde in het eerste lid
geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen veertien dagen
een nieuwe vergadering.
Artikel 12 Stemmen
- 1.
De leden stemmen zonder last.
- 2.
Voor zover in de verordening niet anders bepaald, worden de
besluiten van het bestuur genomen bij volstrekte meerderheid van de
geldig uitgebrachte stemmen.
- 3.
Over het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen
wordt schriftelijk gestemd en over overige zaken mondeling. Leden
die blanco briefjes hebben ingeleverd, worden voor de toepassing van
dit artikel geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
- 4.
Indien bij een herstemming over personen de stemmen wederom staken,
beslist terstond het lot.
- 5.
In alle overige gevallen wordt bij staking der stemmen, indien de
vergadering voltallig is, het voorstel geacht niet te zijn
aangenomen. Voor het geval de vergadering niet voltallig is, wordt
het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld en
wordt bij staking der stemmen het voorstel geacht niet te zijn
aangenomen. Onder ‘voltallig’ zijn van een vergadering wordt
verstaan het aanwezig zijn van alle zitting hebbende
bestuursleden.
Artikel 13 Verbod op deelname aan een stemming
Met betrekking tot het niet mogen deelnemen door bestuursleden aan een
stemming is het bepaalde in artikel 28 van de Gemeentewet van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 14 Huishoudelijk reglement
Het bestuur stelt een huishoudelijk reglement vast.
Artikel 15 Platform gemeentelijk toezicht
- 1.
De openbare rechtspersoon kent een Platform gemeentelijk toezicht.
Het platform bestaat uit de portefeuillehouders onderwijs van de in
artikel 2 genoemde gemeenten.
- 2.
Het platform heeft tot taak een advies voor te bereiden ten behoeve
van de afzonderlijke gemeenten ten aanzien van de onderstaande
zaken. Het platform coördineert bijgevolg de volgende wettelijke
taken en bevoegdheden, die aan de gemeenteraden blijven
voorbehouden:
- a.
toezicht houden op het bestuur;
- b.
benoemen, schorsen en ontslaan van bestuursleden;
- c.
wijzigen van de verordening en ontbinding van de openbare
rechtspersoon,
- d.
goedkeuren van de begroting en de rekening van de openbare
rechtspersoon.
- 3.
Het platform bepaalt zijn eigen werkwijze.
HOOFDSTUK VI TOEZICHT
Artikel 18 Toezicht door de raad
De raden zijn ingeval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of
functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het
bestuur van de scholen en zo nodig de openbare rechtspersoon te
ontbinden.
Artikel 19 Wijzigingen van de verordening
- 1.
Deze verordening geldt voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval
voor vijf jaar.
- 2.
Het bestuur kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze
verordening indienen bij de raden.
- 3.
In de overige gevallen wordt deze verordening niet eerder gewijzigd
dan na overleg met het bestuur.
- 4.
Een besluit tot intrekking van deze verordening door de raden kan
niet eerder genomen worden dan na overleg met het bestuur.
Artikel 20 Archief
Het bestuur draagt met inachtneming van de Archiefwet 1995 zorg voor de
archiefbescheiden.
Artikel 21 Onvoorziene gevallen
In alle zaken de openbare rechtspersoon betreffende, waarin deze
verordening niet voorziet, neemt het bestuur een beslissing.
Artikel 22 Evaluatie
Twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening stelt het bestuur een
onderzoek naar zijn functioneren in en brengt hiervan binnen het derde
jaar na inwerkingtreding van deze verordening de raden verslag uit. Dit
verslag kan worden vergezeld van voorstellen tot wijziging van de
verordening
Artikel 23 Overgangs- en slotbepalingen
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005, ervan
uitgaande dat deze dan door alle raden van de participerende
gemeenten is vastgesteld.
- 2.
Deze verordening kan worden aangehaalde als “Verordening Openbare
Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio”.